Papieren kraanvogels
:: Wilhelm Schmid, Filosofie van de levenskunst, Ambo Amsterdam, ISBN 90 263 18367
:: Reacties : tessa.vermeiren@knack.be
:: www.weekend.be Op de site van Weekend Knack ontdekt u wat u op tafel kunt zetten, waar u uw vakantie kunt doorbrengen, wat u in uw kleerkast moet hebben, hoe u uw huis renoveert… En u kunt er ook uw mening kwijt.
Boven de streek rond Pattani in Zuid-Thailand werden een paar weken geleden miljoenen papieren kraanvogels uitgestrooid vanuit vliegtuigen. Ze werden één voor één gevouwen door Thaise mensen die gehoor gaven aan de oproep van hun eerste minister, Thaksin Shinawatra. Als een boodschap van vrede van boeddhistisch Thailand voor de moslims in dat woelige landsgedeelte op de grens met Maleisië. In alle eerlijkheid moet erbij worden verteld dat de repressie van het Thaise leger tegen de moslimrebellen ongenadig was. Tachtig van hen stikten bijvoorbeeld tijdens hun overbrenging naar de gevangenis.
Die papieren origamivogels blijven op mijn netvlies gebrand. Ze zijn een esthetische en symbolische druppel op de hete plaat van een wereld vol conflicten, vol slecht nieuws dus.
Een ander beeld dat ik niet kan vergeten is een advertentie in een Britse krant. Een deerlijk gehavende pop : oog uitgedrukt, vies en geschramd. Met daarbij de vraag ” What kind of child would do this to her doll ?” Wat voor een kind zou dit haar pop aandoen ? Een kind, duidelijk, dat leeft in een wereld waar vijanddenken, onvergeeflijkheid en geweld regeren. Onvoorstelbaar veel kinderen, vaders en moeders leven in een dergelijke atmosfeer. Kijk maar naar de recente cijfers uit het jaarrapport van Unicef.
Wij daarentegen zijn inwoners van een land, noem het België of Vlaanderen zoals u verkiest, waarvan men twee weken geleden schreef dat het het rijkste land van Europa is. Onze spaarboekjes zijn buitengewoon goed gespekt. We hebben een betrouwbare sociale zekerheid en een uitmuntende gezondheidszorg. Het Vlaamse onderwijs werd door het Pisa-rapport gerangschikt bij de wereldtop. Althans, we hebben duidelijk veel bollebozen. De afstand tussen de knappe koppen van de klas en degenen die aan de staart hangen, wordt wel al van bij de geboorte vastgelegd. Kansarm en/of van allochtone afkomst zijn, maakt het moeilijker om te slagen op school, op de universiteit, in het leven tout court.
Maar precies omdat het leven moeilijk is of de omstandigheden bar, ontwikkelen individuele mensen of groepen vaak een uitzonderlijke spankracht, een gedrevenheid die ervoor zorgt dat het negatieve uiteindelijk tot iets positiefs wordt omgebogen.
Dat is het goede nieuws. Dat uit ellende en onderdrukking, veerkracht en weerstand kunnen groeien. Dat uit lijden kunst geboren wordt. Wie niet alleen de zwarte kant van het leven ziet, kan kracht putten uit de uitdaging die verder ligt dan de direct waarneembare grens. Wie zich laat terneerdrukken door angst en doemdenken, veroordeelt zichzelf tot de langzame verstikkingsdood die verbittering heet.
“Wat heeft het voor zin iedereen rijk te maken, als de rijken zelf ongelukkig zijn ?” schreef Bertrand Russell al in zijn TheConquest of Happiness in 1954. Ook in een land waar zoveel dingen goed gaan, blijken mensen zich koppig te gedragen als verwende kinderen, die niet het overvloedige speelgoed zien dat ze hebben, maar precies dat ene stuk willen dat nog in de etalage staat. Het is heel moeilijk, zo niet onmogelijk, om verwende kinderen blij en gelukkig te maken. De fascinatie voor en het gebiologeerd zijn door wat slecht gaat in de wereld en in ons eigen leven is zo onmetelijk groot geworden dat het lijkt of er geen sprankje hoop te bespeuren valt.
