Verbod op niet-essentiële reizen blijft ook voor tweedeverblijvers gelden
De Raad van State verwerpt dinsdag het verzoek tot schorsing van het verbod op niet-essentiële reizen dat werd ingediend door Tweres, de belangenvereniging van eigenaars van tweede verblijven.
Volgens de Raad werden “niet voldoende precieze en nauwkeurige gegevens” verstrekt die de urgentie voor een schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid staven.
Vorige week verwierp de Raad van State ook al een andere vordering tot schorsing, die werd ingediend dor een eigenares van een tweede verblijf. Op 22 februari kondigde Tweres aan naar de Raad van State te zullen stappen. Samen met de vereniging traden in de procedure ook vier eigenaars op die volgens Tweres de noodzaak om snel naar hun verblijf in het buitenland te moeten gaan, konden aantonen. De Raad van State oordeelt echter dat de verzoekende partijen “niet met voldoende precieze en nauwkeurige gegevens” de urgentie aantonen die noodzakelijk is voor een schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid. Daarom handhaaft de Raad het verbod.
Eind januari besloten de regeringen binnen het Overlegcomité dat niet-essentiële reizen naar het buitenland tot 1 maart verboden zijn voor personen die hun hoofdverblijfplaats in België hebben. Het verbod, dat ook van toepassing is voor mensen die naar hun tweede verblijf willen, werd daarna verlengd tot 1 april.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier