“Niet God de vader”

De televisiereeks ‘De designers’ was gisteren al aan zijn zesde aflevering toe. Tijd voor een gesprek met een van de hoofdrolspelers achter de schermen : coach Erik Verdonck.

Wat vindt u zelf de belangrijkste taken van een goede coach ?

In plaats van mensen gericht te sturen, wil ik hen motiveren en vragen oproepen, om ze zo positief te beïnvloeden. Ik ben niet God de vader die komt zeggen hoe het moet. Wel wil ik de kandidaten leren dat ze moeten doorzetten, tot het uiterste, en in zichzelf geloven. Bovendien vind ik het creatieve proces altijd belangrijker dan het eindresultaat.

Hebt u de kandidaten al veel zien evolueren ?

Ja, want het leuke is dat alle opdrachten een andere invalshoek hebben : teamwork, creativiteit, commercieel inzicht,… De kandidaten moeten dus veel kwaliteiten hebben, en in de eerste plaats : zelfkennis. Er zijn er toch een paar die zich verkeerd hadden ingeschat. Zelf heb ik bepaalde deelnemers ook onderschat. Sommigen hebben serieuze klappen gekregen van de jury, maar reageerden daar positief op. Iedereen heeft talenten, de kunst is alleen je plus- en minpunten op de juiste manier te gebruiken.

Gelooft u dat dit programma grote Belgische ontwerpers kan voortbrengen ?

Alles kan. Er zijn mensen die van nul beginnen en de top bereiken, en andere die heel veel moeite doen en toch nergens komen. De kandidaten krijgen in elk geval mooie kansen, en hebben ook gezien dat er bij het modewereldje heel wat komt kijken.

Kunt u iets over uw eigen parcours vertellen ?

Ik ben afgestudeerd aan de Antwerpse modeacademie in 1993, met heel grote ambities. Maar na mijn afstuderen kwam ik al snel in het commerciële circuit terecht, bij Mer du Nord. Na een drietal jaar besefte ik dat het verkoopaspect en de commerciële seizoenen veel minder mijn ding zijn dan de mode zelf. Daarop volgde een redelijk felle reactie : na die episode ben ik in Antwerpen mijn eigen frituur gestart, waar ik toch vier jaar gewerkt heb. Daarna ben ik opnieuw in het modewereldje gestapt, onder meer in samenwerking met Marina Yee. En nu maak ik ieder jaar mijn eigen collectie, van maximaal tweehonderd stuks, die ik één keer per jaar verkoop, op een opendeurdag bij mij thuis. Daarnaast ben ik deeltijds hoofd van de afdeling textiel en mode aan de academie van Den Haag, intussen toch al zes jaar.

Hoe omschrijft u uw eigen stijl ?

Mijn collecties zijn sterk multicultureel beïnvloed. Al vanaf het begin van mijn carrière doken er bijvoorbeeld poncho’s en djellaba’s op. Destijds was dat een reactie op racisme en onverdraagzaamheid, maar ik geloof nog altijd in het idee van vermenging : verschillende stijlen, los van alle trends. Al doe ik daarnaast soms nog commerciële opdrachten, en dat vind ik ook fascinerende processen.

De designers, elke dinsdag om 20.35 uur op Vtm.

Stefanie Van den Broeck