De productie van een vierzitter coupé-cabrio is een ingewikkelde oefening, maar dat heeft Peugeot niet weerhouden de handschoen op te nemen. Om het vaste dak in de koffer te laten terugplooien werd de oppervlakte ervan beperkt door een zeer schuine voorruit te monteren, die ook voor extra veiligheid zorgt bij een onwaarschijnlijke koprol. Terzelfder tijd moest bij een gelijke wielbasis ook de overhang achteraan worden verlengd en werden de inzittenden iets lager geplaatst. Het eindresultaat is een elegant silhouet met een iets zwaardere achterpartij. Bij het instappen zit die terugwijkende voorruit wel een beetje in de weg. Ook de zitplaatsen achterin zijn met gesloten dak niet echt voor volwassenen bedoeld.
De hele oefening zorgt letterlijk voor extra belasting : een cabrio vergt veel versteviging om zijn rigiditeit te behouden, een coupé-cabrio heeft daarnaast nog behoefte aan een extra mechanisme en steunen om het dak en de achterruit in de koffer op zijn plaats te houden. Beide ingrepen resulteren in 200 kg extra gewicht, vergeleken met de tweevolume versie, en dat weegt letterlijk op de prestaties. Op papier lijkt de tweeliter benzinemotor met 138 pk goed toegerust, maar dat extra gewicht en een viertrapsautomaat snijden de Peugeot de adem af. Wie de S-knop op de middenconsole indrukt, laat de wagen hoger in de toeren klimmen alvorens te schakelen, maar dat volstaat niet echt. Laat ons zeggen dat de wagen op zijn best is om te cruisen.
Over de wegligging en de ophanging hebben we geen klachten, ook het interieur is verzorgd en de afwerking prima. Een sober zwart geheel met ingelegde aluminium onderdelen en witte wijzerplaten, waarover de meningen verschillen. Het dakmechanisme kan rijdend tot 10 km/uur worden opgeplooid, een operatie die zo’n 25 seconden duurt en behoorlijk spectaculair oogt. In cabrio-stand valt het voordeel van de lange voorruit dan weer op : de rijder zit goed beschermd tegen wervelingen. Het koffervolume is in die configuratie ook van de oorspronkelijke 350 liter tot 204 liter gekrompen. Bij de vergelijkbare Renault Mégane is dat respectievelijk 490 (!) en 190 liter en daar bestaat een eenvoudige verklaring voor : de Peugeot krijgt een heus reservewiel mee.
Standaard zit er op de 307 CC een elektronische airco, een 12-voltaansluiting in de koffer en een gekoeld handschoenenvak, maar sterker nog is de veiligheidsuitrusting. Naast ABS met remkrachtverdeler, actieve rolbeugels en ESP zijn er frontale en laterale airbags, zodat de Peugeot bij de fameuze NCAP-tests liefst vier sterren haalde. Waardoor 25.730 euro een redelijke prijs wordt.
Pierre Darge
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
