Slowfood en charmante agriturismo’s in Istrië: onze tips in het Toscane van Kroatië

Istrië
Het glooiende landschap van Istrië, met de vele pittoreske dorpjes, doet denken aan Toscane. © Getty Images
Katrien Elen
Katrien Elen Freelancejournaliste

Een bloeiende slowfoodbeweging, charmante agriturismo’s en stadjes vol verhalen: het Kroatische schiereiland Istrië combineert cultuur, natuur en gastronomie, en dat in een zacht tempo.

‘De meeste inwoners van Istrië kunnen zich geen verre reizen veroorloven’, vertelt gids Sonia terwijl we door Pula wandelen, de grootste stad van het schiereiland. ‘Gelukkig is de streek rijk aan cultuur, natuur en gastronomie. De mensen hier hoeven niet ver te gaan om goed te leven.’ Sonia weet waarover ze spreekt. Vijftig jaar geleden ontvluchtten haar ouders het regime van Tito, president van wat toen nog Joegoslavië heette. Ze ruilden Pula in voor Parijs, waar de gids woonde tot haar 33ste. Nu is ze terug in het land van haar ouders.

‘Ik mis het intellectuele leven van Parijs’, zegt ze. ‘De eindeloze mogelijkheden van theater, cinema en musea. Maar het dagelijkse leven hier is oneindig veel beter.’ Die keuze voor levenskwaliteit zullen we op deze trip vaak horen vallen. Alles in Istrië ademt verfijning en kleinschaligheid: van de hotels tot de olijfkwekers en wijnboeren. Kwaliteit gaat hier boven alles en daar profiteren reizigers van mee.

Heerlijk verdwalen

Mijn lief en ik hadden al een half leven aan reizen achter de rug voor we elkaar leerden kennen. Een Europese bestemming waar we geen van beiden geweest zijn, vraagt dus altijd wat speurwerk. Kroatië hadden we allebei al meermaals bezocht, maar Istrië, het hartvormige schiereiland in het noorden, hadden we tot nu toe overgeslagen. Tot we lazen over een nieuwe generatie hoteliers en slowfoodinitiatieven die er voor een frisse wind zorgen.

Het amfitheater in Pula is een overblijfsel van de Romeinse overheersing. © Unsplash/Niels Bosman

We arriveren midden in het EK voetbal, maar de Kroatische vlaggen zijn schaars. Hoe de locals zich dan identificeren? In negen van de tien gevallen is het antwoord: ‘Als Istriër.’ Ze zijn trots op hun land, maar de geschiedenis heeft haar sporen nagelaten. ‘Mijn kinderen zijn geboren in Kroatië’, vertelt Sonia. ‘Mijn generatie in Joegoslavië, mijn ouders in Italië, mijn grootouders in Oostenrijk-Hongarije. Nog verder terug kom je bij de Venetianen en de Romeinen. Elk tijdperk liet hier zijn stempel achter.’ Die mix van invloeden zie je overal. In Pula bezoeken we het zesde grootste amfitheater ter wereld, terwijl we eerder op de dag op de Brijuni-eilanden koffiedronken in de grandeur van de Oostenrijks-Hongaarse hotels. Ook Joegoslavië is nooit ver weg: de eilanden – nu een nationaal park – waren ooit de geliefde zomerresidentie van Tito.

Hetzelfde verhaal horen we in de stadjes Poreč en Rovinj. Dankzij hun strategische ligging aan de Adriatische Zee valt hier op elke straathoek een stukje geschiedenis te rapen. Soms in vol ornaat, zoals de Romeinse mozaïeken in de Eufrasiusbasiliek, soms subtieler: een gotisch raam op een gevel waar de was hangt te drogen. Buiten het hoogseizoen is het heerlijk verdwalen in de steegjes. Toch stelen vooral Grožnjan, Bale en Labin in het binnenland ons hart. Er valt niet per se veel te bezichtigen, maar wel goed te leven. Uren koffiedrinken, een paar kleine galeries bezoeken, en na een avond in een jazzbar door stille straatjes naar je hotel wandelen terwijl je op de achtergrond huiselijke geluiden hoort van de vaat of een televisie – het is hier de norm.

In Rovinj valt er op elke straathoek een stukje geschiedenis te rapen.

Een adres dat die ontspannen sfeer perfect weerspiegelt, is restaurant Borghetto in Bale. We dineren in een feeëriek verlichte tuin, tussen lavendelstruiken en lampionnen. De chef-kok, die zelf mee opdient, serveert eenvoudige maar smaakvolle gerechten, zoals inktvis ‘naar het recept van grootmoeder’. ‘Mijn vader had vroeger een restaurant met twintig personeelsleden’, vertelt hij. ‘We waren open van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Toen hij op zijn 59ste overleed, besloot ik het anders aan te pakken. Nu heb ik tijd voor wat ik het liefste doe: praten met mijn gasten. En overdag ga ik naar het strand met mijn dochter.’

Zonder haast

‘Ik pik jullie over een paar uur weer op’, zegt Ilija van Libro Adventures. Dat lijkt ruim voldoende om twintig kilometer downhill te fietsen met onze e-bikes. Maar de Parenzana-route, die het Italiaanse Triëst met het Kroatische Poreč verbindt, is hier niet geasfalteerd. Zonder ervaring op gravel, en met hier en daar een rotsige ondergrond, gaan we ruim over onze tijd. Al kan het ook aan de vele stops gelegen hebben. De uitzichten zijn spectaculair: heuveldorpjes, wijngaarden en olijfbomen zover het oog reikt. Spannend zijn de lange, donkere tunnels – de route volgt een oude spoorlijn. ‘Geen stress’, lacht Ilija als we ons excuseren voor onze late aankomst. ‘Waarom zou je je haasten?’ Hij heeft gelijk. Deze regio dien je traag te ontdekken.

In het dorpje Motovun krijg je bij je lunch en diner een prachtig zicht over de vallei.

De grootste troef van Istrië is de gastronomie. Ze weerspiegelt de rijke geschiedenis, met Slavische, Italiaanse en Oostenrijkse invloeden. Een bezoek aan het binnenland is dan ook niet compleet zonder een wijnproeverij om de witte Malvasia en rode Teran te appreciëren. Bij boetiekwijndomein Visintin, in de heuvels rond Motovun, degusteren we tussen de eiken vaten en oude gebruiksvoorwerpen. Wijnboer Dean is de zesde generatie, en zijn Malvasia réserve smaakt fris en kruidig bij de omelet met truffel die zijn moeder heeft bereid. Dean doet alles zelf, met de hulp van zijn gezin, wat alles intiem en authentiek maakt.

De gastronomie weerspiegelt de rijke geschiedenis van Istrië, met Slavische, Italiaanse en Oostenrijkse invloeden.

Wijndomein Tomaz ademt een heel andere sfeer. Deze familie is nog maar vijftien jaar bezig en toch worden er jaarlijks 350.000 flessen gebotteld. Alles hier straalt luxe uit. In de stijlvolle proefruimte genieten we van een glas met een verbluffend uitzicht over Motovun en de omliggende wijngaarden. Deze plek is ideaal om een paar uur op adem te komen en enkele flessen uit te kiezen die de koffer ingaan, mee naar huis.

Olijfboomgaarden en truffelhonden

Niet alleen de wijn is hier van topniveau. Volgens de internationale Flos Olei-gids is Istrië wereldwijd dé regio voor olijfolie. Bij de familie Grubić in Bale leren we waarom. Nog voor we een slok proeven, ruiken we het aroma al. Deze olie is bitterder en pittiger dan we gewend zijn, door het koelere klimaat en de traditie die teruggaat tot de Romeinen. Er kan maar weinig op tegen deze olie van handgeplukte olijven, van bomen die vaak honderden jaren oud zijn.

Op elke menukaart in Istrië? Truffels! © Restaurant Zigante

En dan zijn er nog de truffels. Zeker in het binnenland is het uitzonderlijk om een menukaart te vinden zonder. In truffelhoofdstad Livade trekken we eropuit met Nikola, die een ingenieursdiploma heeft, maar vandaag leeft van de truffeljacht. In een gammele wagen komt hij aangereden. Uit de koffer springen zijn assistenten van de dag. Archie, de jongste truffelhond, is amper negen maanden. ‘Hij is nog in opleiding’, waarschuwt Nikola. ‘Van kleins af heb ik hem getraind. Eerst met truffelessence op de borst van zijn moeder, dan door truffels voor hem te verstoppen. Hij kent de geur. Het enige probleem is dat hij nog altijd denkt dat het een spel is.’

Dit is het Kroatische Piëmont: truffels in overvloed. Niet voor niets telt Livade 1000 honden voor 200 inwoners.

Tien minuten later graaft Archie enthousiast iets op, om het vervolgens zelf op te eten. Een beginnersfout. Gelukkig hebben we wat later meer geluk. ‘Het is deel van de job’, weet Nikola. ‘Je legt je lot in handen van je hond. Bovendien geeft een truffel maar heel kort zijn geur af. Het kan gebeuren dat ik niks vind, en dat een collega een kwartier later op dezelfde plek meer geluk heeft.’ Nikola klaagt niet. Dit is het Kroatische Piëmont: truffels in overvloed. ‘Niet voor niets telt Livade amper 200 inwoners, maar wel 1000 honden.’

‘Istrië is het Toscane van Kroatië’, lazen we nochtans in onze reisgids. Rijdend door de glooiende heuvels snap je waarom. De wijn- en olijfgaarden, de truffels, de pittoreske dorpjes: alles ademt mediterrane charme. Ook het licht, wanneer de avond valt, doet denken aan de Italiaanse regio. De vergelijking is echter overbodig: Istrië is geen afkooksel van Toscane, maar een volwaardige bestemming op zich.

Familiehotel La Grisa ligt in het historische centrum van Bale.

PLEKKEN OM TE ONTDEKKEN

Restaurant Fakin in Motovun
Hier proef je het beste van de regio. Bijzonder is hun signature dessert: ravioli gevuld met witte chocola en truffel in een saus van vijgen, amandelen en muskaatwijn. @konobafakin

Restaurant Zigante in Livade
In dit gastronomische restaurant van een voormalige truffeljager eet je het hele jaar door verse truffels. @restaurant_zigante

Snack Bar Rio in Rovinj
Laat je niet misleiden: dit adresje aan de plezierhaven is geen snackbar. Wij aten er boterzachte octopus, de allerverste vis en zeevruchtenfuži (een lokale pastasoort). @riorovinj

Pizzeria Rumore in Labin
De Napolitaanse pizza met pistachepesto, provola en mortadella is elke omweg waard. @pizzeriarumore

Jistra adventures
Istrië traag ontdekken kan ook vanop het water, met de kajak of SUP rond Kaap Kamenjak bijvoorbeeld. @jistraadventures

Hotel La Grisa in Bale
Charmant en elegant familiehotel in het historische centrum van Bale. @la.grisa

Hotel Peteani in Labin
Verfijnde uitvalsbasis voor de oostkust van het schiereiland met veel rotsstranden en verscholen baaitjes. hotel-peteani.hr

Lees ook: Van Zagreb naar Split: dit is de mooiste treinreis van Kroatië

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content