Sicilië: van jetset tot filmset
Sicilië inspireerde talloze cineasten, van Coppola tot Pasolini. In hun spoor ontdek je excentrieke palazzo’s, dorpen waar de tijd is blijven stilstaan en kleurrijke figuren. Zoals het bruidsmeisje uit The Godfather, dat vandaag een pizzeria openhoudt.
Woody Allen, Wim Wenders, Luchino Visconti: het is een bont gezelschap dat Sicilië op pellicule vastlegde. Boven aan de filmgeschiedenis van het eiland prijkt echter The Godfather van Francis Ford Coppola. Ter plaatse wijden touroperators uitstappen aan het maffia-epos en vind je even snel een T-shirt of koffie- beker met het hoofd van Marlon Brando erop als een met ricotta gevulde cannolo.
De inwoners van het echte Corleone in de provincie Palermo kunnen er niet mee lachen. De Corleonesi-clan speelde een grote rol in de toenadering tussen de Siciliaanse en de Amerikaanse maffia, maar daar wordt de stad liever niet aan herinnerd. De discussie over een naamswijziging laait er regelmatig weer op. Het echte Corleone was in ’71 trouwens al te veel verstedelijkt om het Sicilië van de jaren veertig op te roepen. Dat vond Coppola aan de oostkust, in twee bergdorpjes in de omgeving van Taormina.
DAG 1
Onze rondreis begint in Forza d’Agró, 420 meter boven de zeespiegel. Het uitzicht op de Ionische riviera is indrukwekkend, net als de verkenning – beklimming, zeg maar – van het dorp zelf: een middeleeuws web van steegjes die tegen een Normandisch fort aanschurken. De piazza waar de jonge Vito Corleone zich in een ezelszak verbergt voor belagers, de Santissima Trinitàkerk, schilderachtige steegjes met overlijdensaffiches en de geur van drogend wasgoed: alles klopt. Doodse stilte op een zonnige namiddag in mei en bouwvallige huisjes doen echter denken aan een spookstad. De uitgestorven restaurantchalet ‘Il Padrino’ aan de voet van het dorp en lege parkings voor touringcars zijn meer David Lynch dan Coppola.
gevaarlijker dan geweren
Een stuk levendiger is het naburige Savoca. Het rustieke gehucht telt maar tweehonderd zielen en één straat die naam waardig, maar Bar Vitelli en zijn knusse terras zijn een bedevaartsoord voor filmfanaten en wielertoeristen. In The Godfather ontmoet Michael Corleone (Al Pacino in de rol die voor zijn doorbraak zorgde) er zijn Apollonia en mijmeren zijn bodyguards dat Siciliaanse vrouwen gevaarlijker zijn dan geweren.
De bar opent weldra een boetiekhotel op de eerste verdieping en koestert zijn Godfather-look, maar de ambiance en gastvrijheid zijn authentiek. Binnen kun je een boerenhap nemen onder film- en setfoto’s, buiten geniet je van verse citroengranita en Siciliaanse koekjes met zicht op olijf- en citrusgaarden en de Chiesa di San Nicolò. Coppola draaide een van de bekendste huwelijken uit de filmgeschiedenis trouwens niet in, maar vóór de kerk. Pas uitgevoerde restauratiewerken pasten niet bij het arme Corleone uit het verhaal.
Het bruidsmeisje van de Corleones
“De filmopnames waren een happening, het hele dorp nam eraan deel”, vertelt Antonella Savoca (53). Zijzelf, nu de uitbaatster van pizzeria La Pineta, speelde als zevenjarige het bruidsmeisje van de Corleones. “Zonder casting. Het volstond dat ik enkele weken eerder een jurkje gekocht had voor het huwelijk van een nichtje.”
Destijds vermoedde niemand dat The Godfather zo’n fenomeen zou worden, lacht Antonella. “Nu organiseren we huwelijksfeesten met de kostuums en muziek van de film, en vorige week belde er nog een Japanse tv-ploeg aan. Als tiener zag ik de filmwereld wel zitten, maar ik heb er geen spijt van dat ik in Savoca gebleven ben. De hele wereld komt naar hier, en wanneer de autobussen ’s avonds vertrekken, keert de rust terug.” Bij het hartelijke afscheid houdt ze ons net niet in een wurggreep.
DAG 2
De volgende ochtend verkennen we heuvelstad Taormina, het ‘Saint-Tropez van Sicilië’. Coppola draaide er een scène in Taormina-Giardini, een treinstation in Siciliaanse art nouveau, Luc Besson en andere regisseurs in een voormalig dominicanenklooster dat nu het San Domenico Palace Hotel herbergt. Woody Allen van zijn kant voert in Mighty Aphrodite het Griekse openluchttheater op. ’s Zomers vinden er rockconcerten en opera- en filmvoorstellingen plaats, met zicht op de Ionische zee aan de ene kant en de Etna aan de andere.
Aperitieven in Wunderbar
Taormina werd eind 18de eeuw een artistieke hotspot. Wilhelm von Gloeden fotografeerde er schaars geklede knapen, nadien kwamen schrijvers als Oscar Wilde en Tennessee Williams en kunstenaars als Paul Klee en Gustav Klimt. Hollywoodsterren volgden na de oprichting van het jaarlijkse Taormina Film Fest in ’55.
Ondertussen is het jetset- gehalte gesleten, al wordt er de hele dag geflaneerd langs de modewinkels op de Corso Umberto. Stijlvolle terrassen zijn er onder meer in het Belmond Grand Hotel Timeo, de favoriete slaapplek van de filmwereld, en op de Piazza IX Aprile. De naar Marlene Dietrich vernoemde Wunderbar is er een vaste waarde.
Pacino’s stoel
In de namiddag rijden we zuidwaarts naar het kustplaatsje Fiumefreddo, vernoemd naar haar koude rivier met smeltwater van het Etna-gebergte. We worden er opgewacht door de eigenaar van het Castello degli Schiavi of slavenkasteel, een 18de-eeuws landhuis in rurale barokstijl. Pier Paolo Pasolini draaide er in ’68 enkele scènes van L’Orgia, maar het is vooral bekend dankzij de Godfather-trilogie. Apollonia komt er aan haar einde door een autobom, en later zakt Michael Corleone er in elkaar. Gastheer Franco Platania (73), ‘Barone Platania’, fronst de wenkbrauwen als we passen voor een selfie in Pacino’s stoel, op precies dezelfde plaats.
Zijn rondleiding leidt langs antieke meubels, familieportretten, pagina’s uit het draaiboek en de voor de bewaring van etenswaren bestemde kelder met tongewelven, ‘de schatkamer van de Corleones’. Ondertussen vernemen we dat Coppola weg was van de bijzondere hoektorentjes van het kasteel. De in de zwarte lavasteen gekerfde ogen en oren – reminders voor de arbeiders op de naburige landbouwgronden – pasten volgens de cineast perfect bij een verhaal waarin geheimhouding en verraad een belangrijke rol spelen. De baron, duidelijk in zijn nopjes met de belangstelling, valt nauwelijks bij te houden. “De bezoekers houden me jong, en wat zou ik anders doen met mijn tijd?”
DAG 3
Het zuidoosten van Sicilië werd op 11 januari 1693 getroffen door de sterkste aardbeving uit de Italiaanse geschiedenis. Uit de heropbouw van de totaal verwoeste steden ontstond de excentrieke Siciliaanse barok. Het mooiste voorbeeld is het elegante Noto, een stad in perzikkleurige tufsteen die fel contrasteert met de groene heuvels in de omgeving. De lokroep van de skyline, gedomineerd door de koepel van de kathedraal, is onweerstaanbaar.
Michelangelo Antonioni draaide er in 1960 enkele scènes van L’Avventura, waarin een man op zoek gaat naar zijn vermiste echtgenote, en uiteindelijk verliefd wordt op haar beste vriendin. We volgen de personages onder meer naar de oorverdovende klokkentoren van de Chiesa di San Carlo al Corso. We worden er beloond met een prachtig uitzicht op de kathedraal, palazzo’s met weelderige balkonnen en de Corso Vittorio Emanuele, in de vooravond het toneel van de typisch Italiaanse passeggiata. De trappen van de kathedraal zijn voor jong en oud een ontmoetingsplaats, en een hoorntje met amandel en pistache van de kiosk aan de overkant bevestigt dat je in Noto het lekkerste ijs van Sicilië vindt.
Scheiden op zijn Italiaans
Door uitgestrekte valleien rijden we vervolgens naar Ragusa, dat eveneens heropgebouwd werd. Het oudste gedeelte, Ragusa Ibla, is een volgebouwde rotskam in een ravijn. Een doolhof van slingerende stegen en steile trappen leidt er naar een heerlijke piazza met een sprookjesachtige kathedraal. De vele terrassen op het plein serveren onder meer arancini (gevulde en gefrituurde rijstballen), en die kunnen we na de afmattende wandeling goed gebruiken.
