De siloloft
Een betonnen graansilo opentrekken om er een warme loft in onder te brengen is niet de evidentste optie voor een architect. Het resultaat in Lier : een intiem gedeelte voor de nacht en een transparante woonruimte voor overdag.
:: Meer informatie over Iso : 03 293 45 35 of www.in-search-of.be
Geef toe dat het begrip ‘siloloft’ leuk klinkt, al denk je daarbij niet meteen aan wooncomfort. Ooit een betonnen graansilo goed bekeken ? Het is een gesloten klomp vol betonijzer, een onding waarmee je weinig kunt aanvangen. Vroeger zou geen architect eraan gedacht hebben om daar een woning van te maken. En toch kan het. Interieurarchitecten Nadia Pelckmans en Machteld Raes, die in Antwerpen hun ontwerpstudio Iso leiden (dat staat voor In Search Of), realiseerden in een pakhuis van de Bloemmolenvan Hellemans in Lier een schitterende loft in een oude silo.
De naam van hun studio suggereert al dat ze niet de meest voor de hand liggende oplossingen zoeken. Dergelijke opdrachten vinden geboren zoekers uiteraard boeiend, over dit project werd dan ook hard nagedacht. “Toen we hier aankwamen, was het niets meer dan een ruwbouw. De woonruimte bestaat uit twee delen, een nieuwbouw en een deel in de oude silo die we met behulp van enorme slijpschijven hebben opengebroken”, legt Machteld Raes uit.
Het interieur is volledig geënt op de bestaande structuur. “We hebben alle nachtfuncties, zoals de dressing, de sauna, de twee badkamers en slaapkamers ondergebracht in het meer gesloten deel, de oude graanopslag. De dagfuncties, met zithoek, eetruimte en keuken vinden we in de nieuwbouw die ertegen aanleunt”, vult Nadia Pelckmans aan. Ze benadrukt dat het bewaren van de oude fabrieksstructuur een bewuste keuze is. Vooral in de slaapkamer en de instapdressing vallen de ruwe wanden en betonnen ribbenstructuur goed op. Dit accentueert het contrast met het nieuwbouwgedeelte dat gladder en strakker is opgevat. Het dag- en nachtdeel worden met elkaar verbonden door een centrale circulatieas, met een kastenwand die doorloopt over de twee verdiepingen. In die circulatieruimte vinden we ook een zwevende betonnen trap en een lange loopbrug.
Dwars op die verbindingsruimte staat er een wand, waarin zowel de haard als de televisie een plaats vinden. Alle technische onderdelen, van sauna, keukentoestellen, ventilatie tot de videofonie werden onopvallend geïntegreerd. Alle op maat gemaakte meubelen zijn perfect uitgelijnd, de vlakken sluiten naadloos op elkaar aan.
“We houden van maatwerk”, verklaart Nadia Pelckmans. “Zeker voor een opdracht zoals in deze oude structuur. Zo kunnen we de interieurarchitectuur in deze geaccidenteerde ruimte een grotere eenheid geven.” Daarom zijn ook de details van groot belang. “Alles staat los van de muur. Overal hebben we een accentvoeg gebruikt van drie bij drie centimeter, die ofwel in- of opliggend werd aangewend. Dat is een belangrijk grafisch accent”, stelt Machteld Raes. De voeg omlijnt elke wand en al het vaste meubilair. Nadia en Machteld ontwerpen sober, maar met warme materialen en kleuren. Ze houden van een hedendaagse luxe en verkiezen het gebruik van mooie materialen. Veel kasten zijn afgewerkt met Amerikaanse notelaar, het maatmeubilair is gelakt in greige (grijsbeige), voor de keuken werden grote platen bruingrijze Spaanse natuursteen gebruikt en op de vloer zien we een natuurkleurige polybeton.
Nadia en Machteld verzorgden de volledige inrichting, met inbegrip van het meubilair en het serviesgoed van Iittala. Behalve de Brno-stoelen aan de tafel en de Barcelona chair ( Knoll) zijn alle meubelen van Cappellini. Ook de kleuren van het meubilair en de wanden zijn perfect op elkaar afgestemd. Voor de wanden en de gelakte meubelen kozen de interieurarchitecten uit het palet van Le Corbusier.
Tekst Piet Swimberghe I Foto’s Jan Verlinde
“We houden van maatwerk. Het brengt een grotere eenheid in het interieurontwerp.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier