Terug naar Alaska: een cruise langs gletsjers en walvissen
Amerika’s meest noordelijke en minst bevolkte staat spreekt tot de verbeelding, nog meer nu covid ons zo lang thuishield. Adembenemende landschappen, walvissen, beren, arenden en een kennismaking met de cultuur van Alaska Natives: een cruise van een week is te kort, maar het is een geweldig begin.
‘Vrij, eindelijk vrij!’, roept een vrouw. ‘We kunnen weer reizen.’ Ze strekt haar rechterarm helemaal uit terwijl zij en haar echtgenoot in de lens van haar gsm kijken en zich zo proberen te positioneren dat de skyline van Seattle in de selfie past. We staan begin september op het bovendek van de Nieuw Amsterdam, omschreven als een midsize cruiseschip, terwijl we de haven van Seattle uitvaren, en route voor een week Alaska. Wie meevaart, moet gevaccineerd en getest zijn en in de gangen en gesloten ruimtes van het schip moet je een mondmasker dragen.
Het leek er even op dat het toeristische seizoen in Alaska, sowieso al vrij kort, doorgaans van mei tot en met september, voor 2021 zo goed als gecanceld zou worden. Van de meer dan twee miljoen toeristen die precovid Alaska jaarlijks bezochten, doet bijna zestig procent dat via een cruise. Omdat de Canadese havens zeker tot februari 2022 de deuren dichthouden voor buitenlandse toeristen was Alaska in de praktijk niet bereikbaar. De oude Jones Act, een protectionistische wet voor vrachtvervoer over zee, bepaalt dat alleen Amerikaanse boten met Amerikaans personeel tussen twee Amerikaanse havens kunnen opereren. Daarom doen Alaskacruises die niet onder Amerikaanse vlag varen altijd een Canadese haven aan. In mei van dit jaar werd in de senaat de Alaska Tourism Recovery Act gestemd, die de Jones Act tijdelijk opheft. Eind juli kwam het toerisme in Zuidoost-Alaska weer op gang.
Alaska staat bij Amerikanen hoog op hun reisbucketlist en al ben ik geen fan van lijstjes, ik begrijp de lokroep van de meest noordelijke en minst bevolkte staat van Amerika. De laatste wildernis, ruw, afgelegen en adembenemend mooi, daar moet je een keer geweest zijn. En als je er al was, dan is de kans groot dat je teruggaat. Een derde van alle toeristen bestaat uit repeaters. Dat hoeft niet te verbazen gezien Alaska zo uitgestrekt is. Elke gids zal het je inpeperen, Alaska is groter dan Texas, Californië en Montana samen (of in een Europese vergelijking: zo groot als Frankrijk, Spanje, Duitsland en de Benelux samen).
Pepperspray
–Halte: Juneau
‘Dit wandelpad deel je met beren’ staat op een signalisatiebord aan het begin van een uitgestippelde tocht door het Tongass National Forest, onderdeel van het Pacifische regenwoud. Gids Linda, die 26 jaar geleden van Seattle naar Alaska’s hoofdstad Juneau verhuisde, geeft ons groepje enkele instructies. Beren willen het liefst met rust gelaten worden en als er toch een gevaarlijke situatie zou ontstaan, haalt Linda een grote bus pepperspray boven. Ik reken erop dat ze weet wat ze doet.
Dit gematigde regenwoud is de habitat van een diverse fauna, van grizzlyberen tot Amerikaanse zeearenden, en flora, in vijftig-plus tinten groen en met draderige mossen die paden en bomen feeëriek inpakken. We hebben een wandeling van bijna vier uur voor de boeg, via de East Glacier Loop, een pad aan de oostkant van de Mendenhall-gletsjer. Met stevige tred gidst Linda ons door het dichte woud en brengt ze ons naar uitkijkposten met panoramische vergezichten op de gletsjer en de rivier waarin de Mendenhall uitmondt. Op een van de uitkijkposten tonen vergelijkende foto’s hoe de gletsjer steeds verder en sneller teruggedrongen wordt door de opwarming van de aarde.
Onderweg wijst Linda af en toe naar grote paddenstoelen. ‘Sommige kun je eten’, vertelt ze. ‘Maar je moet er iets van kennen. Een hap van bepaalde soorten en je valt dood neer.’ Onze gids heeft een bijzondere en vooral onderkoelde manier om de dingen uit te leggen. Ik bedenk dat je redelijk onverstoorbaar moet zijn om in Alaska te leven.
Na een korte rit in haar tourbusje zet Linda ons terug af in het piepkleine centrum van Juneau. ‘Er zijn ongeveer 32.000 inwoners. Het is een soort eilandgemeenschap. Je raakt hier niet over de weg, Juneau is alleen per vliegtuig of per boot bereikbaar.’
Dat laatste geldt ook voor Sitka en Ketchikan, twee andere stadjes in Zuidoost-Alaska, een smalle landstrook, geprangd tussen een grillige kustlijn met veel eilandjes aan de ene kant en wouden en bergen aan de andere kant. In een plaatselijke krant lees ik dat een van Alaska’s parlementsleden niet meer naar de zittingen in Juneau komt. Ze staat op de zwarte lijst van Alaska Airlines omdat ze weigert een mondkapje te dragen en andere manieren om daar te komen, vindt ze te omslachtig.
Inheemse cultuur
–Halte: Glacier Bay
De Nieuw Amsterdam heeft een koffiebar en goed uitgeruste bibliotheek in het kraaiennest, vooraan en hoog in het schip, met vensters tot tegen de vloer. Het is er om acht uur ’s morgens al heel druk. Het is dinsdag en vandaag staat Glacier Bay op het programma, een nationaal park van 13.000 vierkante kilometer met bergen, gletsjers en fjorden. De beste vergezichten krijg je vanop een boot en we zullen het park dan ook bezoeken zonder aan land te gaan. Voor we de baai binnenvaren, komt een parkranger aan boord en een verantwoordelijke van de Huna Tlingit, een van de inheemse bevolkingsgroepen, Alaska Natives, die al eeuwenlang in deze regio wonen. In Alaska vormen Alaska Natives achttien procent van de bevolking. Ze zijn er om tekst en uitleg te geven over het park en over de traditionele levenswijze in dit prachtige maar onherbergzame gebied.
De samenwerking tussen de National Park Service – NPS, het overheidsorgaan dat dat de meer dan 400 Amerikaanse nationale parken beheert – en de Huna Tlingit is vrij recent. Toen Glacier Bay in 1925 een beschermd gebied werd, werden de Huna Tlingit niet in die beslissing betrokken. Regels rond vuurwapens die bruine beren voor uitsterven moesten behoeden en een ruimer verbod op jagen en vallen uitzetten – voor zeehonden, bijvoorbeeld – bedreigden de levenswijze van deze Alaska Natives. Na jarenlange gesprekken tussen de NPS en de Hoonah Indian Association – HIA, het overkoepelende tribale beleidsorgaan – werken ze nu samen compromissen uit om naast de natuur ook de inheemse cultuur in stand te houden.
Ons schip glijdt in stilte door Glacier Bay, waar maar één cruiseschip tegelijk mag varen en het aantal schepen per dag beperkt is. De stilte wordt alleen doorbroken wanneer ijsmassa’s van de gletsjer in het water vallen. Met een jas en muts trek ik naar de boeg waar je een ongehinderd zicht hebt op bergen en gletsjers. In de verte zelfs een beer en een familie otters. Ik tel twintig, misschien zelfs dertig medepassagiers op de boeg, gewapend met verrekijkers en camera’s, maar het blijft stil, iedereen is duidelijk onder de indruk.
Kine voor roofvogels
–Halte: Sitka
Zijn officiële jobtitel is naturalist, maar voor het gemak noemen wij Ross onze ‘bootbioloog’. Hij is een wonderlijk verteller. Tijdens een lezing geeft hij ons een snelcursus in Alaska’s wildlife. Hij heeft het over de centrale rol die zalm speelt in het ecosysteem hier, over de bultrugwalvissen die de omvang van een gele schoolbus kunnen hebben en de geslaagde redding van de zeeotters, die bijna uitgeroeid waren door pelsjagers. We leren ook dat je de helft van alle Amerikaanse zeearenden in Alaska vindt. In de haven van Sitka stappen we met een groepje over op een kleinere boot om walvissen van dichtbij te kunnen bekijken. Walviskijken is een toeristische attractie geworden en na een halfuurtje varen waarbij we onderweg zeearenden en een troep zeeotters zien, legt de kapitein de motor stil. Het is even afwachten. Wat verderop liggen nog wat bootjes met kijklustigen te dobberen. Dan zijn er de eerste fonteintjes die uit het water schieten en hop, een brede staart. De walvissen lijken met hun publiek te dollen: nu eens komen ze hier uit het water, dan weer aan de andere kant. Wat een kracht en wat een gratie.
Sitka was tot 1900 de hoofdstad van Alaska tot Juneau de fakkel overnam. Aan het eind van de negentiende eeuw was daar goud gevonden en het stadje werd rijker en belangrijker dan Sitka. Maar charmant is Sitka nog steeds, met een kleine downtown, een historisch museum en een Russisch-orthodoxe kathedraal, een herinnering aan de geschiedenis van de staat, een gebied dat de Amerikanen in 1867 van de Russen kochten.
In Sitka kom ik ook oog in oog te staan met zwarte en bruine beren en met een Amerikaanse zeearend, maar in goed gecontroleerde omstandigheden, aan mij is geen grote avonturier verloren gegaan. In het Fortress of the Bear-centrum worden weesberen opgevangen en als ik zie wat een force of nature die zijn, vraag ik mij af of die pepperspray van Linda geholpen zou hebben.
In Sitka vind je ook een revalidatiecentrum voor roofvogels (arenden, gieren, uilen, valken, haviken…). Het Alaska Raptor Center is een fascinerende plek waar je door een voor de vogels ondoorzichtig venster kunt zien hoe gewonde vogels, die tegen elektriciteitspalen of auto’s botsten of beschoten werden, kineoefeningen krijgen. Als ze hersteld zijn, worden ze weer in de natuur uitgezet. Wanneer dat niet kan, worden ze een roofvogel in residence.
Zalmhoofdstad
–Halte: Ketchikan
‘Toen ik hier in de jaren tachtig aankwam, stelde Ketchikan niet veel voor’, vertelt Rob, of kapitein Rob zoals onze plaatselijke gids zich graag laat noemen. ‘Ja, er waren enkele houtzagerijen en wat bordelen en cafés waar de mannen in het weekend het geld kwamen opdoen dat ze in de visconservenfabrieken in de buurt verdiend hadden.’ Ketchikan, dat zichzelf de wereldhoofdstad van de zalm noemt, is een belangrijke hub voor cruiseschepen en ferry’s. Zoals op meer plekken in Alaska wordt hier een balans gezocht tussen economische en ecologische belangen. Een op de tien jobs is gelinkt aan het toerisme.
Zalm is overigens na olie en gas het grootste exportproduct van Alaska. In Ketchikans Creek Street zie ik in de rivier vooral dode zalmen. Rond deze tijd van het jaar zijn volwassen zalmen vanuit de oceaan tegen de stroom in gezwommen naar de rivier waar ze geboren zijn om er kuit te schieten en te sterven.
Het is best druk in het centrum van Ketchikan, maar Rob rijdt met ons naar een totempark en een vissershaven waar we haast alleen zijn. Het gebeurt allemaal op een drafje, van de ene fotogenieke plek naar de andere, want straks vertrekt de Nieuw Amsterdam alweer richting Seattle. Het is uitzonderlijk mooi weer in Ketchikan en onder een blauwe hemel varen we weg langs wouden, eilandjes en eindeloze zeezichten. In de verte zwemt een groep walvissen. Niet gek dat zo veel toeristen naar Alaska terugkeren.
Heen en terug
We reisden met de Nieuw Amsterdam, een van de elf schepen van de Holland America Line (HAL), van Seattle naar Juneau, Glacier Bay, Sitka, Ketchikan en terug naar Seattle. (Zeven dagen). HAL is een specialist in Alaska en doet die bestemming al 75 jaar aan. Aan boord zijn er verschillende restaurants, er is B.B. King’s Blues Club en in Lincoln Center Stage staan elke avond klassieke concerten op het programma. Je kunt via de rederij excursies aan land boeken. Vanaf 650 dollar per persoon voor een week in een binnenkajuit. Voor een klein buitenterras betaal je 1349 dollar per persoon. Vluchten van België naar de VS worden via je reisagent geregeld. Info en reserveringen: hollandamerica.com of via je lokale reisbureau.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier