Geluk is nog steeds gewoon
U moet eens de gelukstest van Mark Elchardus en Wendy Smits op www.knack.be invullen. Als u een score tussen 137 en 182 haalt, bent u bij de 20 procent gelukkigste Belgen. Ik scoorde slechts 128 en mag mezelf dus rekenen tot de 20 procent die ‘eerder gelukkig’ is. Ik voel me bevoorrecht, want zestig Belgen op de honderd zijn blijkbaar ongelukkiger dan ik.
Indien ik gezonder zou leven, mij minder bezighield met mijn financiële toestand na pensioenleeftijd – de lotto winnen zou helpen – en een (nog) drukker sociaal leven zou leiden, dan kan ik één categorie opklimmen. Het leven zou dan bijna volmaakt kunnen zijn.
Bijgevolg zou het alleen maar slechter kunnen worden, denk ik dan. Misschien is het dan toch wel beter niet helemaal perfect gelukkig te zijn, zo blijft er altijd nog iets om naar te streven. Als ik minder of niet meer werk over een paar jaar, en dus meer tijd in familie en vrienden kan investeren, meer ruimte maak om te bewegen, dan komt het volmaakte geluk al dichterbij. Zo kan ik afleiden uit mijn testresultaten. Op voorwaarde dat ik mij dan weer niet laat opjutten door de talrijke keuzes die afkomen op een mens met veel tijd en een beetje geld.
Wat maakt een mens gelukkig ? Geld, een voldoende inkomen, jazeker. Een stabiel leven met een partner, veel vrienden, een eigen woning in een warmhartige buurt, kennis en gezondheid.
Het geluk ligt dus niet in een klein hoekje en het zit ook niet in een klein koekje. Het is een evenwichtige mix van een aantal factoren die een mens voor zichzelf, en voor de anderen, bewust en zelfs zeer rationeel kan na- streven.
Het meeste ongeluk is nog altijd te wijten aan eenzaamheid, volgens Elchardus en Smits. Alleen vallen door een echtscheiding of door de dood van een partner is een ‘ongeluk’ volgens hen. Maar het is het best om weer actief op zoek te gaan naar iemand anders. En het is nog beter zich op voorhand te wapenen tegen zo’n malheur. Een tortelduifje in een gouden kooi kan alleen maar ongelukkig worden als de andere tortel besluit voorgoed uit te vliegen. Een gestoffeerd sociaal leven biedt een mooi vangnet bij problemen of een breuk.
De karikaturale Bridget Jonesverhalen zijn waarschijnlijk dichter bij de realiteit van het alleen leven dan de mythe van de happy single, die graag en breed wordt uitgesmeerd in bladen en televisiereeksen. Die glamourverhalen passen immers perfect in onze ‘gelakte’ maatschappij. Shiny, happy people eens ze op de stoep staan, maar even vaak binnenshuis eenzame vrouwen en nog meer mannen, die zichzelf wat verwaarlozen en hun eenzaamheid proberen te compenseren door uren op het internet of aan de gsm. Dat is vaak de realiteit van de vrolijke vrijgezellen eens boven de 35. Het gesukkel van de ene passie in de andere. De rollercoaster tussen de pieken en de dalen van de liefde wordt gemakkelijk verward met geluk.
De vraag “wanneer was je het gelukkigst” wordt veel gesteld. Alsof je geluk in een momentopname zou kunnen vatten. Dat is wel wat we verwachten van een gelukkig leven wanneer we jong zijn : de roes, het feest. Maar het leven in de trage brede stroom die veel draagt en meevoert, blijkt uiteindelijk veel meer kwaliteit te bieden en dus gelukkiger te zijn.
De bindingsangst is groot. Een jonge notaris vertelde me onlangs dat ze de grootste moeite heeft om stellen die samen kinderen hebben en ten slotte een huis willen kopen, ervan te overtuigen dat ze beter trouwen omdat hen dat veel materieel voordeel oplevert. Trouwen is het allerlaatste wat ze zouden doen. Het ultieme commitment wordt duidelijk niet meer door iedereen gezien als iets romantisch of als iets wat het leven simpeler maakt. Men komt er niet aan toe uit angst voor de banaliteit. Men wil zo graag iets bijzonders. Maar après tout is geluk nog steeds heel gewoon.
Mark Elchardus & Wendy Smits, Het grootste geluk, Lannoo Campus, ISBN 978 90 209 71156
Reacties : tessa.vermeiren@knack.be
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier