Mannen hebben het moeilijk
Ik heb me wel eens afgevraagd hoe het zou zijn om als man door het leven te gaan. Je toetst het ook soms met een andere vrouw : “Zou je…” Dan volgen meestal antwoorden in de stijl van : “Ja, ik zou wel eens willen weten hoe het is om een penis te hebben. Of hoe het zou zijn om niet zwanger te kunnen worden, niet te kunnen of moeten baren, niet te menstrueren.” Ik heb me in de afgelopen decennia vaker ingebeeld hoe het zou geweest zijn om te behoren tot dat deel van de mensheid dat in grote meerderheid beslist over hoe de maatschappij georganiseerd wordt, hoe bedrijven worden gerund. Dat andere perspectief zou van mij allicht een heel verschillend mens hebben gemaakt.
Vandaag is het niet eenvoudig om een man te zijn, denk ik de laatste tijd vaker. Is David Beckham een man ? Met zijn pareo’s, zonnebankbruin en diamanten oorbellen ? Een man van pure kracht en praktische intelligentie die zich tooit met frivole bonte veren, maar neergesabeld wordt door wraakzuchtige vrouwen, die net als hij zelf geld en seks het belangrijkste vinden in het leven ? Zijn de Saudische beulen, die trots poseren met hun onthoofde slachtoffers, mannen ? Bruut geweld dat niet wijkt voor de rede en zich niet laat vertederen door de smeekbede van vrouwen. Is Bill Clinton een man ? Clinton, die in een vuistdikke autobiografie naast zijn politieke exploten ook onverbloemd vertelt dat hij een gecomplexeerd dik jongetje was, en dat hij veel later als president, echtgenoot en vader faalde omdat diep in hem nog steeds dat miskende jongetje woont, dat hem zwak maakt. Was Yves Montand een man, de grote acteur-zanger en linkse activist die van zijn narcistische privé-leven met vrouwen en kinderen een boeltje maakte ?
Tot niet zo lang geleden veroverden mannen de wereld, exploreerden ze wildernissen. Ze maakten elkaar af in oorlogen en verbeten hun gevoelens en angsten. Zij waren de beschermers van vrouwen en kinderen en de kostverdieners. Er was maar één plek waar ze hun kwetsbaarheid konden tonen : in de armen van een vrouw.
Vrouwen komen meer en meer op al die mannelijke domeinen. Bovendien behouden ze de ultieme macht over het leven : zij blijven de kinderen baren, daarvoor hebben ze zelfs geen man meer nodig als ze dat niet echt willen. Uit de cellen van twee vrouwelijke muizen werd onlangs een jong ‘geboren’. Het aloude beeld van het ’tweeruggenbeest’, waarvan de ene helft letterlijk en symbolisch niet zonder de andere kan om te leven, wordt hapje voor hapje aangevreten. Hoe fel zouden vrouwen zich verweren als hun recht op baren zou worden bedreigd, zelfs of zeker de felste feministen ?
Nu vrouwen ook de mannelijke kant van het leven hebben veroverd, permitteren ze zich de luxe – in de ogen van veel mannen is dat een luxe – om zich af te vragen of ze of ze dat nu wel willen ? Of ze wel carrière willen maken, in carrièreland gaat het er immers hard aan toe. Of ze wel fulltime willen werken hun hele leven, want dat is moeilijk te combineren met kinderen opvoeden op jongere leeftijd en met genieten van het goede leven verder in de tijd. Bovendien verwachten ze ook nog van mannen dat ze hun ‘vrouwelijke’ kant ontwikkelen. De nieuwe man blijkt maar weinig keuze te hebben, als hij niet bereid is zijn vrouwelijke trekken te exploreren, riskeert hij bij het huisvuil te worden gezet.
Is het verbazingwekkend dat in het mannelijke kamp enige verbijstering optreedt ? Tussen de vurig bestreden, bikkelharde fallocraat en de geminachte, verwijfde wimp dreigt een heel scala oprechte en pure mannelijkheid van het bord te worden geveegd.
Net in een tijd waar de roep om ‘vaders’ zo groot is, is het misschien toch beter om iedereen te laten zijn wie hij is. Als we niet uitkijken, marcheren de kinderen van morgen achter rattenvangers die hun geven wat ze thuis ontberen. Dat waar vaders traditioneel voor staan : gezag, rechtlijnigheid, respect en waardering.
TESSA VERMEIREN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier