JANE HORROCKS Ze kan het imiteren niet laten
Als Bubble, de prettig gestoorde assistente in “Absolutely Fabulous” veroverde ze de tv-kijkers. Dat Jane Horrocks ook talent heeft voor serieus acteerwerk, zingen en imiteren toont ze in “Little Voice”.
In de jaren ’70, toen David Bowie en Marc Bolan nieuwe afzetgebieden creëerden voor mascara, oogschaduw en glittermake-up, kreeg een klein Engels meisje een kerstgeschenk dat haar verdere leven zou bepalen. Ongeduldig scheurde ze de verpakking open en haar gezichtje straalde toen ze de figuur op de platenhoes herkende. Het meisje kende alle liedjes van het album uit het hoofd en als er vriendinnetjes in de buurt waren, zongen die duchtig mee. Alleen, voor Jane Horrocks was meekwelen niet genoeg. Zij zong de solo’s, noot voor noot.
En welke plaat had zo’n invloed op dat meisje dat later de prettig gestoorde assistente werd in “Absolutely Fabulous”? David Bowie? Suzy Quatro? Led Zeppelin? Nee hoor! In huize Horrocks hoorde men niets anders dan Julie Andrews en de liedjes uit die beruchte, vervelende nonnenfilm. “Ik heb de plaat zo ongeveer grijs gedraaid”, zegt ze met een accent van Lancashire, zo zwaar, dat men haar ooit eens gevraagd heeft of ze wel Engels sprak.
Het duurde niet lang of ze imiteerde elke do, re, mi uit het solfège-en dictielesje van La Andrews. Van de mooie dictie had ze na een tijdje haar bekomst, maar het imiteren kon ze niet laten. Ze moest dus wel actrice worden.
“Absolutely Fabulous” en haar rol van Bubble, Edina’s grinnikende, stuntelige en opzichtig geklede assistente, maakten haar gezicht en stem meteen herkenbaar voor al wie een televisie in huis heeft. Maar ook het ernstige werk ligt haar, vaak in controversiële films, televisiedrama’s of toneelstukken. Zo speelt ze in “Life is Sweet” van Mike Leigh een marginale vrouw die aan boulemie lijdt.
De filmversie van haar toneelsucces, “The Rise and Fall of Little Voice”, zal haar talent voor ernstig acteerwerk, zingen en imiteren nu ook bekend maken bij een ruimer, vooral dan Amerikaans publiek. Het stuk werd speciaal voor haar geschreven door Jim Cartwright. Zij speelt de rol van een bedeesde jonge vrouw die meer fluistert dan praat, maar een ongelofelijk talent bezit voor het imiteren van beroemde zangeressen, zoals Judy Garland, Marilyn Monroe of Shirley Bassey. Jane Horrocks is inmiddels met “Little Voice” genomineerd voor een Golden Globe en lijkt een geduchte kandidate te worden voor een oscar.
Jane Horrocks is 34, maar ziet er nog steeds een tiener uit. Zo dun en breekbaar. In “Little Voice” kijkt ze als een hinde die meteen op de vlucht zou willen slaan. Maar in ons gesprek ontpopt ze zich als een taaie. Vlot en zakelijk beantwoordt ze alle vragen, zowel over haar carrière als over het gezinsleven dat ze aan het opbouwen is met schrijver Nick Vivian. Ze ontmoette hem drie jaar geleden, kort na de breuk met toneelregisseur Sam Mendes, met wie ze lang een relatie had gehad.
Jane vertelt hoe ze met het imiteren van Julie Andrews en andere beroemdheden begon om haar schoolmaatjes te amuseren. Ze groeide op in een hecht gezinnetje in een kleine industriestad, Rawtenstall. Haar vader was handelsvertegenwoordiger. Terwijl andere tieners The Sex Pistols en The Stranglers ontdekten, werd Horrocks een grote fan van Barbra Streisand. De remake van “A Star is Born” bracht haar op het idee om ook te gaan acteren. Haar familie steunde haar keuze. “Ik ging toneellessen volgen bij een stichting in Oldham, maakte daar ook mijn middelbare studies af en ging dan naar de Royal Academy of Dramatic Art. Misschien kon ik mijn accent een beetje proberen te verzachten, suggereerden ze daar. Ik begon alleszins anders te praten dan in Lancashire, gewoon omdat niemand me begreep.”
Grote verbazing en geen klein beetje jaloezie bij beschaafd sprekende medestudenten zoals Ralph Fiennes toen Horrocks recht van de Royal Academy bij de Royal Shakespeare Company belandde. Toch was zij daar achteraf niet zo gelukkig mee. “Ik werd gecast als een origineel en eigenzinnig type.” Ze trad op als doublure voor Audrey, het buitenmeisje in “As You Like It”. “Ze zouden nooit aan mij gedacht hebben als Juliet bijvoorbeeld. Daarom ging ik er ook weg omdat ik wist dat ze nooit al mijn mogelijkheden zouden uitbuiten.” De Royal Shakespeare Company maakte volgens haar van Shakespeare een saaie boel.
Dat kon niet gezegd worden van de experimentele productie van “Macbeth” waarin zij drie jaar geleden optrad. De mise-en-scène was heel modern, met draagbare telefoons en al. Na een voorstelling voelde ze zich altijd leeg, zegt ze. Figuurlijk, maar ook letterlijk. Ze moest namelijk op het podium plassen om Lady M’s toenemende waanzin te illustreren.
Horrocks imitaties waren zo goed dat een criticus dacht dat ze playbackte. Er braken mooie tijden aan. “Absolutely Fabulous” zorgde voor luchtige afwisseling en een ruim publiek. Jane vond Bubble heel gemakkelijk om spelen. Alles wat ze moest doen, was zo dwaas mogelijk proberen te zijn, maar ze is ervan overtuigd dat dit een grensverleggende rol was voor vrouwelijke comediennes.
Ze begon ook een langdurige relatie met de regisseur van “The Rise and Fall of Little Voice”, Sam Mendes, het cerebrale wonderkind van het Engelse theater. Het excentrieke koppel haalde geregeld de roddelpers en hij maakte van haar een onvergetelijke Sally Bowles in een reprise van “Cabaret”. Toen begon een en ander mis te lopen. Hun relatie liep stuk en Miramax overwoog om de verfilming van “The Rise and Fall of Little Voice” in Amerika te draaien met Gwyneth Paltrow in de hoofdrol naast Brad Pitt.
Gekke rollen heeft Jane al genoeg gespeeld, maar ze laat zich niet voor de gek houden – ooit kreeg een medespeler van haar een oorveeg omdat hij altijd te laat kwam. Miramax ging ze verbaal te lijf. Ze verweet hen een gebrek aan integriteit en voorspelde dat de film even banaal zou worden als “A Star is Born”. Aan Ewan McGregor heeft ze te danken dat Miramax bijdraaide. Het bedrijf was de Amerikaanse verdeler van “Trainspotting” en “Brassed Off”, en McGregor was de lieveling van studiobaas Harvey Weinstein. Hij wilde scheep gaan met Jane Horrocks en een Engelse mise-en-scène, als McGregor haar vriendje wilde spelen. McGregor had nog enkele gaatjes in zijn agenda in oktober en november 1997 en de film werd gedraaid in Scarborough.
“Iedereen moest zich schikken naar Ewan. Ik had net een kind gekregen en wilde dat jaar maar één job doen, voor mij paste dat dus perfect.” Voor de rol van de zwijgzame telefoontechnicus, die duiven houdt en zijn haar in een scheiding draagt, was McGregor eigenlijk niet het goede type. Jane had het al evenmin begrepen op de Schotse hartenbreker als op de Amerikaanse pin-up Brad Pitt. “Meestal speelt hij zo’n bonk of een sexy boy. We vroegen ons allemaal af hoe hij het zou klaarspelen om er heel gewoon en onopvallend uit te zien. Maar de combinatie van een zeer goede grimeur en zijn schitterend acteertalent deed het.” Ze stond ook verbaasd over de energie waarmee McGregor zich in het nachtleven en op zijn werk stortte.
Jane leerde haar nieuwe partner Nick Vivian kennen nadat hij een kort televisiespel voor haar had geschreven, “Dancing Queen”, waarin ze een stripdanseres had moeten spelen. “Maar ik had er niet veel zin in, niet omdat het stuk niet goed was, maar omdat ik voordien al gelijkaardige rollen had gedaan. Uiteindelijk heeft Helena Bonham Carter de rol gespeeld, wat veel interessanter was.”
Jane Horrocks zag het stuk dan wel niet zitten, maar de auteur vond ze wel geschikt en ze accepteerde een afspraakje. Het duurde niet lang of ze woonden samen. Anderhalf jaar geleden werd Dylan geboren en volgende maand krijgt hij er nog een broertje of zusje bij.
“Little Voice” ontlokt de Amerikaanse critici enkel lovende commentaren, ondanks het feit dat de film zich in Engeland afspeelt en dat Shirley Bassey tot het elitaire trio met Garland en Monroe behoort, hoewel ze lang niet van hetzelfde kaliber is. “Zij denkt van wel”, zegt Jane Horrocks. “Ze was een van de eersten die ik kon imiteren en Jim Cartwright zag haar ook wel zitten en hield van haar soort van theatraliteit.”
Wie in “Little Voice” niet voorkomt, is Julie Andrews, ondanks Janes jeugdige voorliefde voor deze zangeres. “Maar ik denk dat zij niet tragisch genoeg is. Al die anderen hebben dat wel over zich.”
Het succes van “Little Voice” in Amerika zal wel een stortvloed van aanbiedingen met zich meebrengen en Jane sluit werken in Hollywood niet uit. “Maar het moet een goed script, een goede rol en een goede regisseur zijn, want ik ben niet van plan iets te doen alleen omdat het geld opbrengt.” Ze heeft immers een onwaarschijnlijke bron van regelmatige inkomsten gevonden met de reclamespots voor Tesco. Daarin speelt ze de nuchtere, lankmoedige dochter van Prunella Scales, een excentrieke klante van een supermarkt die een forel terugbrengt “omdat hij er zo triest uitziet”. Die spots begonnen vier jaar geleden, worden beschouwd als de meest effectieve in hun soort en wonnen in 1997 de Marketing Society’s Grand Prix. Al meer dan een dozijn heeft ze er op haar actief. “Zij zijn mijn redding”, zegt ze. “Dat geld heeft me in staat gesteld te kiezen, en dat vind ik schitterend.” Topprioriteit is nu haar moederschap en ze vindt het nu al moeilijk een evenwicht te vinden tussen haar gezin en haar carrière. “Je geraakt niet van dat schuldgevoel af en het is verdomd lastig, want ik wil almaar minder werken en almaar meer thuisblijven.”
“Little Voice” komt op 3 februari in de bioscoop.
Brian Pendreigh
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier