Bezigheidstherapie?
Ik zag op het nieuws de talrijke vrachtwagens met hulpgoederen die strop zitten aan de Albanese grens. Schrijnend was het beeld van de Britse trucker die de deur van zijn laadbak openzette om de rommel te tonen die daar uitpuilde. Wat is hiervan de zin, tenzij zelfbedrog van het westen dat zijn overschotten gebruikt om een rustige slaap af te kopen in de wervelstorm die woedt?
Hulporganisaties die niet meer weten waar ze heen moeten met 200.000 ton waspoeder, bergen onbruikbare kleding, 50.000 paar schoenen, lanceren noodkreten. Men durft het nu ook al luidop te zeggen: die goedbedoelde giften zijn meer een last dan een zegen. Het elan om te geven is groot, en het is moeilijk om neen te zeggen tegen al die goede bedoelingen.
Terwijl de Europese burger tevreden over zichzelf weer in zijn zetel zakt, worden voor de hulporganisaties gigantische problemen gecreëerd. Hoe krijgen ze dat allemaal gesorteerd? Veel wordt verkocht en de opbrengst wordt dan weer gebruikt voor wat écht nodig is ginder. De Help Kosovo-actie van VRT en VTM leverde een nooit eerder gezien bedrag op. Veel geld dat op een doeltreffende manier kan worden besteed aan de werkelijke noden van de ontheemden in Albanië en Macedonië. Voor één vrachtwagenrit alleen al is een bedrag nodig van 150.000 tot 300.000 frank.
Het blijft een machteloos gevecht tegen de uitzichtloze gevolgen van aan de ene kant het diepgeworteld misprijzen voor wat niet het “eigen volk” is, en aan de andere kant het arrogant, afstandelijk militair machtsvertoon. Over dat laatste wordt een menslievend kleedje gegooid. Onze soldaten gaan immers massaal naar de Balkan “om de vluchtelingen bij te staan”. Maar als de oorlog blijft duren, zullen de door onze genietroepen aangelegde wegen ook wel voor andere doelen van pas komen.
Wat vermag de terechte golf van medeleven van gewone burgers tegen het allesvermorzelende raderwerk van dergelijke moordende machine? Met veel cynisme zou je het kunnen bestempelen als bezigheidstherapie. Wie zeep ophaalt of stickers verkoopt, zal niet protesterend over straat lopen. Het kanaliseert onrust en onlustgevoelens. Burgemeesters smoren trouwens elk protest in een betogingsverbod.
Het is decadent de bedragen te vergelijken die uitgetrokken worden voor de militaire operaties met wat aan humanitaire hulp wordt geboden. Het korte bericht dat de viering van 50 jaar Navo voor 80 procent gesponsord werd door vier grote wapenfabrikanten, was gewoon obsceen. Nog obscener is het bedrag dat door de Verenigde Staten voorzien wordt voor de heropbouw van wat nu verwoest wordt: 95 miljoen dollar, tegen bijna 150 miljard dollar, de kostprijs van de militaire operatie.
Het gros van de vluchtelingen daar op de Balkan is eenvoudig boerenvolk dat met weinig kan leven. Dat zelf zijn broek van zijn gat zou geven voor een ongenode gast. Maar dat geeft de regeringen van de rest van de wereld niet het recht om de getroffen bevolking aan beide zijden straks, als deze catastrofe liefst zo snel mogelijk voorbij is, met een aalmoes te vernederen.
Eer is een sleutelwoord in Balkanlanden. Hoe gruwelijk moet het zijn voor een vrouw om aan een soldaat te vragen waar en wanneer ze zich eindelijk zal kunnen wassen? Om op je oude dag te sterven in een kruiwagen in de modder? Om elke nacht bang in een schuilkelder te moeten kruipen, zonder enige intimiteit en privacy?
Mevrouw Clinton blijkt niet zo’n last te hebben van al dit soort vragen. Precies op het moment dat Navo-leiders in Washington zich beraadden over verdere actie in Joegoslavië, lanceerde haar kantoor het bericht dat Hillary haar derde boek gaat schrijven. In An Invitation to the White House zal ze eens uit de doeken doen hoe zij en Bill gasten ontvangen. De opbrengsten gaan naar een liefdadig werk. Naar de slachtoffers van de gruwelen in Kosovo en Servië misschien? Bad timing, mevrouw Clinton.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier