Viva La Frida: op zoek naar de ziel van Kahlo
Lang raakten veilinghuizen haar doeken aan de straatstenen niet kwijt, maar vandaag overspoelt Fridamania de wereld. Het Victoria and Albert Museum in Londen eert la Kahlo dit jaar met een tentoonstelling van haar persoonlijke spullen. Wie was deze eigenzinnige en kleurrijke schilderes, die in 1954 overleed? Wij zochten het antwoord in het geboorteland van ‘de wandelende bloem’.
Ik zit aan het aanrecht van La Cocina de Frida, een eetstalletje diep verstopt in een immense, overdekte markt van het Mexicaanse stadje Ocotlán in de staat Oaxaca. Voor me staat een bord kip gedrenkt in mole coloradito, de pittige rode saus van deze streek. Achter mijn rug proberen een zanger en een gitarist met een dramatische ranchero het lawaai van de markt te overstemmen. En tegenover me, aan de andere kant van het aanrecht, is Frida Kahlo zo driftig bezig rode pepers fijn te stampen dat het lijkt alsof er bloed van haar handen druipt.
Frida Kahlo?
Nee, natuurlijk niet. Maar Beatriz Vázquez Gómez, de marktvrouw die hier zeven dagen per week de gerechten uit de Oaxacaanse keuken bereidt, lijkt wel ontzettend goed op de in 1954 overleden Mexicaanse schilderes. En dat wil ze weten ook. Iedere ochtend trekt Beatriz een van haar felgekleurde Tehuanajurken aan. Ze dikt haar zwarte wenkbrauwen zo aan dat ze elkaar bijna raken. Ze steekt een rode roos in het haar en versiert zichzelf met Mexicaanse oorbellen en armbanden. Ten slotte maakt ze haar lippen rood met een tint die lijkt op Frida’s favoriete lippenstift, Everythings Rosy van Revlon. En dan – que maravilla! – is Beatriz Frida.
Alleen dat donzige zwarte snorretje, zo prominent aanwezig op Frida’s zelfportretten, ontbreekt. Kennelijk is Beatriz niet bereid ook dat offer aan haar vrouwelijkheid te brengen.
Terwijl de mole coloradito mijn verhemelte prikkelt, probeer ik een vraag te bedenken voor Beatriz. Die heeft inmiddels haar aandacht verlegd naar de bereiding van chapulines, gebakken sprinkhanen. Er komt niets in me op. Ik heb alleen maar vragen voor de echte Frida. Waarom ze haar hele leven gewijd heeft aan de twintig jaar oudere, corpulente rokkenjager Diego Rivera? Waarom ze op foto’s eigenlijk veel mooier is dan op haar zelfportretten? Waarom ze zo graag de kleding van de Tehuana’s droeg, de vrouwen van Tehuantepec? En ga zo maar door.
Het blauwe huis
Veel antwoorden op mijn vragen zijn al gegeven in Frida, de speelfilm met de Mexicaanse actrice Salma Hayek in de titelrol, en natuurlijk ook in de biografie over Frida van Hayden Herrera. Daarin kun je bijvoorbeeld lezen hoe een stalen staaf zich bij een busongeluk dwars door het lijf van de achttienjarige Mexicaanse boorde en haar bekken en ruggengraat permanent beschadigde. Deze rampspoed was het begin van een leven vol pijn, maar dan wel een pijn die Frida vertaalde in kunst die nu enorm wordt bewonderd.
Echt voelen hoe Frida leefde, werkte en stierf, kun je in La Casa Azul, het blauwe huis van Frida in Coyoacán, ooit een dorpje, nu een buitenwijk van de alsmaar uitdijende monsterstad Mexico City. Ik loop van de woonkamer naar de keuken en van de keuken naar Frida’s slaapkamer en van de slaapkamer naar de patio. Alle vertrekken zijn uitbundig versierd met Mexicaanse volkskunst: judassen van papier-maché, koppen van Maya’s en Azteken, bont geschilderde maskers, skeletten in alle soorten en maten, aardewerk uit Oaxaca en kleden uit Chiapas. Op Frida’s bed: haar dodenmasker.
En dan is er de collectie retablos.
Een retablo is een primitief schilderijtje dat in een Mexicaanse kerk wordt opgehangen wanneer de maker ervan op miraculeuze wijze een vreselijke voorval – een auto-ongeluk, een moordaanslag, een brand of een ziekte – heeft overleefd. Onder de afbeelding staat meestal een tekst waarop de gebeurtenis wordt beschreven. Dan volgen een paar woorden om de Maagd van Guadalupe, de patroonheilige van Mexico, te bedanken dat de betrokkene nog leeft.
Frida maakte zelf ook een aantal schilderijen in de primitieve stijl van de retablos. Ze had genoeg rampspoed om uit te putten: een ziekte, een ongeval, de moord op haar minnaar Leon Trotski, een ontrouwe echtgenoot en een aantal miskramen. Op Henry Ford Hospital 1932, te zien in de Casa Azul, ligt Frida na een miskraam naakt op een ziekenhuisbed in Detroit, badend in haar eigen bloed. Rondom het bed zweven objecten die via navelstrengen aan Frida zijn verbonden: de verloren foetus, een verwelkte orchidee als symbool voor de baarmoeder en Frida’s mismaakte bekken.
Het Mexicaanse meisje dat in de Casa Azul naast mij komt staan bij Henry Ford Hospital 1932, slaakt een onderdrukte kreet: ‘Ay, Dios mÃo.’ Zeg dat wel. Nooit eerder toonde een vrouw zo ongegeneerd en met bijna klinische eerlijkheid haar pijn aan de wereld. Ook haar eenzaamheid: er staat niemand aan Frida’s ziekenhuisbed – geen arts, geen familie, geen Diego.
Frida de Barbie
“Gerechtigheid!”, schreeuwt een Mexicaanse vrouw in de rij bezoekers die wacht voor de Casa Azul. Ze zwaait met een exemplaar van de Mexicaanse krant Excelsior. De voorpagina bericht dat een Mexicaanse rechter de verkoop van een pas door de Amerikaanse firma Mattel op de markt gebrachte Frida Kahlo Barbie in Mexico heeft verboden. De erfgenamen van Frida spanden een rechtszaak aan omdat ze niet te spreken zijn over hoe de Frida Kahlo Barbie eruitziet. Ze willen hetzelfde verbod in de Verenigde Staten.
Het ligt in Mexico supergevoelig wanneer de vermaledijde gringo’s op een of andere manier aan de haal gaan met een oer-Mexicaans symbool als Frida. De ronduit kwetsende opmerkingen van de Amerikaanse president Donald Trump over de Mexicanen hebben die gevoeligheid alleen maar vergroot. Een achternicht van Kahlo zegt in Excelsior dat de Barbie van Mattel niet Mexicaans genoeg is. Frida’s huid is veel te licht. De monobrauw, de doorlopende wenkbrauw, is verdwenen. Verder is de Frida Barbie veel te mager.
Mattel ging ook voorbij aan het feit dat Frida’s rechterbeen korter en dunner was dan haar linkerbeen, het gevolg van jeugdpolio.
Dat er überhaupt een Frida Kahlo Barbie is, toont wel hoezeer Frida’s ster is gerezen in de wereld van de kunst en de commercie. Gedurende haar leven werd ze vooral, en vaak uitsluitend, gezien als de exotische vrouw van de beroemde schilder Diego Rivera. Zelfs in 1985, 31 jaar na haar dood, raakte Sotheby in New York Frida’s schilderijen aan de straatstenen niet kwijt. Maar toen kwamen de biografie en de bewondering van beroemde vrouwen als Madonna en Salma Hayek. Na de film uit 2002 – die vooral de smeuïge aspecten van Frida’s leven benadrukte – veroverde Fridamania de wereld.
Wandelende bloem
Hoezeer ze ook leed, zodra Frida energie had, stortte ze zich met ongeremde passie op het leven. Ze verzamelde minnaars, zowel vrouwen als mannen. Ze verzamelde Mexicaanse volkskunst. Ze verzamelde recepten en genoot van alle gerechten en dranken die Mexico te bieden heeft. Ze verzamelde haar geliefde retablos. Ze schilderde zelfs wanneer ze aan haar bed was gekluisterd en ze verhief haar lichaam tot kunst door haar eigenzinnige keuzes qua sieraden en kleren.
De Mexicaanse auteur Carlos Fuentes schreef dat je bij een opera in Mexico City’s Palacio des Bellas Artes aan het geratel van de sieraden kon horen dat mevrouw Frida Kahlo haar entree maakte.
Voor haar jurken en blouses koos Frida Kahlo de traditionele, met kleuren en bloemen versierde stijl van de Tehuana’s, de vrouwen van het Mexicaanse Tehuantepec. De wijde jurken en blouses decoreerden niet alleen haar lichaam, ze verhulden tevens Frida’s door polio verschrompelde been en de prothetische korsetten die ze moest dragen om zich overeind te houden. Er schuilt ook een symbolische kracht in deze kleren. De gemeenschap van Tehuantepec, de smalle Mexicaanse landengte ingeklemd tussen de Caribische Zee en de Grote Oceaan, was van oudsher een matriarchaat.
Een Mexicaanse bewonderaar noemde Frida ‘een wandelende bloem’.
Voor zover we weten, is Kahlo nooit in Tehuantepec geweest. Het was juist Diego Rivera die geregeld naar Tehuantepec afreisde om daar de sterke vrouwen en de weelderige bloemen van dit tropische gebied te schilderen. Biograaf Hayden Herrera gelooft dat Kahlo zich als een Tehuana begon te kleden om zo Diego te behagen, een strategische zet in een eindeloos spel van aantrekken en afstoten tussen beide geliefden. Andere bronnen melden echter dat alle vrouwen uit Kahlo’s familie zich bij voorkeur uitdosten in traditionele Mexicaanse kledij.
Vrucht des doods
Toen Frida in 1954 stierf, verdwenen ook haar jurken, sieraden, schoenen, make-up en korsetten en alle andere hulpstukken waarmee de schilderes zich tijdens haar leven overeind hield. Pas in 2004 werden al deze spullen opnieuw ontdekt in een kamer van de Casa Azul die vijftig jaar lang hermetisch was afgesloten. Een deel ervan is sinds een paar jaar te zien in een nieuwe expositieruimte, gebouwd in de tuin van het blauwe huis. Naast een tiental Tehuanajurken zijn hier ook twee ontwerpen te zien die Jean Paul Gaultier maakte als eerbetoon aan Frida.
Een groot deel van Frida’s unieke nalatenschap is dit jaar te bewonderen in het Victoria and Albert Museum in Londen (zie rechts onderaan).
Voor ik vertrek, loop ik nog even naar de woonkamer in de Casa Azul om daar het laatste schilderij te bekijken dat Frida heeft voltooid: een stilleven met hele en opengesneden watermeloenen tegen een blauwe achtergrond. Het rozerode vruchtvlees lijkt tegelijk uitbundig en geschonden. Volgens Hayden Herrera staan de in stukken gesneden watermeloenen symbool voor de naderende dood. Het uitbundige rood suggereert ook een opflakkerende levenslust. In het vruchtvlees van een van de meloenen schreef Frida op 5 juli 1954 in daverende bloedrode letters: Viva la Vida.
Acht dagen later stierf Mexico’s wandelende bloem, zeer waarschijnlijk aan een overdosis alcohol en pillen.
Na haar dood was het lange tijd erg stil rond Frida. Niet meer. Ze leeft nu uitbundig voort in haar werk, in de talloze foto’s die er van haar zijn, in de kledingstijl die ze ontwikkelde, en – niet te vergeten – in de bewondering van miljoenen fans over de hele wereld. Talloze beeldende kunstenaars, schrijvers, dichters en modeontwerpers zien Frida als een onuitputtelijke bron van inspiratie.
En op de markt van Ocotlán viert Beatriz Vázquez Gómez zeven dagen per week het leven van Frida Kahlo door de heerlijkste gerechten uit de keuken van Oaxaca te bereiden. Viva la Vida. Viva la Frida.
Frida in Londen
Toen Frida Kahlo in 1954 stierf, werden al haar kleren, haar korsetten en prothesen, haar schoenen en laarzen, haar sieraden en haar persoonlijke make-upspullen opgeborgen in een kamer van La Casa Azul, haar ‘blauwe huis’ in Mexico City. Pas vijftig jaar later, in 2004, werd deze kamer geopend en een deel van de inhoud geëxposeerd. Van 16 juni tot 4 november 2018 kun je een grote selectie van deze spullen bekijken in het Victoria and Albert Museum in Londen. vam.ac.uk
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier