Art de vivre: het wonderlijke appartement van een kunstenaarskoppel

De woonkamer kijkt vanaf de 14de verdieping uit over de Gentse skyline. © MARTHE HOET
Amélie Rombauts
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

Neem een stel kunstenaars. Gun ze alle vrijheid in een woning, laat hun creativiteit een paar maanden borrelen en bruisen, en je hebt geen interieur maar een installatie. Zo leven Matthieu Ronsse en Louise Delanghe. ‘Op een bepaald moment is je werk volbracht, dan is het weer tijd om te verhuizen.’

Zelden zag ik een interieur dat spontaan zo’n glimlach op mijn gezicht toverde als dit appartement. Verwondering en bewondering duiken geregeld op, gezonde jaloezie ook, dat geef ik toe. Maar de onbezorgdheid, de vrijheid en het plezier die bij het kunstenaarskoppel Matthieu Ronsse en Louise Delanghe van de muren spatten, gingen meteen naar mijn hart.

De rode sneaker van Ann Demeulemeester, ooit een miskoop, niette Ronsse gewoon aan de muur vast.
De rode sneaker van Ann Demeulemeester, ooit een miskoop, niette Ronsse gewoon aan de muur vast.© MARTHE HOET

Helaas kan ik er al niet meer naartoe. Daarvoor is het paar te nomadisch ingesteld. De afgelopen twee jaar woonden ze in Berlijn en op allerlei plaatsen in Oost-Vlaanderen. In appartementen, soms niet groter dan een luciferdoos, een modernistische villa, een boot, schuur of halve ruïne. ‘Ik heb altijd graag in situ gewerkt en op ruilbasis’, zo verklaart Matthieu Ronsse het vele verhuizen. ‘Verzamelaars die interesse tonen in mijn werk kunnen op die manier een specifiek werk bemachtigen, terwijl ik me volledig op mijn creatieproces kan focussen. Zo doen we allebei iets waarin we goed zijn’, glimlacht hij. Zijn tactiek leidde hem intussen naar de meest uiteenlopende plaatsen.

De Poul Kjearholm-stoel kocht Ronsse ooit van collectioneur Christian Mys. Intussen zijn de stoel en de drang naar design verdwenen: 'We spenderen ons budget vandaag liever aan kunst dan aan meubelen met renommee.'
De Poul Kjearholm-stoel kocht Ronsse ooit van collectioneur Christian Mys. Intussen zijn de stoel en de drang naar design verdwenen: ‘We spenderen ons budget vandaag liever aan kunst dan aan meubelen met renommee.’© MARTHE HOET

Doorgezaagde sofa

Een appartement, veertien hoog, in een van de woontorens aan het Gentse Spinmolenplein, bijvoorbeeld. Naast het Groenevalleipark, met zicht op de gevangenismuren van de Nieuwewandeling. ‘Het maakte deel uit van de vastgoedportefeuille van een makelaar. De bejaarde bewoonster was net overleden. We mochten de gemeubileerde plek een paar maanden bewonen in ruil voor een aantal kunstwerken.’ Omdat ze geen blijf wisten met de meubelen, werden die in één kamer opgestapeld tot aan het plafond. Met uitzondering van een antieke wandklok. ‘Die stoorde me zo erg dat ik ‘m omdraaide. Hij kreeg plots een symbolische betekenis, alsof de tijd gestraft werd.’ Een witte leren sofa werd doormidden gezaagd, gordijnen en lampen werden deel van hun creatieproces. Al viel dat niet altijd binnen het verwachtingspatroon van de eigenaars. ‘Uiteraard is dat niet met kwade bedoelingen. Soms maak je keuzes die essentieel zijn om een situatie leefbaar te houden. Je zit dan in een bepaalde creatieroes. Dan kan er weleens iets sneuvelen. De meubelen voelden belegen aan, we maakten ze weer fleurig en levenslustig.’

De rode tafel van Christophe Gevers, die drieëndertig jaar lang aan La Cambre doceerde, blijft het koppel volgen waar ze ook wonen. Het is dan ook meer een sculptuur dan een tafel, vindt Ronsse. De Pastoe-stoelen heeft Louise Delanghe zelf gerestaureerd.
De rode tafel van Christophe Gevers, die drieëndertig jaar lang aan La Cambre doceerde, blijft het koppel volgen waar ze ook wonen. Het is dan ook meer een sculptuur dan een tafel, vindt Ronsse. De Pastoe-stoelen heeft Louise Delanghe zelf gerestaureerd.© MARTHE HOET

Beschouwen ze hun interieur dan als een installatie? ‘Eigenlijk wel’, antwoorden ze in koor. ‘Al was er geen vooropgesteld concept,’ gaat Louise verder, ‘je leeft met elkaar als persoon, maar ook met elkaars werk. De ene keer voegt Matthieu iets toe, de andere keer doe ik dat. Zet twee kunstenaars samen in een appartement en dan merk je dat er toch een bepaalde compositie ontstaat.’

Het interieur draait dan ook, op een paar meubelstukken van Poul Kjærholm, Pastoe, Cees Braakman en Christophe Gevers na, volledig om kunst. Voornamelijk eigen werk, maar ook van Karel Thienpont, Simon Lynen, Dieter Durinck en andere vrienden van wie ze het werk bewonderen. ‘Een woning kan een bepaalde structuur en aankleding hebben, maar uiteindelijk is het datgene wat je genoeg koestert om aan de muren te hangen dat je thuis maakt. De context kan veranderen, maar de kunstwerken zijn essentieel’, vertelt Louise. ‘Het maakt me daarom ook echt niet uit waar ik woon. Ik kom net zo goed tot rust in een aftandse schuur onder een pastel fleecedeken waarop een buldog prijkt, als in een villa met dure designmeubelen.’

De jasjes zijn gemaakt van het vilt van de goktafel van het Casino van Middelkerke, die ze samen met andere interieurrestanten hebben opgekocht. Ook het ronde blauw-rode tapijt komt uit de goktempel.
De jasjes zijn gemaakt van het vilt van de goktafel van het Casino van Middelkerke, die ze samen met andere interieurrestanten hebben opgekocht. Ook het ronde blauw-rode tapijt komt uit de goktempel.© MARTHE HOET

Sneaker aan de wand

Enkele maanden later slaat de onrust opnieuw toe en krijgt het koppel zin om nieuwe horizonten te verkennen. ‘Het werkt inspirerend om zo vaak te verhuizen. Het haalt je uit je comfortzone. Je wordt als het ware verplicht om telkens weer een staat van jezelf op te maken. Net zoals je vol ideeën voor een leeg doek of blad staat’, vindt Matthieu. Voor Louise voelt ieder nieuw begin als een emotionele reiniging. ‘Op een bepaald moment is je werk gewoon volbracht, en dan is het tijd om te bewegen. Ik heb dan ook geen probleem om alles in te pakken en weg te wezen.’ Al is ‘alles’ voor interpretatie vatbaar. De rode sneaker van Ann Demeulemeester, die Matthieu als miskoop ooit aan de muur vastniette, bleef gewoon hangen in het appartement. De tweede liet hij achter in de kast. Een verrassende vondst voor de volgende bewoners, die wellicht nooit van enige kunstinstallatie in hun appartement zullen gehoord hebben. Daar, op de veertiende verdieping van een woontoren met zicht op een gevangenis.

Matthieu Ronsse

  • Geboren in 1981 in Kortrijk.
  • Studeert als beeldend kunstenaar af aan Sint-Lucas in 2003.
  • Wordt als iconoclast omschreven, maar vindt zelf zijn werk niet in die mate destructief. ‘Ik ga in tegen de klassieke kunsten, maar maak ze niet kapot.’
  • Zijn werk wordt internationaal vertegenwoordigd door Almine Rech in Brussel en Parijs.
  • In juni verschijnt A Procession of Lobsters bij uitgeverij Ludion, een overzicht van zijn in-situwerk tot op heden, waaronder een fresco voor verzamelaar Christian Mys in Ronse.
  • alminerech.com

Louise Delanghe

  • Geboren in 1994 in Veurne.
  • Studeert af in 2017 aan het Gentse KASK als grafisch ontwerpster, maar vindt meer uitdaging in werken met olieverf. Haar grafische achtergrond twist met de ongebreidelde vrijheidsbeleving van de schilderkunst.
  • Tenzij de coronamatregelen verlengd worden, neemt ze van 1 mei tot 5 juli samen met Matthieu Ronsse deel aan PASS2020, een kunstparcours in de idyllische dorpen Mullem, Huise, Wannegem en Lede, gecureerd door Kris Martin en Jan Hoet Jr.
  • pass2020.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content