Een bang mannetje

Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Herman Brusselmans heeft dus precies wat hij wilde: heel Vlaanderen zal zijn jongste boek willen lezen. Zelfs, voor het eerst waarschijnlijk, ook een groot deel van Nederland. Ann Demeulemeester heeft bereikt wat ze wellicht niet wou: dat de branieschopper uit Gent een nog grotere marktwaarde krijgt, waardoor hij in de nabije toekomst tot vervelens toe zal worden opgevoerd in talkshows en spelletjesprogramma’s. Het zou me niet verbazen als een of andere tv-maker al zat te broeden op een wekelijks uurtje solotelevisie voor de “allergrootste der schimpscheutenleveranciers”.

Ondanks al het gebral over censuur beleeft Brusselmans een schrijversorgasme. Hoe slecht zijn volgende boek ook weer zal zijn, een hoge oplage is gegarandeerd. (Stuur die Antwerpse rechter maar een kratje champagne, meneer de uitgever.) Op nieuws en sensatie beluste professionele lectoren zullen de drukproeven lezen met het markertje in aanslag, op zoek naar namen die ze achteraf achteloos zullen bellen om een reactie. Goed voor een paar kolommen in de krant. Het Brusselmans-promotiecircus kan blijven draaien op dit soort incidenten.

Natuurlijk was het beter geweest dat dit lullige bralwerkje van een wat overjarige puber gewoon in de boekhandel was blijven staan en snel was afgevoerd naar de ramsj. De grondwet garandeert immers vrijheid van meningsuiting, dus ook aan dickheads als Brusselmans. Domheid en onbenul moeten niet worden gecensureerd maar geëxposeerd, dit om mythegroei tegen te gaan.

Toch heeft Ann Demeulemeester een punt, net als voor haar Lynn Wesenbeek en Monika van Paemel. Kristien Hemmerechts voerde op tv een flauw nummertje op, allicht in naam van de literaire collegialiteit. Zij kwam vertellen dat Brusselmans uitgerekend iemand is die veel van vrouwen houdt. Pardon, Kristien? “Grotesk” noemde ze het genre dat Brusselmans beoefent. Zij, als prof literatuur, kan het weten natuurlijk. En dat het allemaal fictie is. Zou wat Brusselmans in interviews vertelt ook fictie zijn? Onlangs las ik in een vraaggesprek met hem: “Dit is een echte vrouw, eentje die je kunt kneden zoals je ze wilt.” Dat is wat Brusselmans over vrouwen denkt.

Over zijn eigen vrouw en zijn moeder nooit een kwaad woord. De rest van de vrouwenwereld wordt beschreven en gekeurd zoals een hoerenloper dat zou doen in het glazen straatje. Brusselmans’ goed recht. Er zijn wel meer mannen opgezadeld met dat schisma madonna/hoer.

Eigenlijk legde Monika Triest in de recente discussie de vinger op de wonde. Ja, Brusselmans zet ook mannen voor schut. Maar alleen voor vrouwen reserveert hij zijn register van seksuele schunnigheden. Hij reduceert vrouwen tot wijfjes en keurt ze op hun geschiktheid om zijn opgefokte, in eigen gedachten tot immens uitgegroeide mannelijkheid te flatteren. Dat hij zich daarvoor van zijn alter ego Guggenheimer bedient, versluiert nauwelijks de frustraties van de schrijver met dat pokdalige gezicht, de kraaloogjes en de irritante, lijzige stem met zwaar Lokers accent. De man die zichzelf zo grappig vindt en waarvoor literaire pausen en pausinnen – met een enkele invloedrijke dwarsligger als uitzondering – graag een hoogmis opdragen.

Dus is het maar best dat iemand die totaal buiten dat milieu staat maar internationaal aanzien geniet voor haar sérieux – wat van Brusselmans niet kan worden gezegd – , zich verweert tegen een puberachtige puistenkop die de oedipale fase nog niet is ontgroeid.

De anticensuurheld is eigenlijk een mannetje met angst voor de vagina dentata. En geen vrouw hoeft te pikken dat hij met modder naar haar gooit.

Tessa Vermeiren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content