Ter plaatse wordt meteen duidelijk waarom het stadje een populaire filmlocatie is. Bekend is onder meer het in ’62 met een Oscar bekroonde Divorzio all’italiana, een komedie over een edelman die op eervolle manier van zijn vrouw af wil en haar dan maar tot overspel aanzet, zodat hij haar kan vermoorden. Later draaide Giuseppe Tornatore er L’uomo delle Stelle, over een bedrieger die goedgelovige dorpelingen wijsmaakt dat hij een succesvolle regisseur is die hen rijk en beroemd zal maken. Het na-oorlogse Italië uit de film vergde wellicht weinig props; Ragusa Ibla is zelf een reis terug in de tijd.
DAG 4
Van een heel andere orde is Palermo. Zo bekend als het Arabisch-Normandische erfgoed van de Siciliaanse hoofdstad is, zo berucht zijn ook haar helse verkeer en jarenlange verwaarlozing. Maar het historische centrum rijgt de pleintjes en monumenten aan elkaar, en de gratis buslijn langs de voornaamste bezienswaardigheden is mooi meegenomen.
48 naakte nymfen
Een goed referentiepunt is Quattro Canti, het kruispunt van de Corso Vittorio Emanuele en de Via Maqueda. Zijn vier barokgevels, vastgelegd door Wim Wenders in Palermo Shooting, zijn gedecoreerd met fonteinen en standbeelden. Vlak bij het ‘Teatro del Sole’ ligt La Martorana, een 12de-eeuwse kerk met Byzantijnse mozaïeken die ook te zien zijn in Anthony Minghella’s The Talented Mr. Ripley. Een andere eyecatcher is de Fontana Pretoria of Fontana della Vergogna (fontein van de schaamte), een marmeren spektakel met diverse bassins en 48 naakte nymfen en andere mythologische figuren.
Filmfanaten trekken naar het Teatro Massimo uit 1897, waar de Corleones aan het einde van de trilogie een opera bijwonen. Al tijdens de voorstelling bezwijkt een bondgenoot van de familie aan een giftige cannolo, en op de trap aan de Piazza Verdi volgt een schietpartij waarbij Mary Corleone (Sofia Coppola) sterft in de armen van haar vader. De rondleiding door ’s lands grootste operahuis geeft slechts een vluchtige indruk, maar we mogen wel plaatsnemen in de koninklijke loge met verguld stucco.
principessa!
Het best bewaarde geheim van Palermo is het Palazzo Valguarnera-Gangi op de Piazza Croce dei Vespri. Visconti draaide er met Burt Lancaster, Alain Delon en Claudia Cardinale in ’63 de balscènes van Il Gattopardo, een schets van de Siciliaanse adel ten tijde van de Italiaanse eenmaking in 1861. Het palazzo zelf staat nauwelijks op de toeristische kaart, want Giuseppe en Carine Vanni Calvello Mantegna di Gangi, afstammelingen van de adellijke familie die het palazzo in de 18de eeuw bouwde, openen hun woning enkel op afspraak.
“Toen mijn schoonmoeder in ’95 overleed, erfden we een krot”, vertelt de gastvrouw, die nog steeds aangesproken wordt met principessa. “Het palazzo en de delicate interieurs waren zwaar gehavend door waterlekken, brand en huwelijksfeesten. Alles moesten we restaureren.” Een fulltime job die al meer dan twintig jaar al haar tijd opeist, zucht Carine. “Het palazzo is mijn gevangenis geworden, maar hoe kun je afstand doen van zo’n waardevol familiaal erfgoed en jezelf nog in de ogen kijken?”
Het pronkstuk van het palazzo is de ballroom. Het samenspel van het vergulde meubilair, de wanddecoratie, de spiegels en gigantische Muranolusters creëert er een oogverblindend ‘gouden bos’. Ooit waren hier Europese monarchen en kunstenaars als Pierre-Auguste Renoir te gast, die er een portret van Wagner schilderde.
Van de regionale overheid of het stadsbestuur kwam nooit enige hulp, benadrukt Carine. “Elke centiem van de drie miljoen euro die we erin gestoken hebben, kwam uit onze eigen zak.” Het kinderloze koppel wil een stichting oprichten om het palazzo te beschermen, maar een vrij toegankelijk museum is uit den boze. “We willen hier de levensstijl en gastvrijheid van de Siciliaanse bourgeoisie overbrengen, en dat vraagt een persoonlijke ontvangst. En bordjes die mensen vragen om het parcours te volgen en overal af te blijven, daar houdt niemand zich aan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier