Unieke Van Gogh en Munch tentoonstelling geopend in Amsterdam
In het herdenkingsjaar Van Gogh 2015, 125 jaar na de dood van Vincent van Gogh, organiseert het Van Gogh Museum de tentoonstelling Munch : Van Gogh. Kunstenaars Vincent van Gogh (1853-1890) en Edvard Munch (1863-1944) staan bekend om hun emotioneel geladen werken, vernieuwende stijl en bewogen levens. De kunstenaars worden vaak met elkaar vergeleken en zijn nu voor het eerst in de geschiedenis op grote schaal samen te zien.
De unieke tentoonstelling bevat meer dan honderd kunstwerken, waaronder topstukken en bijzondere bruiklenen die bijna nooit worden uitgeleend, zoals De Schreeuw, Het zieke kind, Madonna, Patience Escalier en De Brug van Trinquetaille.
Munch : Van Gogh is de eerste tentoonstelling in de tentoonstellingsvleugel van het vernieuwde Van Gogh Museum dat onlangs haar nieuwe entreegebouw opende. De tentoonstelling is t/m 17 januari in het Van Gogh Museum te zien.
Radicale avant-garde
Hoewel Munch tien jaar jonger was dan Van Gogh, begonnen hun carrières vrijwel gelijktijdig in 1880. Beiden namen in hun geboorteland de naturalistische schilders met hun sentimentele onderwerpen en gedempte paletten tot voorbeeld. Al snel begonnen de twee kunstenaars traditionele motieven op een heel persoonlijke manier te benaderen.
De tentoonstelling Munch : Van Gogh start met deze vroege jaren, waarbij De aardappeleters (Van Gogh) en Ochtend (Munch) in hun rauwe eerlijkheid te zien zijn. Deze werken stuitten destijds op onbegrip en beide mannen beseften dat zij op eigen bodem niet verder zouden komen. Ze trokken vlak na elkaar naar Parijs, dé plek waar het in die dagen allemaal gebeurde: het centrum van alles wat nieuw en modern was, de ontmoetingsplek voor de avant-garde waar nieuwe stromingen als impressionisme en pointillisme floreerden.
Munch en Van Gogh experimenteerden gretig met nieuwe stijlen, om zo tot heel eigen kunstwerken te komen. Hun missie: het radicaal moderniseren van kunst, wars van iedere conventie.
Universele emoties
Beiden wijdden hun kunstenaarschap aan de existentiële vragen die we ons allemaal stellen, maar waarop niemand ooit antwoord krijgt. Centraal staan de grote emoties van het menselijk bestaan met al zijn harde, ongrijpbare en ook mooie kanten: de cyclus van geboorte en dood, angst, menselijk lijden, troost, hoop en liefde.
De belangrijkste schilderijen in hun oeuvre – zoals De sterrennacht, De schreeuw, Het zieke kind en Madonna van Munch of Augustine Roulin (La berceuse), Korenveld onder onweerslucht en De tuin van de inrichting van Van Gogh – gaan over deze thema’s: het uitdrukken van hoop in een ster of lijden in een afgebroken tak.
Om het gevoel of idee achter hun kunst zo sterk mogelijk over te brengen, voerden Munch en Van Gogh hun beeldmiddelen tot het extreme op. Hun kleuren spatten van het doek, ze accentueerden vormen en lijnen, vereenvoudigden de realiteit. Ze zochten naar nieuwe perspectieven en uitsneden en legden grote nadruk op het gebruik van verf en andere materialen. Hierin gingen beiden tegen alle conventies in, op en top modern. Ondanks hun complexe technieken ziet het resultaat er vaak zo eenvoudig uit. Hun kunstwerken zijn heel toegankelijk maar tegelijkertijd ook zo complex, diep menselijk: ze raken hart én hoofd. Dit is precies wat Munch en Van Gogh zo bijzonder maakt.
De combinatie van vernieuwende technieken met universele thema’s resulteert in indringende beelden die ons tot op de dag van vandaag aangrijpen. In Het Gele Huis (‘De straat’) gebruikte Van Gogh scherpe kleurcontrasten om de intense hitte van Zuid-Frankrijk weer te geven; in Dodenkamer vervormde Munch het perspectief en het gevoel van ruimte, waarmee hij een verstikkende sfeer creëerde. Ook in talrijke brieven, dagboekfragmenten en literaire teksten schreven Van Gogh en Munch over de emoties en beproevingen van het leven. Fraaie voorbeelden hiervan zijn in de tentoonstelling te zien, zoals Munchs geïllustreerde tekst over De schreeuw.
Ultieme samenhang
We kennen schilderijen als de Zonnebloemen van Van Gogh of de Vampier van Munch als losse werken, maar oorspronkelijk waren ze bedoeld als onderdeel van een serie. Beide kunstenaars hoopten dat hun schilderijen elkaar in een samenhangend geheel (door hen beiden ‘symfonieën’ genoemd) zouden aanvullen en verduidelijken.
Munchs beroemdste serie schilderijen is Levensfries, waar hij jarenlang aan werkte en waarin hij het menselijke leven van geboorte tot dood verbeeldde. In het Zuid-Franse Arles schilderde Van Gogh zijn ultieme reeks schilderijen, die hij de Décoration voor het Gele Huis noemde. Deze serie – bestaande uit voorstellingen van stad en land, portretten en stillevens – was bedoeld om er de kamers van zijn huis mee aan te kleden voor de komst van vriend Paul Gauguin (1848-1903). In de laatste zaal van Munch : Van Gogh zijn de belangrijkste werken uit zowel Munchs Levensfries als Van Goghs Décoration samen te bewonderen – het slotstuk van een artistieke dialoog tussen twee zielsverwanten.
Grote emoties
Munch en Van Gogh hielden zich beiden bezig met de grote emoties van het menselijk bestaan; liefde, angst, spiritualiteit, de dood. In het trappenhuis van de tentoonstellingsvleugel nodigt het museum zijn bezoekers uit om, net als Munch en Van Gogh, hun eigen ideeën over deze grote emoties te delen. Bezoekers kunnen zich hierbij laten inspireren door citaten van beide kunstenaars die op de muren te zien zijn. Op speciaal gemaakte bordjes kunnen de bezoekers hun verhaal achterlaten in het trappenhuis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier