Opinie: Costa Rica en Oeganda tonen hoe we zesde massa-uitsterving kunnen vermijden
Om de zesde massa-uitsterving een halt toe te roepen, moet in 2030 ten minste 30 procent van de planeet worden beschermd. Klinkt dat ontmoedigend? Costa Rica, Oeganda en enkele andere landen tonen de weg, zeggen topambtenaren van het Oegandese milieuagentschap en de Costa Ricaanse minister van Milieu.
Het jaar 2020 moest een ‘superjaar’ worden voor de biodiversiteit. De centrale rol van de natuur voor al het leven op aarde zou worden erkend en tijdens verschillende evenementen zou een wereldwijde coalitie en een internationaal beleidskader worden uitgetekend. Dat was althans het plan.
Grenzen van de planeet
Op de VN-Biodiversiteitsconferentie gingen 196 regeringen de doelen vastleggen voor acties op vlak van natuurbehoud voor de komende dertig jaar. Op de VN-Klimaatconferentie zouden regeringen een laatste kans krijgen om meer ambitie te tonen in hun nationale klimaatplannen (NDC’s) om de klimaatverandering tegen te gaan.
Aangezien natuurbehoud meer dan een derde van de klimaatoplossingen in zich draagt, boden de onderhandelingen een gouden kans om de kloof te verkleinen tussen deze multilaterale overeenkomsten die cruciaal zijn voor de toekomst van de planeet.
In plaats daarvan is 2020 een jaar geworden waarin de natuur de mens heeft laten zien dat we de planeet tot aan haar grenzen hebben geduwd. Inger Anderson, uitvoerend directeur van het VN-milieuprogramma, zei het zo: ‘De natuur stuurt ons een boodschap.’
Covid, sprinkhanen en hittegolven
Covid-19, bosbranden, de invasie van sprinkhanen en hittegolven zijn uitingen van de gevolgen van de klimaatverandering en de teloorgang van de biodiversiteit. Het zijn slechts voorbodes van wat ons nog te wachten staat als de mensheid nu niet van koers verandert.
Zowel de Biodiversiteitsconferentie als de Klimaattop werden uitgesteld tot in 2021 en dat geeft ons wat extra tijd voor reflectie, op een manier die we zes maanden geleden niet voor mogelijk achtten, over de gevolgen van individueel, maatschappelijk en politiek handelen alsof er niets aan de hand is, business as usual.
We moeten innovaties onderzoeken die de fundamentele rol van de natuur in alles erkennen, van bedrijfsresultaten tot het menselijk welzijn en het voortbestaan van het leven op aarde.
Technologie met potentieel
De vierde industriële revolutie heeft ongelooflijke technologische veranderingen met zich meegebracht die het potentieel hebben om samenlevingen te transformeren. Ongeveer 2200 satellieten cirkelen rond de aarde. Die genereren ruimtelijke data die kaarten opleveren van bosbedekking en -verlies, menselijke aanwezigheid op aarde, stroomgebieden en landbouwproductie.
Geospatiale technologie op de grond vult deze gegevens aan en kan lokale en inheemse kennis over unieke ecosystemen in kaart brengen. Dit biedt essentiële kennis over het uitsterven van soorten, de vernietiging van ecosystemen en zoönotische ziekten zoals covid-19.
Zowel Costa Rica als Oeganda erkennen het potentieel van data die worden gegenereerd vanuit de ruimte, om een post-2020 Globaal Raamwerk voor Biodiversiteit op te zetten tegen de start van de volgende VN-Biodiversiteitsconferentie.
Essentiële gebieden
Costa Rica is een van de weinige landen ter wereld die de ontbossing heeft teruggedraaid en pioniert met een gedurfd plan voor CO2-reductie. Oeganda, een leidende kracht voor natuurbehoud in Afrika, speelt een cruciale rol in het VN-Biodiversiteitsverdrag. Het land is covoorzitter voor de ontwikkeling van het post-2020 Globaal Raamwerk voor Biodiversiteit en speelt een cruciale rol bij het begeleiden van de wereldwijde gemeenschap naar internationale verplichtingen waarvan wordt aangenomen dat ze een essentiële kans vormen voor regeringen om de biodiversiteit te herstellen.
Costa Rica en Oeganda lopen voorop wat betreft het gebruik van deze ruimtelijke data om ‘essentiële gebieden voor de ondersteuning van leven’ (ELSA’s) in kaart te brengen maar er zijn ook pilootprojecten bezig in Colombia, Kazachstan en Peru.
In deze essentiële gebieden wordt de cruciale biodiversiteit in stand gehouden, worden de mensen voorzien van voedsel en water en het zijn ook plekken waar CO2 wordt opgeslagen. ELSA’s kunnen bepalen welke regio’s prioriteit moeten krijgen voor bescherming, beheer en herstel.
Interactieve webtool
In Costa Rica hebben het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP), het ministerie van Milieu en Energie (Minae) en het Centrum voor Hoge Technologie (Cenat) een interactieve webtool gemaakt die ELSA-kaarten genereert.
Het Minae is van plan om die ELSA-kaarten te gebruiken om natuurlijke gebieden te identificeren die cruciaal zijn voor CO2-opslag, natuurlijke schoonheid, water en voedsel en cultureel erfgoed. Het zal op basis van deze gegevens ook landeigenaren compenseren die zich bezighouden met bescherming, herbebossing of boslandbouw.
In Oeganda zullen ELSA-kaarten laten zien waar actie nodig is om weidegronden, bossen, rivieroevers en moerasgebieden te beschermen, te beheren en te herstellen.
De Oegandese beleidsmakers zijn met name geïnteresseerd in oplossingen die vertrouwen op de natuur zelf voor levensonderhoud, klimaatbestendigheid en risicovermindering inzake natuurrampen, wat een topprioriteit is gezien de recente aardverschuivingen en overstromingen in het land.
ELSA-aanpak
De ELSA-aanpak kan een goede richtlijn zijn voor de ontwikkeling en implementatie van een post-2020 Globaal Raamwerk voor Biodiversiteit in Oeganda, Costa Rica en vele andere landen ter wereld.
ELSA kan een hulp zijn om verschillende doelstellingen te bereiken wat betreft natuurbehoud en de bescherming van soorten, aanpassing aan de klimaatverandering, waterbeheer, het voorkomen van rampen en de omgang met de opkomst van invasieve soorten.
Het in kaart brengen van deze essentiële gebieden voor de ondersteuning van leven, zal de sleutel zijn om het mondiale biodiversiteitskader na 2020 mee vorm te geven. De ELSA-kaarten bieden een scenario nog voor de onderhandelingen worden geopend en de beleidsdoelen worden uitgezet. Landen kunnen uit de gegevens afleiden wat haalbaar is.
Covid-19 heeft misschien de totstandkoming van het post-2020 Globale Raamwerk voor Biodiversiteit en de indiening van de definitieve klimaatplannen van landen uitgesteld tot in 2021, maar actie tegen het verlies aan biodiversiteit moet nu plaatsvinden. Om de zesde massa-uitsterving een halt toe te roepen, moet in 2030 ten minste 30 procent van de planeet worden beschermd. Klinkt dat ontmoedigend? Costa Rica, Oeganda en enkele andere landen tonen de weg.
Francis Ogwal en Tom Okurut zijn respectievelijk manager Natuurlijke Hulpbronnen en uitvoerend directeur bij de National Environment Management Authority in Oeganda, Carlos Manuel Rodriguez is de minister van Milieu en Energie van Costa Rica.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier