Sportvissers over hun verlangen naar rust, natuur en een goeie vangst
Vissen heeft niet het hipste imago, maar dat houdt de sportvisser niet tegen om hengel en dobber uit te gooien. Vier vissers over de vreugde van een vangst, hun drang naar buiten en het genot van staren aan de waterkant.
Ivo Crabbe (32) is gepassioneerd door streetfishing.
Enkel zijn hengel verraadt wat Ivo van plan is. Als streetfisher heeft hij een ultralichte uitrusting bij zich. ‘Ik ben hier niet om de grootste vis te vangen. Genieten van de atmosfeer in de stad terwijl ik mijn hengel uitwerp, daar gaat het om.’
Zo’n tien jaar geleden nam Ivo in ons land deel aan de eerste wedstrijden voor streetfishing, een discipline die overgewaaid kwam uit Japan. De streetfishing community is sindsdien sterk gegroeid. ‘De meest gestelde vraag van voorbijgangers is: ‘Zit hier wel vis?’ Je zou versteld staan van welke roofvissen je in de stad kunt vangen, zoals baars, snoekbaars en snoek. Onze binnenwateren zijn veel zuiverder dan pakweg dertig jaar geleden.’
In eigen land trekt hij graag naar Mechelen en Gent, maar hij viste ook al in Londen en zowat elke Nederlandse grachtenstad. Elke vis die hij vangt, zet hij zo snel mogelijk terug, want Ivo heeft een duidelijke missie: meewerken aan een duurzaam visserijbeheer. ‘Er bestaan veel misvattingen over sportvissers. We zijn geen beulen die dieren pijn willen doen. We zijn natuurliefhebbers met een passie voor de onderwaterwereld. Zien we ergens dat er vissen in nood zijn, dan slaan we meteen alarm. We doen opruimacties van sluikstort, werken samen met visserijbiologen die onderzoek doen naar vissoorten… Als sportvisser kun je veel betekenen voor de natuur.’
We zijn geen beulen die dieren pijn willen doen, wij zijn natuurliefhebbers.
Met zijn vereniging Catch & Release organiseert hij onder meer workshops voor kinderen zodat ze op een respectvolle manier leren vissen. ‘Een goede visser weet hoe een vis denkt, groeit en evolueert, en handelt daar ook naar. Op die manier kun je vermijden dat vissen te veel stress ervaren terwijl je zelf je passie beoefent. Ik hoop dat we dat dankzij streetfishing ook aan het grote publiek kunnen tonen.’
Brenda De Voeght (27) kreeg de passie voor het vissen mee van haar bompa.
Als zevenjarige haalde ze al meer vis boven dan sommige volwassenen rond de visvijver. Brenda kreeg de hengelsport met de paplepel mee door haar bompa, een fervent zeevisser die enkele jaren geleden overleed. ‘We gingen heel vaak samen vissen. Alles heb ik van hem geleerd.’
Vissen werd een passie, zelfs een noodzaak. Als tiener sprong ze regelmatig de fiets op richting visclub om in haar eentje te gaan hengelen. ‘Ik heb een turbulente jeugd gehad. Ik ben zwaar gepest, had weinig vrienden en heb twee depressies doorgemaakt. Door te gaan vissen, kon ik even aan alles ontsnappen.’
De wereld overweldigt me vaak. Aan het water kom ik tot rust.
Haar vriend is ook een visser, ze leerden elkaar kennen in de hengelsportzaak waar ze haar materiaal kwam kopen. Een leven zonder vissen is voor Brenda geen leven. ‘Sinds enkele jaren heb ik een angststoornis. In het begin waren de paniekaanvallen zo hevig dat ik nog amper buiten kwam. Nu gaat het beter, maar het blijft moeilijk. De wereld overweldigt me vaak. Aan het water kom ik tot rust. Er is niets dat mij zo kan ontspannen als vissen.’
Ze noemt zichzelf een allround visser. Ze jaagt zowel op karper als op snoek – met een voorliefde voor die laatste – en gooit sinds een jaar al eens een hengel uit aan zee, in de voetsporen van bompa. ‘Ik kan nog steeds staan springen van blijdschap wanneer ik een vis vang. Dat gevoel is onbeschrijflijk. Als je dat Ć©Ć©n keer meemaakt, ben je verkocht.’
Daar staat ze, tussen zand en zee, met de molen van bompa in haar handen. Een veel zwaarder model dan een nieuwe, moderne molen, maar Brenda wil geen andere. ‘Ik denk nog veel aan mijn bompa. Hij zou trots op me zijn, daar ben ik zeker van.’
Karpervisser Johannes Van Herck (30) brengt elk vrij moment door aan de waterkant.
Hij klimt al eens in bomen om te zien waar er vissen zwemmen, kan uren naar het wateroppervlak staren en slaat regelmatig zijn tent op langs de oever voor een nacht onder de sterren.
‘Karpervissen heeft een groot avontuurgehalte’, zegt Johannes. ‘In tegenstelling tot vissen met een vaste stok ben je soms een paar dagen of een hele week bezig met Ć©Ć©n vis te vangen. Karpers zijn, naast meervallen, de grootste vissen die in ons land rondzwemmen. Ze kunnen gemakkelijk twintig kilogram wegen, met uitschieters tot dertig of zelfs veertig kilogram. Als er zo’n exemplaar aan je haak hangt, giert de adrenaline door je lijf.’
Zo modern als zijn uitrusting is – zijn telegeleide voerboot gaat altijd mee – zo eenvoudig is zijn plezier. ‘Ik ben gewoon graag in de natuur. Meestal zit ik gewoon wat rond te kijken, maar zelfs dat is rustgevend. Streetfishing in steden is erg populair geworden, maar voor mij kan niets concurreren met de stilte van een bos.’
Zodra hij kan, vertrekt hij naar het water. Naar de kleiputten in Niel voor een jacht dicht bij huis, of naar een meer in de Ardennen waar hij met wat geluk ook wat everzwijnen kan spotten. Frankrijk is een geliefde bestemming voor weekends en vakanties waar alles rond karpervissen draait.
‘Je bent makkelijk een paar dagen of een week bezig met één karper te vangen’ Johannes Van Herck
‘Vorig jaar ben ik samen met een kameraad naar een stuwmeer in de PyreneeĆ«n geweest. We hebben er twee weken op een eilandje zitten vissen, met zicht op de bergen, zonder iemand te zien. Zalig gewoon. Soms denk ik: misschien moet ik ook eens iets van de wereld zien. Maar ik ga veel liever vissen.’
Sonja Parez (55) is lid van het Belgisch nationaal damesteam sportvissen. Ze nam al vijf keer deel aan het Wereldkampioenschap.
Ze speelde jarenlang voetbal, tot ze op haar veertigste moest stoppen door een blessure. Op zoek naar een nieuwe hobby begon ze mee te gaan met haar man Eddy, een gepassioneerd visser. ‘Ik dacht altijd dat ik geen geduld zou hebben om uren op een visstok te zitten kijken, maar verrassend genoeg lag het me wel’, vertelt Sonja. ‘Ik was er ook goed in, waardoor ik gemotiveerd was om verder te gaan.’
Ze is een stille visser, zegt ze, gefocust op haar hengel en dobber. Op een mooie zomeravond vist ze weleens in de vijver in hun tuin in Brakel, maar liever trekt ze naar de Dender of de Schelde. Ze zat ook al langs de waterkant in Spanje, Portugal, Hongarije, Polen en Zuid-Afrika voor het Wereldkampioenschap. Het lijstje van competities en prijzen dat Sonja kan voorleggen, is niet het minste.
‘Ik heb me flink moeten bewijzen in de mannenwereld van het sportvissen. Veel mannen deden er wat lacherig over dat ik mee kwam doen. Nu denken ze: oei, ik zit naast Sonja.’
Mannen deden er wat lacherig over dat ik mee kwam doen. Nu denken ze: oei, ik zit naast Sonja.
Het is een pijnpunt: zowel de aanwezigheid van als de waardering voor vrouwen in de hengelsport. ‘Op het Belgisch Kampioenschap staat er nog altijd geen toilet langs de waterkant, hoewel onze coach daar al jaren voor ijvert. Ik drink zo weinig mogelijk om niet naar het toilet te moeten. Mannenteams krijgen ook veel meer sponsoring, hoewel wij net hetzelfde doen.’
Ze grijpt elke kans om vrouwen warm te maken voor het vissen. ‘Als ik vrouwen zie die hun man gezelschap houden, vraag ik altijd waarom ze het ook niet proberen. Vaak vinden ze de wormpjes vies, of durven ze de vis niet aan te raken. Jammer, want het is echt een mooie sport.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier