Mannenleed
Een zinnetje uit een lang artikel in het meinummer van het Amerikaanse GQ houdt me al een paar dagen bezig. “Een man te zijn in de jaren ’90 voelt heel onbehaaglijk.” Anthony Giardina, de auteur, verdiept zich vijf bladzijden lang in de fascinatie van de Amerikaanse mannen van dit moment voor het verschijnsel oorlog. Oorlogsfilms als Saving Private Ryan en The Thin Red Line en boeken over veteranen en oorlogservaringen zijn hits bij een generatie mannen die opgroeide in de jaren ’60 en waarvan velen bewust neen zegden tegen de Vietnamoorlog. Mannen van wie de vaders in de Tweede Wereldoorlog hadden gevochten. Die vaders spraken zelden over hun ervaringen. Maar wat ze verondersteld werden te hebben meegemaakt, werd via populaire oorlogsfilms tot ver in de jaren ’60 diep in het collectieve geheugen van hun zonen gegrift.
Die zonen, aan wie voorgehouden werd dat de vorige generaties helden waren, liepen mee in pacifistische betogingen. Ze hadden het moeilijk met hun vaders, die ook vaak nukkige, zwijgzame, autoritaire figuren waren. Ze werden, ook onder maatschappelijkde druk, “nieuwe” mannen. John Wayne, dé oorlogsheld van het witte doek, had afgedaan. De oorlogsinvalide Jon Voight uit Coming Home slaagde erin door te dringen tot de mysterieuze vrouwenwereld van Jane Fonda, die geen bevrediging vond bij haar viriele, strijdlustige echtgenoot.
Volgens Anthony Giardina weigerde zijn generatie nog langer te vechten, omdat ze de geheimen van de vrouwenvertrekken wilde ontdekken. Omdat ze bij die vrouwen een dieper geheim vermoedde, een kennis van het leven die mannen tot dan toe ontbrak. “De oorlogshelden werden geslachtofferd omdat ons de mogelijkheid werd geboden onze mannelijkheid te bouwen op een grotere ontvankelijkheid voor vrouwen”, schrijft hij.
Maar de oorlog is weer helemaal terug, gaat Giardina verder. Vermoedelijk schreef hij dit nog voor het uitbreken van de Kosovo-oorlog. “Omdat het zoeken naar die nieuwe mannelijkheid ons begint te vervelen. De vrouwenvertrekken blijken lang niet zo sensueel en zo eenvoudig als we aanvankelijk geloofden.” En de voortekens daarvan kondigden zich al aan in de jaren zeventig: als mannen geen oorlog meer voeren, gaan ze op zoek naar vervangende spelletjes. “Het begon met joggen en culmineerde in de Iron Man, die zelfpijnigende combinatie van zwemmen, fietsen en lopen, die alleen de sterksten onder ons kunnen verduren.” Rotsen beklimmen met blote handen en paramilitaire games als paintball blijken niets anders dan substituten voor een verloren gegaan heldendom. “Onze vaders, die als jonge jongens een echte oorlog hadden meegemaakt, voelden als volwassenen nooit die behoefte aan een faux war.”
Dé vraag in het artikel van Anthony Giardina is of de mannen van zijn generatie en die die daarna komen, wel mánnen zijn. Ze hebben immers niet hun moed, opofferingszin en seksuele kracht kunnen testen in extreme omstandigheden. Ze hebben de grenzen van het man-zijn niet afgetast. Niet gevochten hebben in een oorlog is volgens hem geen toegang hebben tot “een diep geheim dat niet met woorden kan worden overgedragen”.
Dat soort twijfels wordt duidelijk aangewakkerd door de verheerlijking van oorlogshelden in rauwe, quasi-realistische films à la Saving Private Ryan. Zelfs de Disney-studio’s spelen erop in met een ogenschijnlijk onschuldige prent als Mulan, volgens Giardina. Daarin wordt zelfs een meisje, via een oorlog waarin ze de plaats van haar zieke vader inneemt, doordrongen van de heldhaftige waarden van het mannendom.
Wij zijn geneigd te geloven dat verschillen tussen de geslachten onbelangrijk zijn geworden en zullen blijven in de nabije toekomst. Maar de twijfels zitten duidelijk veel dieper dan zo op het eerste gezicht blijkt. Misschien is het tijd om naast leergangen Vrouwenstudies aan onze universiteiten te overwegen of niet wat dieper moet worden ingegaan op de onzekerheid van mannen in onze maatschappij.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier