Zeven karaktervolle trekpleisters in Bretagne
Bretagne is een schiereiland met een eigen karakter, waar de kustlijn nog lang en ongerept is. Natuurliefhebbers kijken hun ogen uit op de roze kliffen, strandgangers genieten van het smaragdgroene zeewater en romantici nemen de afslag naar een kasteeltje. Maak je klaar voor een opwindende roadtrip, waar de zee nooit veraf is.
Mont Saint-Michel
De Mont Saint-Michel is de derde grootste toeristische trekpleister van Frankrijk, na de Eiffeltoren en Versailles. Dit kleine, rotsachtige eiland trekt jaarlijks 3,5 miljoen mensen letterlijk de zee in. Bij vloed komt het water rond het eiland vliegensvlug opzetten, volgens de legende ‘even snel als een galopperend paard’. De baai van de Mont Saint-Michel ligt nog net in Normandië, vlak bij de noordelijke toegang tot Bretagne. Op het granieten massief van het eiland staat een middeleeuwse abdij. De 13de eeuwse architectuur is zo indrukwekkend, dat de abdij ook wel het Westerse Wonder wordt genoemd. Onnodig te zeggen dat de site is uitgeroepen tot UNESCO-werelderfgoed.
Saint-Malo
Saint-Malo was lang geleden de thuishaven van Bretoense zeerovers. Het beruchte kapersnest kreeg vaak te maken met aanvallen vanuit de zee en daarom werd er een versterkte omwalling van 1,8 kilometer rond gebouwd. Deze muren staan er nog altijd en je kan er vandaag rustig over kuieren, zonder een verdwaalde kanonskogel op te vangen. Hier kijk je in breedbeeld uit over de mooie oude stad, maar draai ook eens je hoofd om. Het zeewater aan Saint-Malo heeft namelijk een bijzondere blauw-groene kleur, net zoals een smaragd.
Dinard
‘Nice van het Noorden’, zo wordt Dinard ook wel genoemd. Deze mondaine badplaats contrasteert sterk met het granieten Saint-Malo aan de overkant van de rivier de Rance. De Engelse artistocraten waren gek op deze stad, vandaar dat je hier nog op sierlijke villa’s in Engelse stijl botst. Heel wat van deze monumentale villa’s zijn tegenwoordig geklasseerd. Dinard beleefde zijn hoogdagen tijdens de belle époque en ademt nog steeds de sfeer van eind 19de eeuw uit. Daar zitten de blauw-wit gestreepte tentjes op het strand vast voor iets tussen.
Combourg
De wieg van de romantiek: als dat geen mooie bijnaam is voor een Bretoens stadje aan de rand van een meer. Combourg blijft voorgoed verbonden met de beroemdste Franse romanticus Châteaubriand. Deze dichter en romanschrijver woonde tijdens zijn jeugd een tijdje in het middeleeuwse kasteel van Combourg, aan het Laq Tranquille (het rustige meer). Geen betere plek in Bretagne om van de stilte te genieten.
Kanaal Ille-et-Rance
Een boot die een hoogteverschil van 27 meter moet overbruggen: in Bretagne kan het. Op het Kanaal Ille-et-Rance hebben ze een technisch hoogstandje bedacht om de boten te laten doorvaren. Het gaat om een serie van elf sluizen op een traject van iets meer dan twee kilometer. Bij Hédé-Bazouges heb je een mooi uitzicht op deze sluizen. Het is erg bijzonder om naar een konvooi van schepen te kijken dat langs deze ‘scheepstrap’ passeert. Even later spring je zelf de fiets op langs de aangelegde fietspaden langs het kanaal. Je rijdt langs lieflijke dorpjes en passeert bruggen vol bloemen.
Dol-de-Bretagne
Een kathedraal is vaak de belangrijkste bezienswaardigheid in een stad. Ook Dol-de-Bretagne kan uitpakken met een puik exemplaar: Saint-Samson, een kathedraal met twee gezichten. De noordzijde is zeer sober gehouden, terwijl de zuidkant er overdadig en gedecoreerd uitziet. Krijg je niet genoeg van kathedralen, dan heeft Dol-de-Bretagne een extra troef: de Cathédraloscope. In dit museum kom je via tekeningen en maquettes te weten hoe men vroeger kathedralen bouwde. Na een bezoek aan Dol-de-Bretagne heeft de religieuze architectuur geen geheimen meer voor jou.
Cap Fréhel
Cap Fréhel is een landtong aan de beroemde Smaragdkust (Côte d’Emeraude). Op zo’n zeventig meter boven de zeespiegel vergaap je jezelf aan een van de mooiste uitzichten van Bretagne. Overal zitten grote kolonies vogels te broeden op de kliffen van roze zandsteen – een deel van hen bouwt hun nesten zelfs ín de kliffen. Sommige rotsblokken hebben grillige vormen, wat bijnamen oplevert zoals ‘De hoed van keizer Napoleon’ en de ‘Varkenskop’. De twee vuurtorens maken het idyllische plaatje af.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier