Spot de melkweg: op zoek naar pure duisternis op de Canarische Eilanden
In een wereld vol kunstlicht is pure duisternis een onmetelijke luxe. Een natuurlijke zeldzaamheid die almaar meer reizigers – met statief en camera in de aanslag – naar dark sky parks lokt. De toeristische jacht op de sterren, planeten en de Melkweg is geopend.
Er prikt iets in mijn billen. Ik kan niet goed zien wat, wellicht is het zo’n kale woestijnstruik die hier in de krater van de Teide welig tiert. Licht is er niet, behalve het flauwe schijnsel van mijn hoofdlamp. Net genoeg om mijn warme adem te zien verdampen in de ijskoude berglucht. Ik heb mijn statief in het mulle zand geparkeerd en hurk diep om door de zoeker van mijn camera te gluren. Nu is het een kwestie van geduld, van mindfulness zelfs, al is dat best veel gevraagd na twee teleurstellende nachten op de vulkaan. Tenerife is een van de beste plekken ter wereld om aan astrofotografie te doen. Ik gebruik die wetenschap als opbeurende mantra, terwijl ik me toch afvraag of ik niet op een met uitsterven bedreigd beest ben gaan zitten. Maar op een hoop konijnen en hagedissen na heeft dit maanlandschap nauwelijks fauna in de aanbieding.
Ik zit al een uur lang te koukleumen in de aanvriezende mist. In een wolk die me af en toe op nattigheid trakteert. ‘ It’s not going to happen today‘, hoor ik Peter mompelen. Peter is een Brit die zijn gepensioneerde leven doorbrengt in de Canarische zon, maar zich ’s nachts ontpopt als sterrenkundige en fervent astrofotograaf. ‘Het zou nochtans moeten opklaren.’ Peters woorden zijn nog niet koud of het wonder voltrekt zich. Zo snel kan het gaan. De wolken kruipen tergend langzaam naar beneden langs de vulkaanflank. Het schouwspel kan beginnen.
Vast in een wolk
Astrofotografie is de laatste jaren aan een steile opmars bezig. Het bewijs vind je op Instagram, waar de hashtag #astrophotography goed is voor meer dan drie miljoen beelden (ter vergelijking: 1,7 miljoen voor #northernlights). ‘Het aantal aanvragen voor astrotours op de Canarische Eilanden zit de laatste jaren flink in de lift’, weet Peter, die het succes toeschrijft aan de betaalbaarheid en beschikbaarheid van goede camera’s en telescopen. Ook ik ben een liefhebber. Misschien wel meer dan een liefhebber. Ik ben net naar Tenerife gereisd om drie nachten op een vulkaan naar de sterren te kijken. De rest van het eiland interesseert me matig. En eigenlijk wil ik de Melkweg zien. Die komt natuurlijk niet op commando. Ooit spotte ik hem in Death Valley, CaliforniĆ«, waar ik bijna letterlijk achteroverviel van zoveel fonkeling aan het firmament. Later kreeg ik hem ook te zien in de woestijn van Abu Dhabi, in die van NamibiĆ« en nog niet zo lang geleden op IJsland, waar ik meer oog had voor de sterrenpracht dan voor het dansende noorderlicht. Ik ken de overweldigende pracht van de nacht, maar ook de frustratie die ermee gepaard gaat. Een simpele wolk verbreekt de magie, een volle maan ook.
‘Het is niet de beste tijd van het jaar voor de Melkweg’, weet pensionado Peter. Hij krabt aan zijn muts, in afwachting van het beloofde spektakel. ‘In de winter zien we hier enkel een uitloper, vanaf maart-april komt hij in volle glorie terug. Bovendien is het net volle maan geweest. Gelukkig valt er genoeg te bewonderen: daar zie je Jupiter en Saturnus en aan de andere kant kun je mooi sterrenbeeld Orion spotten.’ Na drie dagen op het eiland ben ik al blij met een halfdode mus. Een avond eerder werd mijn astrotour op de valreep afgeblazen wegens te hardnekkige bewolking. Dat heb je dan: je reist helemaal naar een uithoek van Europa – tevens de beste plek in Europa om de sterren te zien (en samen met de Atacamawoestijn in Chili en HawaĆÆ wereldtop) – en komt dan vast te zitten in een wolk. ‘Normaal gezien is het in december nooit zo nat en bewolkt’, lacht Peter. Maar plots, letterlijk van de ene op de andere seconde, valt alles in z’n plooi en krijg ik eindelijk waarvoor ik gekomen ben: een verbluffend lichtspektakel aan het hemelgewelf.
Regel van 500
Terwijl ik de juiste instelling op mijn camera probeer te vinden – de goede sluitertijd, de correcte ISO-waarde, een mooi frame – vraag ik me af waar mijn aantrekking tot de sterren vandaan komt. Het heeft vast te maken met het gebrek aan nachtelijke opties in eigen land. Een blik op lightpollutionmap.info maakt alles duidelijk: BelgiĆ« en Nederland herbergen de grootste lichtvlek in Europa. Het dichtstbijzijnde dark sky park, een gebied waar het ’s nachts donker genoeg is om sterren te spotten, ligt in de Eifel in Duitsland.
‘De ‘regel van 500′ is belangrijk in de astrofotografie’, vertelt Peter. ‘Deel 500 door de brandpuntsafstand van je lens om tot je maximale sluitertijd te komen. In jouw geval kom je uit op 20 seconden. Als je je camera langer laat openstaan, krijg je sterrensporen, door de draaiing van de aarde. Ook belangrijk is een interessante voorgrond. Hier op de vulkaan is het slangenkruid daarvoor ideaal. Helaas zijn die planten nu allemaal dood en staan ze pas in het voorjaar weer in bloei.’ Peter bedoelt het goed, maar alles wijst er dus op dat ik in de verkeerde week en in het verkeerde seizoen ben gekomen. Toch ben ik lang niet ontevreden met de eerste resultaten op mijn schermpje. Ook Peter lijkt onder de indruk en gaat zelf aan de slag met zijn materiaal. Maar plots raast er een auto voorbij, tot grote frustratie van mijn gids. ‘Dit is mijn meest voorkomende ergernis op de vulkaan. De koplampen en achterlichten van zo’n wagen geven zo veel licht dat je foto gegarandeerd mislukt.’
Fantastisch en frustrerend
Op zijn iPad laat Peter zien hoe de perfecte nachtelijke foto eruitziet: twee slierten slangenkruid met ertussenin een stuk Melkweg. Fabelachtig! Ook toont hij een beeld van de Orionnevel, geschoten met zijn ‘getunede’ camera, via een telescoop. ‘In jouw camera zit nog een filter die infrarood licht tegenhoudt. Astrofotografen halen die filter weg, omdat wij dat licht wel willen zien op het beeld. Nog een tip voor fervente astrofotografen: koop een star tracking device. Zo’n apparaatje beweegt mee met de sterren, waardoor je geen rekening meer hoeft te houden met die maximale sluitertijd van 20 seconden (een tracker kost een paar honderd euro, red.). Om bepaalde sterrenbeelden op beeld vast te leggen, moet je de sluiter wel een paar minuten kunnen openzetten.’
Astrofotografie is een kwestie van trial-and-error. Van heel veel trial en heel veel error. Zelfs voor een geoefende fotograaf. ‘Elke nacht hier op de vulkaan is anders. De omstandigheden kunnen hier razendsnel veranderen. Maar dat maakt het net zo boeiend. De frustratie kan hoog oplopen, maar als alles meezit, is het een fantastische hobby.’
CANARISCHE EILANDEN
Logeren
The place to be (of beter: the place to stay) voor liefhebbers van sterren, sterrenbeelden en planeten op Tenerife is hotel Parador de Las CaƱadas del Teide, dat pal in de vulkaankrater ligt op een hoogte van 2000 meter boven de zeespiegel. Het is de perfecte uitvalsbasis om de vulkaan te ontdekken, zowel overdag als ’s nachts. Het hotel ligt bovendien vlak naast de Roques de Garcia, grillige rotsformaties die ’s nachts een attractieve voorgrond blijken voor geslaagde sterrenfoto’s. parador.es
Hotspots voor astrofotografie
Twee van de Canarische Eilanden, Tenerife en La Palma, behoren tot de beste plekken voor astrofotografie wereldwijd. Nog in de top 5 staat de Atacamawoestijn in Chili, een uitzonderlijk droge, donkere en zeer hooggelegen plek. Hier bevindt zich het Paranal-observatorium, een sterrenwacht die beheerd wordt door de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO). Ook de Mauna Kea-vulkaan in HawaĆÆ is een absolute hotspot voor sterrenkijkers, vooral door zijn hoogte van 4200 meter. Dichterbij is Brecon Beacons National Park in Wales een aanrader, net als de Pic du Midi in de PyreneeĆ«n en Kanaaleiland Sark, dat in 2011 werd uitgeroepen tot ’s werelds eerste Dark Sky Island.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier