EEN JAAR
Toen ik de mail een zesde keer herlezen had – en er zeker van was dat ik de boodschap niet verkeerd begrepen had – keek ik naar de datum van vandaag. Snel rekende ik terug. Ik kon me deze periode een jaar geleden prima voor de geest halen. Acht maanden ervoor had ik mijn job opgezegd, in de overtuiging dat ik mijn dromen moest proberen waar te maken. Ik zou mezelf vier seizoenen de tijd geven om zoveel mogelijk uit te proberen. Kon ik het in mijn eentje redden, zonder baas, met enkel mijn pen, podium en passie ?
De tijd tikte voorbij en het einde van de experimenteerperiode kwam in zicht. Weifelend keek ik naar het bestand op mijn computer. Zou ik… ? In het mapje stonden 12.500 woorden. Ik had ze daarin gepend terwijl ik aan zee logeerde. Gek genoeg lukte het me niet te schrijven als ik gewoon thuis zat. Dan was het alsof mijn alledaagse leven me uitlachte, spottend een arm om mijn schouder sloeg en me van hoogmoed beschuldigde. “Wat dacht ik dan, dat ik dat zou kunnen ? Zovelen gingen je voor, en die hadden tenminste talent en doorzettingsvermogen. Kijk eens rond je, denk je nu echt dat het je zou lukken ? Dwaas meisje.”
Die gevorkte tong was ik ontvlucht, naar zee. De zilte lucht vulde mijn hoofd en hart, en langzaam vulde ik de bladzijden met mijn eigen wereld.
En zo bevond ik me dus een jaar geleden twijfelend achter die computer. Zou ik mijn tekst opsturen naar enkele uitgeverijen ? Gewoon om te weten of het Ć¼berhaupt zin had om verder te schrijven. Maar wat als het allemaal nergens op uitdraaide ? Dat die lang gekoesterde kinderdroom, die ik al had van voor ik kon schrijven, kapot-spatte ? Wat moest ik dan aanvangen met mijn leven, als mijn meest geheime plan B niet zou doorgaan ? Ik begon aan evenveel mails als ik er naar de prullenmand verbande. Doen, of niet ? Plots botste ik – haast letterlijk – op een papiertje dat ik ooit had uitgescheurd en op een muur geprikt had. “What if I fall ? – But my darling, what if you fly ?” Ik begon te durven.
Een jaar geleden zou ik enkele dagen later dan toch die mail versturen. Ik wist toen nog niet dat er meteen warme antwoorden zouden volgen, en dat ik een contract zou tekenen. Aan dat onzekere meisje dacht ik, een jaar later, na het lezen van die mail. Het stond er echt. Dat er een tweede druk zou komen van De muze en het meisje. Er is zoveel veranderd het voorbije jaar. Maar het meeste is nog het besef, dat zich ondertussen al in zoveel andere beslissingen manifesteerde : dat je beter springt. Ook al bestaat dan het risico dat het allemaal mislukt. Maar wat is zwaarder ? Een vol hart vol onvervulde dromen of lege handen ? Ik kijk tegenwoordig liever naar mijn lege handen – want die kan ik vullen met nieuwe plannen, die me misschien veel gelukkiger maken dan de ambities die ik dacht te moeten waarmaken. Gevallen ? Een kusje, een pleister en langzaam opnieuw beginnen dromen.
Maar wat ben ik gelukkig, dat ik mijn demonen overwon, en dat het lukte. Dat ik die kleine Katrijn kan toefluisteren : “Belofte ingelost. We hebben het gedaan.”
katrijn.van.bouwel@knack.be
KATRIJN VAN BOUWEL
De zilte lucht vulde mijn hoofd en hart, en langzaam vulde ik de bladzijden met mijn eigen wereld
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier