GOED, BETER, VERPEST
Sommige zinnen haken zich vast in je lijf. Zo kwam op een dag ‘Beter is de vijand van goed’ in mijn hoofd wonen. Het aforisme intrigeerde me. Hoezo, iets ‘beter’ kan iets slechts zijn ? Dat ging helemaal in tegen alles wat ik ooit leerde. Worden we niet allemaal aangevuurd alles ‘better, faster, harder, stronger’ te doen ? En dan heb ik het niet eens alleen over wat anderen van me zouden verlangen. Er is niemand die zoveel van mij vraagt, als ikzelf. Ik vind vaak dat ik nergens goed in ben – behalve genadeloos streng zijn voor mezelf. Het is een apart talent, om prestaties kapot te analyseren, totdat ze niets meer betekenen. Relativeren is een dankbare methode om wat vreselijk is, draaglijk te maken. Of om dingen in perspectief te plaatsen. Dient het om het geluk en de luchtigheid des levens vacuĆ¼m te zuigen, is het iets minder geweldig. Gelijk welke prestatie neem ik meedogenloos onder de loep, op zoek naar onvolmaaktheden en verbeterpunten. En heb ik Ć©cht een zeldzame keer niets aan te merken, dan verzinkt de overwinning in het niets bij alle andere dingen in mijn leven, die ik wĆ©l verknal. Rest er dan toch nog een greintje tevredenheid ? Dan kan ik altijd nog deze uit de kast halen : hoe goed ik iets ook doe, er is altijd wel iemand anders die nog beter is. Die is bovendien waarschijnlijk veel jonger, deed het moeitelozer, of heeft niet alleen x maar ook y…
Ik kan niet winnen. Er zijn te weinig uren in een dag om alles te realiseren wat gehaald moet worden en te weinig jaren in een mensenbestaan. Het leven blijkt eerder een oefening in inherente mislukking aanvaarden, dan in glorieus de takenlijst van het leven afvinken. Je kan niet alles, zo maakt de tijd me grijnzend duidelijk. En kiezen is wel degelijk verliezen. Een avond de beste vriendin van de wereld proberen te zijn, sluit uit dat ik de lekkerste taart bak of het strakker lijf poog te krijgen. Al fluistert een klein stemmetje dat ik dan maar buikspieroefeningen moet doen voor de geurige oven, terwijl ik wijze en attente raad en een zakdoek bied aan mijn vriendin-in-nood. Al is het zelfs mijn perfectionistische zelf niet geheel duidelijk hoe ik dat moet combineren met pakweg interessante lezingen bezoeken, onvergetelijke teksten schrijven en op een podium legendarische grappen maken. Ik voel me dus altijd gefaald. Ik hou zoveel ballen op, dat ik met lege handen sta.
Nee, het is nooit goed, want het kan altijd beter. De lat ligt zo hoog, dat ik er nooit over kan raken. Misschien moet ik maar leren limbodansen. Lachend op mijn gezicht gaan, en steeds terug rechtkrabbelen. Mijn voornemen is even eenvoudig als moeilijk : niet uitsluitend kijken wat beter kan, maar ook naar wat al goed is. Mezelf uitdagen om maar in Ć©Ć©n ding altijd beter te willen worden : mezelf zijn. En dan bedoel ik niet die homo universalis die ik mezelf voorspiegel. Het goede doen, en mijn best, zonder de terreur van ‘beter’. Ik hoef niet de knapste, de leukste, de slimste, de grappigste, de aantrekkelijkste of de beste te zijn. Vanaf vandaag wil ik alleen genoeg zijn.
katrijn.van.bouwel@knack.be
KATRIJN VAN BOUWEL
Ik voel me altijd gefaald. Ik hou zoveel ballen op, dat ik met lege handen sta
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier