Op de Scilly-eilanden: havermoutpap met hete whiskysiroop

Door de zuidelijke ligging en de Golfstroom gedijen de mediterrane parasoldennen probleemloos op de Scilly-eilanden. © Maarten Inghels
Maarten Inghels
Maarten Inghels Antwerps Stadsdichter

Maarten Inghels is schrijver en Stadsdichter van Antwerpen tot 2018. Als hij niet ronddwaalt in de stad, wandelt hij naar verafgelegen plekken of bezoekt hij eilanden. Zo belandde hij onlangs op de Engelse Scilly-eilanden die bestaan uit 5 bewoonde en ongeveer 140 onbewoonde eilanden ten zuidwesten van Cornwall.

ZE DRINKEN EN ZE ROEIEN

Havermoutpap met hete whiskysiroop. Daarna kan ik kiezen tussen gepocheerd ei, roerei, ei met gerookte zalm, ei met gerookte schelvis, ei met toast, paarden-ogen. De eigenaar van Greenlaw’s Guesthouse loopt gebogen en met snelle passen van tafeltje naar tafeltje. Bij het schenken van de inktzwarte koffie vertelt hij over de donkere deken die hier in de winter over de eilanden valt. De toeristen blijven weg en de bewoners trekken zich terug in hun huizen of in de pubs met de lage zoldering. Maar nu is het hoogzomer en gonzen de vijf bewoonde en 140 onbewoonde Scilly-eilanden als bijenkorven.

“Iedereen weet hier alles van elkaar en als ze niets weten, dan vinden ze wel wat uit. Zo is iedereen tevreden”, vat de taxichauffeur het eilandleven samen. Je kunt niets verborgen houden voor elkaar, elk nieuwtje verspreidt zich met de wind over het water.

De meeste bewoners hebben zich daarbij neergelegd. Ze laten de voordeur open en de autosleutel nog in het contact. Op de Scilly-eilanden wordt er niets van elkaar gestolen, want je ontsnapt toch niet aan elkaar. Bovendien kennen de drie politieagenten hier iedereen bij naam en toenaam. De agenten krijgen maar een contract van twee jaar voor de eilanden, daarna roept Hoofdbureau Vasteland hen terug : de vakantie is voorbij.

'Osprey', een van de tien vaartuigen van de coöperatieve St. Mary's Boatmen's Association, die het transport tussen de eilanden verzorgt.
‘Osprey’, een van de tien vaartuigen van de coöperatieve St. Mary’s Boatmen’s Association, die het transport tussen de eilanden verzorgt.© Maarten Inghels

De activiteiten van de eilanders vatten ze zelf aardig samen: ze drinken en ze roeien. Op woensdagen en vrijdagen vinden er roeiwedstrijden plaats tussen de vijf eilandclubs. Met die rivaliteit tussen de eilanden valt het overigens mee.

De koks in de restaurants wisselen onderling zo snel van keuken en van muts dat het eten vaak inwisselbaar is. Er zijn natuurlijk niet oneindig veel manieren om krab klaar te maken. Doorheen de week sturen ze hun kinderen naar dezelfde kostschool op St. Mary’s. Het grootste eiland met de meeste voorzieningen : een smalle landingsbaan, een haventje, een supermarkt, een bank en een volkskundemuseum dat tot de nok is volgestouwd met elke penny en pijpensteel uit de lokale geschiedenis.

Af en toe tikt een grotere golf het eiland aan, een golf die het vermoeden met zich meedraagt dat er ergens in de verte een containerschip voorbijvaart. Meestentijds zie je enkel de getijden voor je raam voorbijstromen. De baai tussen de vijf eilanden wordt dagelijks tweemaal grondig schoongespoeld. Ooit waren de Scilly-eilanden één groot eiland met vijf heuveltoppen, vandaag is het een ondergelopen land. Het zoute water vreet de randen van de eilanden steeds verder aan.

In september is er een dag dat het water zo laag staat dat de bewoners tussen de eilanden kunnen wandelen. Het exotische wier en de vele schelpdieren liggen bloot op het zand. Wanneer de avond valt, staat het water weer aan de lippen van de wandelaars.

HET GETIJ BEPAALT DE DAGINDELING

Keien liggen als gespikkelde eieren in de branding van St. Martin’s. Het noordoostelijke eiland staat bekend om zijn turquoise water en fijnkorrelige stranden. De kam van het eiland is dichtbegroeid met varens, bessenstruiken, heide. Naargelang de getijden zijn de twee aanlegsteigers afwisselend in gebruik.

Ik loop het kustpad af, het ligt als een touw om het eiland. Ik hoor de zeehonden als ezeltjes balken bij een van de rotspartijen in zee en ben enkele uren weg van de wereld. Op eilanden, en in het bijzonder op de meer dan honderd Scilly-eilanden, word je gedwongen volgens een andere kloktijd te leven. Een dagindeling die onder meer wordt bepaald door de wisselende uurregeling van de veerboten. Die volgt het getij en de wisselvalligheid van het weer.

Halverwege mijn wandeling staat een van de vuurtorens ; knalrood en zonder ramen. Buiten mijn gezichtsveld bevindt zich Bishop Rock, een kleine rots met de King of the Lighthouses op. Weleens de eenzaamste vuurtoren ter wereld genoemd, werd de pilaar in de negentiende eeuw opgetrokken om naderende schepen te waarschuwen.

In september is er een dag dat het water zo laag staat dat de bewoners tussen de eilanden kunnen wandelen.
In september is er een dag dat het water zo laag staat dat de bewoners tussen de eilanden kunnen wandelen.© Maarten Inghels

Na de Bermuda-eilanden herbergen de Scilly-eilanden namelijk de grootste collectie aan scheepswrakken voor de kust. Een paar honderd zeilschepen uit de afgelopen tien eeuwen liepen tegen de rotsen. Onder andere in de Wingletang-baai op St. Agnes kun je tussen de stenen zoeken naar zeventiende-eeuwse muntstukken om ze voor een paar honderd pond te verpatsen aan de toeristenwinkels. Ik heb vijf dagen lopen scharrelen op de Scilly-eilanden, bijvoorbeeld bij een rotspartij die Horse Head heet, waar de rotsen als opgeblazen melkkiezen en wijsheidstanden liggen te rusten. Maar ik vond geen geld, ik zag enkel twee zeehondenogen nieuwsgierig naar mij staren.

HONDERDKLEURIGE GOUDFAZANTEN EN DE DODE OGEN VAN BOTEN

Op de boot naar Tresco woont een zwarte hond. Opgewonden patrouilleert die tussen bakboord en stuurboord. Samen zien we de vissen wegschieten over de bodem. We naderen de vele parasoldennen en cipressen op Tresco. Het zijn net pruiken op giraffenpoten. Het eiland is in privéhanden van een rijke familie, maar laat bezoekers en een honderdvijftigtal bewoners toe. Een van de habitués is een Engelse dame op leeftijd van wie ik een lift krijg in haar golfkarretje. Terwijl ze me door het weelderig groene landschap rijdt, vertelt ze over haar vakanties van weleer. Ze heeft de laatste sneeuw van 1986 nog meegemaakt, daarna heeft het nooit meer gevroren.

Het is een uitstekend klimaat voor eekhoorns en uitheemse vogels, die hier geen natuurlijke vijanden hebben. Er zijn geen slangen, marters, vossen. Bovendien vinden de diertjes beschutting in de Abbey Gardens van Tresco. Die paradijselijke tuinen rond de ruïnes van een oude abdij zijn volgestouwd met subtropisch plantengoed en sculpturen van oude Griekse goden. Onder meer Poseidon waakt over het park. Exotische bloemen beklimmen de verschillende terrassen van de heuvel langs slingerende paadjes, verborgen vijvertjes, fonteintjes en trappen.

Ik begin aan een hallucinerende wandeling in een bos met tientallen soorten eucalyptus. Wat volgt zijn betoverende tuinen waarin honderdkleurige goudfazanten en tamme zanglijsters aan mijn voeten rondscharrelen. Cactussen groeien als bloemkolen tegen verbrokkelende ornamenten. Op de begraafplaats groeien palmbomen uit vergane graven. Hyacinten fleuren de boel op.

Abbey Gardens op Tresco.
Abbey Gardens op Tresco.© Maarten Inghels

Ik eindig in Valhalla, het museum dat een collectie boegbeelden van scheepswrakken tentoonstelt. Een blauwe dolfijn, een vrouw met een voluptueuze boezem, een edelman, een godin, een gouden leeuw, een adelaar met een slang in zijn bek, een Romeinse soldaat… Het zijn de talismannen van versplinterde schepen, de dode ogen van oude boten.

KRABBENTROTS

Ik word van eiland naar eiland vervoerd door bootjes die Meridian of Osprey of Seahorse of Cyclone of Voyager of Golden Spray of Scillonian heten. Vanop de jetski-boot die Lightning heet, zie ik een regenboog zich in het kleine eiland Bryher boren.

Ik ben op weg naar de Crab Shack, een gewitte schuur in het gras tussen de Popplestone Neck en de Stinking Porth. Aan het plafond hangen de bekende grauwgroene visnetten. De gasten worden als sardientjes aan lange houten tafels ingeschoven, waarna de bestellingen snel worden opgediend in Portugese cataplana’s (koperen pannen met een deksel aan een scharniertje). Ik kan kiezen tussen Medium Crab, Large Crab of Monster Crab, en vooraf neem je sint-jakobsschelpen of mosselen.

De krabben zijn die ochtend in houten kratten door de vissers uit hun boten geladen. Vervolgens breekt de kok het uitwendige skelet en wordt de kreeftachtige geplukt. De serveerders van de Crab Shack vertellen trots dat ze de grootste uitvoerders van de schaaldieren zijn, tot in Azië blikken ze hun excellente krabbenvlees in. Ik houd eraan ze te geloven.

De krab wordt geserveerd met drie soorten boter: 1) knoflook en peterselie, 2) limoen en bieslook, 3) limoen, chili en gember. Men zou het tegendeel durven beweren, maar drie soorten boter voor een eiland van maar een paar vierkante kilometer groot is geen overbodige luxe. Ik stond ooit voor een winkelrek van een warenhuis in hartje Parijs waar ze meer smaken boter uitstalden dan het Italiaanse ijssalon wat verderop in de straat : pistache, zeezout, truffel, rozen, et cetera.

Na het dessert, een Eton mess, loop ik opgedraaid van de suiker, met de buik vol zoet krabbenvlees en rozig van de roséwijn, de nabijgelegen steile heuvel op. De zonsondergang tegemoet. Een sinaasappeloranje wolk in de vorm van een draaiende schijf drijft naar de horizon. Ik klauter steeds hoger naar de met gekleurd licht ingespoten watten, ze hangen nu boven het rotseiland Gweal. Met een gloeiend voorhoofd ga ik op een uitstekende steen zitten in het laatste rozige licht en wacht ik tot het donker invalt op dit eiland en in mijn hoofd.

Geen kunstwerk van Daniel Buren aan de horizon, maar de 'daymark' van St. Martin's, een baken voor de scheepvaart uit 1683.
Geen kunstwerk van Daniel Buren aan de horizon, maar de ‘daymark’ van St. Martin’s, een baken voor de scheepvaart uit 1683. © Maarten Inghels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content