De Duitse filosoof Wilhelm Schmid zegt in zijn Filosofie van de levenskunst terecht dat het lijkt of : “opgewektheid, net als levenskunst, zelfzorg, etc. kennelijk behoort tot de familie van begrippen die in de moderne tijd, en daarmee in de moderne filosofie, verregaand vergeten zijn”. Hij houdt een pleidooi voor de rehabilitatie van de opgewektheid.
Al bij Democritus (die leefde in de vijfde eeuw voor onze tijdrekening), haalt Schmid een remedie tegen kwaadgezindheid, negativisme, pessimisme. “Kwaadgezindheid wordt vermeden, schrijft Democritus, doordat je er in principe van uitgaat dat niets zonder wrijving verloopt, dat niets probleemloos functioneert. Opgewektheid, zo schrijft hij, ontstaat bij de mensen uit een beheerste omgang met de lusten en uit een leven in gelijkmatigheid.” Uit zin voor realiteit ook, want : “De werktuigen zijn in principe krom en scheef, en het gaat erom ze te gebruiken zoals ze zijn.”
We gaan er meer en meer van uit dat alles altijd perfect moet zijn en dat wat gepland is binnen de kortste keren moet worden gerealiseerd, zonder dat het ons pijn of moeite kost. We verwachten dat iedereen en alles zich richt naar onze veeleisende normen van perfectie en gelijkvormigheid. Dat lijken we te associëren met vooruitgang. Het kan dan bijna ook niet anders dan dat de ontevredenheid en het gemopper, rechtevenredig zijn met die onredelijke eisen.
De onverstoorbaarheid van de ziel, dat is volgens Seneca wat een gelukkig mens moet nastreven, kun je lezen bij Schmid. Maar : “de onverstoorbaarheid en evenwichtigheid van de ziel is niet te verwarren met passiviteit en quiëtisme.” Het wil niet zeggen dat je lethargisch het leven ondergaat. De grondslag van de opgewektheid, het positivisme, het optimisme is, volgens onze Duitse filosoof het bereiken van autonomie. Ware autonomie is volgens hem “op grond van verstandige zorg vrij zijn van angstige zorg, zelfs vrij van angst voor angst.”
Gelukkig zijn is geen toeval, zegt Schmid, je kunt leren gelukkig te zijn. Niet het toeval schept de voorwaarden voor geluk, maar precies die zorg, die naar voortreffelijkheid en excellentie streeft. Dat streven richt zich niet alleen op mezelf maar ook op de anderen, op de maatschappij. Op iedereen in die maatschappij, niet alleen op degenen die het best op mij lijken of het dichtst bij mij staan. Politiek is volgens Schmid niets anders dan “het scheppen van de uitwendige omstandigheden die bevorderlijk zijn voor het individuele geluk.” Jonge mensen bekwaamheid tot geluk bijbrengen zou de voornaamste opdracht moeten zijn van ouders en pedagogen. Wie die bekwaamheid bevordert, helpt mee aan het afbreken van het angstige klimaat dat door kwade geesten wordt gekweekt en dat mensen in de eerste plaats afhankelijk maakt. Het tegenovergestelde dus van autonoom en gelukkig. Politiek en opvoeden hebben als taak op te bouwen en niet af te breken.
Met dit eindejaarsnummer van Weekend Knack willen we de schijnwerper richten op mensen en gebeurtenissen die getuigen van die ‘zorg’. We zetten mensen in de kijker, veel jonge mensen, die voor zichzelf en voor elkaar voorwaarden scheppen om het geluk te bereiken. We hebben uit het jaaroverzicht die dingen geselecteerd die goed lopen, realisaties die bijdragen tot de daadwerkelijke vooruitgang. Want er is nog ‘goed nieuws’ in deze samenleving, hoe zwart sommigen haar ook proberen af te schilderen.
Dit nummer van Weekend Knack is een beetje als die miljoenen papieren kraanvogels die in Thailand uit de lucht kwamen dwarrelen. Een boodschap van hoop en vrede. Misschien is het een druppel op de hete plaat. Maar misschien is het ook een beetje balsem op de wonde van een bewogen jaar.
“De werktuigen zijn in principe krom en scheef, het gaat erom ze te gebruiken zoals ze zijn.”
TESSA VERMEIREN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier