DE NAAKTE TAFEL
Knijp je neus dicht en je proeft nauwelijks het verschil tussen koffie en rode wijn. Of : luister naar zeegeluiden door je koptelefoon en je mosselen zullen beter smaken. Het zijn voorbeelden uit een kietelend nieuw boek, geschreven door Oxfordprofessor Charles Spence. Wat de professor psychologie in Gastrophysics met vele voorbeelden aantoont, is geen wereldschokkend nieuws. Het was al langer bekend dat we niet alleen met onze papillen eten en proeven, maar met alle zintuigen. Het gewicht van het bestek, de dikte van de glazen, de kleuren van het servies, het geluid van de verpakking van je zakje chips : alles speelt een rol. Ook het materiaal van het tafelblad, de stoel of het servet hebben een invloed op de eetervaring. En zo beland ik bij mijn stokpaardje : het tafellaken.
Ik hou niet van naakte tafels. Ik weet het : een ruige houten tafel past bij het brute interieur van rock-‘n-rollkoks en de wasserij is een zware kostenpost, maar mij maak je gelukkig met een reep linnen op tafel.
Lang geleden las ik een Engelse roman over vier vriendinnen die elkaar na vele jaren terug opzoeken, en een van hen zit in de gevangenis. Wat nemen de drie vrouwen mee op bezoek ? Taartjes en… een tafelkleed. Want met een tafelkleed brengen ze de beschaving binnen. Het is me altijd bijgebleven.
Zo zit er als ik op reis ga ook vaak een keukenhanddoek in mijn koffer. Bij voorkeur een die nog wat weerbarstig nieuw is, of minstens gesteven. Als het ontbijt op de kamer wordt gebracht, of als ik ’s avonds een broodje eet bij de televisie, doet die dienst als tafellaken. Het eet anders dan op een glazen blad. En tegen het einde van het verblijf wordt hij handdoek, om een glas of bestek mee af te drogen.
Maar kijk, ook ik durf te zondigen tegen mijn principes. Onlangs had ik het geluk te worden ontvoerd naar een heerlijke plek in Noord-Frankrijk, La Grenouillère. De chef, Alexandre Gauthier, wordt momenteel beschouwd als de beste van Frankrijk, na Ducasse. Hij nam het ouderlijke restaurant op het platteland van Nord-Pas de Calais over en zette zowel het gebouw als de keuken naar zijn hedendaagse hand. “Toen ik het hier overnam, werden de tafels nog gedekt met grote porseleinen borden met bloemetjes, en een rij bestekken voor elke gang”, legt hij uit. “Maar is het echt luxe om bij elke gang een nieuw mes te leggen ? Ik heb gekozen voor één mooi mes, dat je de hele maaltijd bij je houdt.” Hetzelfde deed hij met de geborduurde tafellakens. Ook die gingen de kast in, en in de plaats kwam een laagje fijn, bruin leer, strak gespannen over de ronde tafelbladen. “Na verloop van tijd krijgt het een patine, en je blijft de sporen zien van vorige maaltijden”, zegt de chef. Het zat gegoten als een sensuele handschoen en het klopte volledig met de aard van de keuken en het neolandelijke decor. Geen moment heb ik deze keer een gesteven tafellaken gemist.
Tekst Agnes Goyvaerts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier