BRIGHTON de ongekroonde koningin
Sinds George IV er 200 jaar geleden een heerlijke verboden romance beleefde, is Brighton Engelands meest geliefde badstad. Lovers, artiesten, levensgenieters en dagjesmensen worden er aangezogen door de mix van zeegeneugten en een stadsleven dat op volle toeren draait.
Sabine Lamiroy
R udyard Kipling, vader van Mowgli, nestelde zich in het schilderachtige gehucht Rottingdean. Sir Laurence Olivier huisde jaren langs het Seafront en koos baron of Brighton als adellijke titel. Lewis Carroll woonde en werkte er. Filmdiva Ida Lupino had er haar roots. Zij waren lang niet de enigen die zich lieten bekoren door deze plek. Wanneer je ’s morgens in alle vroegte of in het warme licht van de ondergaande zon langs het kilometerslange Seafront kuiert, onderga je net als die illustere voorgangers de charme van deze badstad : nostalgisch als een oude prentkaart en bruisend van leven tegelijk.
De zee, de vissers, het milde klimaat en het groengolvende hinterland de nu als landschap geklasseerde South Downs waren er natuurlijk van oudsher. Maar het eigenlijke succesverhaal van Brighton begint met een excentrieke koningszoon die, ver van het strenge oog van zijn vader, de bloemetjes wou buitenzetten. De Prince Regent, de toekomstige George IV, kwam in 1783 naar Brighton en zag dat het er goed was. Niet in het minst omdat zijn geliefde, de charmante weduwe Fitzherbert met wie hij stiekem maar illegaal trouwde, er huisde. De prins nam zijn intrek in een klein countryhouse dat hij later liet verbouwen tot een oogverblindend Indisch paleis met koepels en minaretten, en een fascinerende mix van authentieke en namaak-Chinese decors binnenin. Het was bedoeld als lusthof en de bacchanalen die er gehouden werden, waren legendarisch. Het Royal Pavilion, dat als een exotische noot midden in het huidige centrum ligt, is nog steeds dé blikvanger van Engelands meest mondaine badstad. Al wordt dit wonderlijke en prachtig gerestaureerde bouwwerk door de een opgehemeld als knap staaltje van architecturale extravagantie en door de ander verguisd als kitsch, het is absoluut een bezoek waard.
Maar Brighton biedt veel meer. In het spoor van George volgden namelijk heel wat edellieden. Ze lieten er in de typische regency-stijl elegante buitenverblijven optrekken in crescent-vorm, rond bebloemde terraces en squares. Deze goedbewaarde huizen, vaak met bow-windows en zuiltjes, bepalen nog grotendeels het stadsbeeld, vooral naar de kant van Hove toe, de aanpalende residentiële gemeente waarmee Brighton nu geassocieerd is. Om de vijf jaar moeten de gevels verplicht herschilderd worden in het typische regency-beige en die frisse make-up geeft de kustlijn een stijlvolle aanblik. Bij valavond zorgt de zachte weerkaatsing van het licht zelfs voor een bijna mediterrane sfeer.
Brighton is tot op vandaag een intens levende en modieuze kuststad. Ze is niet alleen uitgekozen als officieel congrescentrum remember de politieke top in 1984 waarbij Margaret Thatcher na een bomaanslag op het nippertje aan de dood ontsnapte , de stad telt ook 4 universiteiten en, na Londen, het grootste aantal eethuizen zo’n 400 ! Je kan er zowel terecht voor seafood als voor de exotische en de nieuwe wereldkeuken. In het weekend en vooral in het zomerseizoen is Brighton een geliefde pleisterplaats voor Londenaars, die minder dan een uur moeten sporen om hier te geraken.
Een van de grootste charmes van de badstad is het dubbele Seafront, afgeboord met statige, vaak eeuwenoude hotels (waaronder het 300 jaar oude Old Ship hotel). Je kan er zowel bovendijks als op strandniveau wandelen, fietsen of skaten. Het strand is bezet met ouderwets gestreepte cabines en ligstoelen, en in de vroegere vissersbarakken onder de dijk huizen nu bars, discotheken, winkeltjes, en zelfs een klein museumpje waar je met fotomateriaal en oude filmpjes een beeld krijgt van hoe het vroeger was.
Een attractie op zich vormt natuurlijk de enorme, overkoepelde Palace Pier : één groot pretpark midden in zee, dat tot in de vroege ochtend op volle toeren draait. Voor zijn oudere maar troosteloos vervallen tegenhanger, de Victoriaanse West Pier, die al meer dan 100 jaar de golven trotseert, zijn restauratieplannen in de maak.
Het oudste deel van Brighton wordt gevormd door The Lanes, een doolhof van middeleeuwse steegjes, nu volgestouwd met antique-shops, juwelen- en hoedenwinkels, designerboetieks, eethuizen en eeuwenoude pubs, elk met een kleurrijk verhaal. Zoals het aloude Druids Head, waarvan de kelder en onderaardse gangen dienst deden als smokkelroute, of The Black Lion, die rond 1550 door een Vlaamse brouwer zou zijn gebouwd, of de Victoriaanse pub The Cricketers, waar Graham Greene een geregelde gast was. Er is ook het met ceramiektegels bezette Pumphouse, dat eraan herinnert dat Brighton in de 18de eeuw een thalassotherapiecentrum avant la lettre was. Uiteraard kunnen in deze oude buurt de spookverhalen niet ontbreken, maar zelfs de rusteloze Grey Lady, die naar verluidt nog geregeld in de straatjes ronddwaalt, kan de stroom van shoppers, nieuwsgierigen en bon-vivants niet afschrikken. De meeste winkels zijn ook ’s zondags open, wat leuk meegenomen is voor de weekendtoerist.
Terwijl The Lanes gerenommeerd zijn om hun high-fashion-aanbod, heeft de vroegere volksbuurt The North Laine zich ontwikkeld tot een kleurrijk en hip bohemian quarter. Je kan er de meest vreemde spullen op de kop tikken, van vegetarische schoenen tot Indische gewaden en Afrikaanse drums. Leuk om weten is ook dat de allereerste Body Shop hier twintig jaar geleden zijn deuren opende.
Niet alleen Brighton zelf is boeiend. Ook de omgeving heeft heel wat te bieden. Aan weerszijden van de stad volgt een wandelpad nog mijlenver de kustlijn, zodat je er mooie uitstappen kan maken. Vooral de 4 km lange, in 1930 aangelegde cliff road die in oostelijke richting, voorbij de Brighton Marina (de grootste jachthaven van Engeland) naar Rottingdean voert, is een geliefde route voor zondagswandelaars die er in het charmante oude vissersplaatsje genieten van een afternoon-tea.
Draai je het binnenland in, dan vind je in de South Downs een schilderachtig, groenglooiend landschap, bezaaid met schapen en nauwelijks door de tijd beroerde dorpen. Zoals het lieflijke Alfriston met zijn 14de-eeuwse Clergy House, zijn vakwerkhuizen, zijn antiek- en ambachtswinkeltjes. Wil je één van de talloze bezienswaardigheden in de streek bezoeken, dan is de Michelham Priory, op een uurtje rijden van Brighton, zeker een aanrader. Het bijzonder fraai gerestaureerde Augustijnerklooster dateert van het begin van de 13de eeuw, en de extravagante site manager een real English countryman met strohoed, roodaangelopen gezicht en lange wilde baard zal je in geuren en kleuren de bewogen geschiedenis van het domein vertellen, tot en met het huidige liefdesleven van de zwanen die de slotgracht bevolken. Op het domein worden ook geregeld openluchtopera’s gehouden en zelfs Shakespeare-opvoeringen.
Niet te missen voor wie van Engelse tuinen houdt, zijn de prachtige Nymans Gardens, waarvan de basis meer dan 100 jaar geleden werd gelegd door de Duitse zakenman Ludwig Messel die zich in de Sussex Weald settelde. Vijf generaties lang verfraaide de familie het domein, tot het in de jaren ’50 aan de National Trust werd overgedragen en opengesteld werd voor het publiek. De eigenlijke tuin, omgeven door bossen en weiland zover men kan kijken, bestaat uit een reeks intimistische, kleinere gehelen met elk een eigen karakter, zoals de ronde Sunk Garden vol tulpen en vergeet-me-nietjes, de met Japanse lantaarns afgezette crocketlaan (een van de oudste van Engeland), en het ronduit schitterende rozenpark met meer dan 170 oude soorten.
The Royal Pavilion : een fascinerende, exotische noot midden in het centrum.
The North Laine ontpopte zich tot een hip bohemian quarter.
De prachtige Nymans Gardens werden meer dan honderd jaar geleden aangelegd.
The Lanes : een wirwar van chique winkels, eethuizen en pubs.
De vervallen West Pier : ooit een prestigieus oord van vermaak.
In de oude vissersbarakken onder de dijk huizen nu kleine shops, bars, discotheken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier