OUD WORDEN voor beginners

© GETTY IMAGES

Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn. Helaas, zelfs wie altijd jong leek, moet er uiteindelijk aan geloven. Hoog tijd om ons te verdiepen in de kunst van het ouder worden, zeker nu de generatie van de babyboomers massaal de kaap van de zestig rondt.

Als ik vroeger op reis vertrok, was mijn anticonceptiepil het eerste dat ik inpakte. Nu zijn het de bloeddrukpillen, de gewrichtszalf en de maagzuurremmers die het eerst de toiletzak ingaan.” Aan het woord is een vrouw van een eind in de vijftig. Kan ook begin zestig zijn, een mens kan zich daar lelijk in vergissen tegenwoordig. Ze haalt haar schouders op, haar vriendin knikt meewarig terwijl ze nog een slok witte wijn neemt. En ja, een terrastafeltje verder begrijp ik maar al te goed waarover die twee het hebben. Bette Davis wist het al : “Oud worden is niet voor watjes.” Het begint en eindigt bij het lijf. Wijkend tandvlees. Schoonheidsvlekken die ouderdomsvlekken worden. De heup die opspeelt. Ben ik binnenkort aan een prothese toe ? Een hele nacht doorslapen is er al lang niet meer bij. De wespentaille ? Even mysterieus verdwenen als Malaysia Airlines-vlucht 370. Ouder worden betekent ook : je hoofd erbij houden. Als je in één week tijd je bankkaart en vervolgens je hele handtas kwijt speelt, is dat dan verstrooidheid of een symptoom van vroegtijdige dementie ?

Toegegeven, we blijven langer vitaal dan pakweg onze grootouders. Ik heb een fotootje, zo één met een kartelrand, van mijn grootmoeder op een bankje onder een perenboom met witgekalkte stam. Haar peper-en-zoutkleurige haar wordt met kammetjes bij elkaar gehouden, ze draagt het soort gebloemde schortjurk dat destijds het uniform was van vrouwen uit de arbeidersklasse en kousen in fil d’écosse, ook al is het duidelijk zomer. Hooguit vijftig moet ze toen geweest zijn, maar op dat bankje zit een oude vrouw met een zorgelijke trek om haar mond. Wat een contrast met het gezelschap waarmee ik onlangs als reporter op cruise naar IJsland en Groenland ging. De organisator was NotreTemps, de Franse tegenhanger van Plus Magazine, dat zich richt op een ouder publiek. Na een blik op mijn medereizigers in jeans, kleurige jekkers, stoere sneakers en met de smartphone in aanslag, was mijn eerste reactie : “Verrek, er zijn geen bejaarden meer.” De oudste passagier was een zeer mondige dame van 96. En we gingen verdorie naar Groenland, niet naar Benidorm. Mijn bomma raakte nooit verder dan Echternach.

VLOT DE HONDERD

Als we experts als nutrigerontoloog Kris Verburgh en gerontoloog Andrea Maier mogen geloven, is dit nog maar het begin. Volgens Maier haalt de helft van de kinderen die nu geboren wordt vlot de honderd. Honderddertig worden zal geen uitzondering zijn. Zelf werkt ze mee aan de ontwikkeling van een antiverouderingsmiddel dat er moet voor zorgen dat al onze organen langer goed blijven werken tot ze er plots, min of meer gelijktijdig, de brui aan geven. Geen langdurig gesukkel meer, geen verzorgingstehuizen vol hulpeloze, aftakelende bejaarden, maar een genadige, plotse dood op hoge leeftijd. Een mens kan alleen maar hopen dat hij/zij zelf nog van dat wondermiddel zal kunnen genieten. Anderzijds, als we dan toch met zijn allen hoogbejaard worden, kan er maar beter flink gesleuteld worden aan de perceptie van het ouder worden.

Toen ik 55 werd, viel er naast een raming van mijn toekomstig pensioen een uitnodiging van een naburig dienstencentrum in de bus. Voortaan kon ik daar terecht voor koffie met taart voor 2,5 euro en voor een matinee met David Davidse die liedjes uit de jaren dertig zou zingen. Beide ietwat voorbarig vond ik, aangezien ik op dat moment nog tien werkjaren voor de boeg had. Een matinee in het dienstencentrum zat er dus niet meteen in. Geen kwaad woord over David Davidse, maar ik ben opgegroeid met The Beatles, The Stones, The Kinks en Frank Zappa ; met het repertoire van de jaren dertig heb ik niet meteen affiniteit. Mij zul je niet horen beweren dat zestig het nieuwe veertig is, maar laat ons alstublieft niet alles boven de 55 op één hoop gooien. Er is echt wel een verschil tussen een nog agiele zestiger en een fragiele tachtigplusser.

Wat ons bij de terminologie brengt. Hoe noem je een persoon van een zekere leeftijd ? Zeker geen oudje. Of grijsaard. Hoe neerbuigend kun je zijn ? Ouderling is een kerkelijk ambt, herinner ik mij uit de Nederlandse les. Bejaarde dan ? Of senior ? Akkoord, maar vanaf welke leeftijd ? Naast een derde leeftijd is er nu onmiskenbaar een vierde leeftijd. Zelf reken ik mij op mijn 63 tot de junior seniors, de jongere ouderen. Wat niet hetzelfde is als de oudere jongeren, een term bedacht door Van Kooten & De Bie, inmiddels gevorderde zeventigers.

SMARTELIJKE STRIJD

Overigens voelt bijna geen enkele oudere zich oud. De eigen rimpels zijn minder diep dan die van anderen en dat is niet enkel een kwestie van bijziendheid. Mick Jagger had het over zijn lachrimpels. “Niets is zó grappig”, riposteerde blueszanger George Melly, intussen overleden. Mijn vader vindt het onterecht dat hij in het verzorgingshuis omringd is door “allemaal oude mensen”. Zelf is hij met zijn negentig natuurlijk een jeune premier. Ietwat zielig zijn de lui die per se willen dat je hun leeftijd schat en je daarbij zo verwachtingsvol aankijken dat je weet dat je er minstens tien jaar af moet doen om hen niet diep te kwetsen. Ouderdom overvalt je. Zoals de Amerikaanse feministe Gloria Steinem het uitdrukte : “Op een dag werd ik wakker en er lag een vrouw van zeventig in mijn bed.” Actrice Charlotte Rampling deed er naar eigen zeggen tien jaar over om de reacties van de buitenwereld op haar veranderde uiterlijk te verwerken. Nu vind ik mevrouw Rampling met rimpels, oogwallen, grijzende haardos en al een schoolvoorbeeld van waardig ouder worden, veel meer dan bijvoorbeeld Jane Fonda, Catherine Deneuve en Sophia Loren, bij wie de strijd om het behoud van een jeugdige uitstraling toch iets geforceerds heeft, op het smartelijke af. De verleiding is natuurlijk groot om je tot der dood tegen aftakeling te verzetten. De mogelijkheden zijn schier onbeperkt. Gisteren nog zag ik een advertentie voor een laser waarmee je je bovenlip kunt laten opkrullen, wat de afstand tot de neus verkleint en een jong aanzien geeft. Het Daisy Duck-effect, als het ware. Pfff, laat maar. Forever young, het is een illusie, zoals Faust en Dorian Gray ons leerden.

Hebben mannen het in deze materie overigens niet gemakkelijker ? Toegegeven, een ‘karakterkop’ wordt hen gemakkelijker vergeven, maar zij hebben hun eigen slijtageproblemen. In de film Youth gaat negentig procent van de conversatie tussen Michael Caine en Harvey Keitel over al dan niet kunnen plassen en zo ja, hoeveel druppels.

ALLEMAAL SAMEN

Een grote troost vind ik het dat wij, babyboomers, met zovelen tegelijk ouder worden. Mijn favoriete schrijvers, acteurs, muzikanten, ze volgen hetzelfde traject door de tijd. Neem nu The Boss, 66 inmiddels. Toegegeven, de haarlijn is een paar centimeter opgeschoven, maar bij zijn laatste optreden in Werchter zong en speelde hij als vanouds drie uur lang de sterren van de hemel. Wat maakt het dan uit dat de fans van het eerste uur zich eerst op de knieën moesten rollen voor ze van hun zeiltje konden opspringen van enthousiasme.

Met zovelen zijn ze, de jongere en oudere ouderen, dat media en publiciteit wel beter weten dan hen weg te moffelen. Tenslotte gaat het om kapitaalkrachtige cohorten, met de kinderen het huis uit en de schaapjes op het droge voor de bankencrisis toesloeg. Vandaar enerzijds het opduiken van grijze eminenties als schrijfster Joan Didion (81), mode-icoon Iris Apfel (95) en oudere modellen als Dolores Melia (72) en Carmen Dell’Orefice (85) in reclamecampagnes voor hippe modemerken. “Grijs is het nieuwe sexy” heet het dan. Toegegeven, stuk voor stuk uitzonderlijk prachtige vrouwen of monstres sacrés, niet echt representatief voor de modale oudere vrouw. Het andere uiterste is de publiciteit voor oudemensengerelateerde producten : gewrichtszalf, trapliften, elektrische scooters, incontinentiemateriaal. Bijna altijd worden ze aangeprezen door vitale individuen die minstens tien jaar jonger zijn dan de doelgroep. “Ik lach, ik nies, ik verlies urine.” En maar glimlachen met die luier in de onderbroek.

ZOTTE DOOS

Oud worden is een kwestie van keuzen maken. Je kunt je haar in een lange, grijze vlecht op je rug dragen en je in wappergewaden hullen. Of een gek hoedje opzetten, zoals de Amerikaanse Ruth Harriet Jacobs, PhD, RASP (remarkable aging smart person), auteur van het handboek Be an Outrageous Older Woman. Niet alleen op het toneel en in de film is de excentrieke oude dame een interessante rol : je kunt observeren, luisteren en er op tijd en stond iets lekker giftigs uitflappen à la Maggie Smith in Downton Abbey. De kans dat iemand je een oorveeg geeft, is gering. Je kunt je onwaardig gedragen zoals de verzopen jarenzestigmeisjes uit Absolutely Fabulous. Joanna Lumley slaagt er zelfs in om door haar typering heen aantrekkelijk te blijven. Een inspirerend boek is Goed oud van de Britse Diana Athill (98), tot op hoge leeftijd uitgeefster en fashionista, die met haar scherpzinnige, onverschrokken en laconieke kijk op hoe het is om ouder te worden de Costa Biography Award won. Zonder een spoortje van zelfbeklag of schaamte schrijft ze over de ontberingen van een minder mobiel leven, maar ook over plezier en kleine genoegens die soms uit een onverwachte hoek komen.

Kleine genoegens, het klinkt zo kneuterig, maar het is absoluut waar : genieten lukt beter met het ouder worden, op alle vlakken. De eerste lentezon op je huid, een gesprek met een echte vriend(in), een moment van innige compliciteit met de partner, een boek dat de waan van de dag overstijgt, een film die maakt dat je met verende tred de cinema uitloopt, het wordt allemaal zoveel intenser. Kunst raakt mij nu veel dieper. Nooit gedacht ook dat ik zoveel plezier aan tuinieren zou beleven, in de wetenschap dat de jaren niet terugkeren, maar de seizoenen wel.

In Een kleine filosofie van het ouder worden poneert de Duitse levenskunstenaar Wilhelm Schmidt ‘gelatenheid’ als houding om het ouder worden draaglijker te maken. Nu, dat klink mij wat te mak, alsof we schapen zijn die onverdoofd slachten tegemoet gaan. Een andere van zijn formuleringen spreekt mij meer aan : “Wijs is de mens die akkoord is met het leven dat hem op dat moment ter beschikking staat.” Dat wil zeggen : zonder al te veel spijt over de dingen die je gedaan hebt of juist niet, over verkeerde beslissingen, gemiste kansen. In die zin kan ouder worden een bevrijding zijn. De orgiastische hormonenstorm is gaan liggen, wat rust brengt in lijf en leden en een mens meteen ook voor een hoop stommiteiten behoedt. Sinds ik mijn moeder zag sterven, weet ik dat ik dat ook ga kunnen, doodgaan.

Waarom het goed is om oud te zijn, vraagt Anne Karpf zich af in How to Age, een uitgave van de School of Life. “Omdat ik nu meer dan ooit mezelf ben”, antwoordt de zeventigjarige dichteres May Sarton. “Niet meer de dochter, echtgenote of moeder van, maar gewoon ik, bevrijd van het chagrijn over wat hoort en wat anderen van je denken.” Helemaal mee eens, May. Meer dan ooit sta ik met een zekere luchthartigheid in het leven, nu er veel minder moet, ik vooral dingen doe die mij aanstaan en het gezelschap opzoek van mensen die ik echt graag heb. Leven zonder bitterheid, misschien is dat wel de eerste voorwaarde tot een gelukkige oude dag. Want ik ben het allemaal nog : de kwajongen, de rebelse tiener, de overmoedige would-behippie van weleer, maar dan met het patina van een laagje levenservaring eroverheen.

Tekst Linda Asselbergs

Verrek, er zijn geen bejaarden meer, dacht ik op een cruise voor een ouder publiek, toen ik mijn mede-reizigers in jeans en op sneakers zag

Ik ben het nog allemaal: de kwajongen, de tiener, de would-behippie van weleer. Maar dan met het patina van een laagje levenservaring eroverheen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content