Middeleeuwse charme, een Romeins verleden, dolce far niente en kunst op hoog niveau, en dat slechts een boogscheut ver? Het verrassende Doornik heeft het allemaal. Onze tips voor een inspirerend weekendje weg.
Doornik is meer dan de kathedraal en de Pont des Trous. De ooit Romeinse stad – meteen een van de oudste van België – vult haar eeuwenoude erfgoed en charmante looks aan met een breed cultureel aanbod (en een tien voor sfeer en gezelligheid).
Toertje door de middeleeuwen
Dat Doornik meer te bieden heeft dan een pittoresk historisch centrum, wil niet zeggen dat je het zomaar mag overslaan. De stad is compact en de belangrijkste bezienswaardigheden liggen op loopafstand, van elkaar én van het station. Ga dus met de trein en je ecologische voetafdruk blijft zo goed als onaangeroerd.
En er valt veel te zien in de smalle steegjes, die zich qua gezelligheid kunnen meten met die van andere middeleeuwse steden. Terrasje doen op de Grand Place met zicht op Unesco-erfgoed: dat kan hier zomaar. Het oudste belfort van België staat namelijk, samen met de middeleeuwse kathedraal op de werelderfgoedlijst.
Fans van middeleeuws erfgoed kunnen hier verder hun hart ophalen met het Fort Rouge – een overblijfsel van de eerste stadsomwalling uit de twaalfde eeuw. Ook de lakenhal getuigt van Doorniks rijke handelsverleden dankzij de textielnijverheid. Tot slot is er natuurlijk nog de befaamde Pont des Trous over de Schelde die je gezien moet hebben. En waar water is, zijn natuurlijk ook weer heerlijke terrassen (bij honger: check Corto Malté en Tatie Danièle by Emma). We zeiden het al: pittoresk.
Twee Manets in een Horta
Maar er zit dus nog meer moois achter die idyllische facade. Fans van musea komen in Doornik volop aan hun trekken. Zo is het Musée des Beaux-Arts, het enige museum dat eigenhandig ontworpen werd door Victor Horta, al een parel op zich. Binnen wacht je een kunstverzameling van hoog niveau, met werken van Ensor, Monet, Seurat, Van Gogh, Toulouse- Lautrec, Van der Weyden en liefst twee Manets een van de belangrijkste collecties van het land.
Ook TAMAT, het hedendaagse centrum voor textielkunsten, mag je niet overslaan. Je vindt er werk van ambachtslieden in de vijftiende eeuw en historische wandtapijten tot hedendaagse avantgardistische textielkunst. Er zijn zowel tijdelijke en permanente tentoonstellingen als workshops. Ben je echt gebeten door artisanale kunsten, dan vinkt Musée de Folklore et des Imaginaires vele vakjes af, van oude ambachten over drukwerk en porselein tot poppen en reuzen. Zeker met kinderen in het gezelschap kan het ook nog leuk zijn om de honderden poppen van het Centre de la Marionnette te gaan bewonderen. Of om het charmante negentiende-eeuwse Musée d’Histoire naturelle et Vivarium te verkennen dat eind september kersvers gerenoveerd weer de deuren opent.
Blijf nog wat hangen…
Intussen zit je weekend er vast op. Heb je nog wat tijd over, dan mag je deze cultureel verantwoorde uitstapjes niet te missen.
- Voor wie graag de benen strekt is er de Unesco-fietsroute naar Bergen: een traject van 68 kilometer langs verschillende erfgoedsites. Je start uiteraard met de kathedraal van Doornik.
- Parijs is nooit ver weg, en in Doornik is het zelfs maar een halfuurtje rijden. Met z’n elegante salons – het werk van de beste Franse meubelmakers uit de zeventiende en achttiende eeuw – en uitgestrekte tuinen wordt Chateau de Beloeil namelijk het Versailles van België genoemd. Behalve een rijke kunstcollectie en bibliotheek kun je hier 25 hectare aan parken en tuinen ontdekken, nog steeds trouw aan het oorspronkelijke ontwerp uit 1664.
- Deelgemeente van Beloeil, Aubechies, is dan weer een van de Mooiste Dorpen van Wallonië. Daar vind je ineens ook het archeologisch park en Gallo-Romeins museum.
Ontdek meer over Doornik en omstreken op VISITWallonia.be/doornik
