Onverwacht citytripmateriaal: La Louvière langs het water
Wie tussen alle bekende Waalse steden en de obligate Ardennen op zoek gaat naar een originelere citytrip, komt al snel uit bij La Louvière. Fiets – letterlijk – door het industriële erfgoed, de cultuur en folklore met een verkwikkend tochtje langs (en over) het water.
Je kent de Henegouwse stad misschien wel van het voetbal – de broers Hazard leerden hier tegen de bal trappen – of van de Usines Gustave Boël, de staalfabriek van wijlen Jacques ‘papa van’ Boël. Maar in ‘la Cité des Loups’ valt naast flink wat industriële geschiedenis ook een hoop cultuur (ácht musea! Een kasteel!) en folklore te ontdekken, in een aangenaam kader.
Binche als opwarmer
La Louvière – tussen grote steden Charleroi en Mons in – draagt pas de titel van stad sinds 1985. Ze ontstond door industriële expansie als constellatie van verschillende plaatsjes en heeft dus geen echt stadscentrum. Maar laat dat je dus vooral niet tegenhouden om er de omgeving grondig te verkennen. De beste – en meest charmante – manier om zo veel mogelijk points of interest aan elkaar te rijgen is door langs het Canal du Centre te fietsen. Vanuit Binche cruise je zo veertig kilometer lang door het Unesco-erfgoed van Henegouwen. Als je de tijd hebt, is het absoluut de moeite om eerst een toertje te doen door het carnavalsstadje, langs het belfort, de stadswallen en het park. Dat kan met een begeleide tour of de gratis app waarbij je de stad bezoekt met behulp van augmented reality (inclusief schattenjacht). In het Internationaal Museum van het Carnaval en het Masker kan je je vervolgens verdiepen in de geschiedenis van de Waalse folklore. Daarna stap je op je tweewieler en bol je, via het plattelandsdorpje Estinnes-au-Val, richting water…
Cruisen langs het kanaal
Het kanaal getuigt samen met de vier eeuwenoude scheepsliften van de industriële gloriejaren. Deze werden, samen met de mijnsite van Bois-du-Luc, erkend als Unesco-werelderfgoed. Naast de site met de liften zelf kan je er de tentoonstelling bezoeken met als kers op de taart een mooi panorama van de omgeving. Zelfs als je niet honderd procent into terrils en kompels bent, is het hier de moeite, zeker op een warme zomerdag. Het voormalige goederenkanaal is nu een toeristische trekpleister. Je kan het afvaren op een promenadeboot of er zelf op ronddobberen met een elektrisch bootje (geen vaarbewijs nodig).
Maar niet zonder eerst de moderne kabellift van Strépy-Thieu van naderbij te bestuderen, natuurlijk. De tweede grootste bootlift ter wereld is voorzien op 1350 ton. Vanop honderd meter boven de grond heb je indrukwekkend uitzicht.
Kompels en kasteelheren
Voor de voormalige mijnsite van Bois-du-Luc (1685-1973) fiets je een eindje weg van het water. De goed bewaard gebleven erfgoedsite met groen begroeide terrils is zeker een pitstop waard. De omgeving rond de Saint-Emmanuel-mijnschacht groeide immers uit tot een volwaardig dorp met, naast de industriële gebouwen, onder meer een school, kerk en arbeiderswoningen. Een fascinerende microkosmos vol verhalen die je meenemen in de tijd.
Fiets zeker even door naar Musée de l’immigration italienne om het industriële verhaal door de ogen van de Italiaanse immigranten te beleven. Bij la Cantine des Italiens kan je trouwens ook fietsen huren of iets eten.
Normaal stuurt de fietsroute je daarna van Bois-du-Luc terug richting Binche. Heb je nog goeie benen, waag dan toch nog de omweg van een halfuurtje langs het Kasteel van Seneffe.
Omhels het vakantiegevoel in de setting van het achttiende-eeuwse kasteel met orangerie, neoclassicistisch theater, volière en beschermde kasteeltuinen in een park van 22 hectare. Met wat geluk kan je er een expo, concert of ander evenement meepikken. De permanente tentoonstelling ‘Praal en intimiteit’ omvat meer dan 500 staaltjes van edelsmeedkunst – één van de grootste collecties in België. Wil je een rondleiding op de site? Dan kan je de gratis app downloaden of een tablet huren.
Extra tips voor La Louvière
- De Spaanse straatkunstenaar Isaac Cordal liet zijn twintig centimeter hoge figuurtjes na het Naamse stadscentrum ook in het Henegouwse landschap achter. Je vindt de veertig maatschappijkritische sculpturen (goed verstopt) op een fietsroute langs Écaussinnes, Seneffe, Binche en La Louvière. Het traject overlapt voor een stuk dat van de fietstocht hierboven. Goed rondkijken, dus!
- Of fiets de museumroute… Zo wieler je van La Louvière naar Seneffe, via Binche en Morlanwelz, van museum naar museum. Naast de mijnsite Bois-du-Luc en het Internationaal Museum van het Carnaval en het Masker in Binche zijn dat het Grafisch Centrum (hedendaagse gravure), Keramis (keramiek – op het terrein van de voormalige Manufacture Royale La Louvière Boch), Mill (met werk van beeldhouwer Idel Ianchelevici), het Koninklijk Museum van Mariemont met park, Centre Daily Bul & C° (surrealisme) en het kasteel van Seneffe en museum voor edelsmeedkunst. Je kan de weg uiteraard ook met de wagen afleggen.
- Onderweg met kinderen? Fietsen en bootjes zijn natuurlijk ook leuk met jong geweld maar die veertig kilometer erfgoed is misschien nét iets te veel van het goede. Met het recreatiedomein van Claire Fontaine in het vooruitzicht win je vast hun aandacht: hectares aan groen mét speeltuin, minigolf, waterfiets, tokkelbaan, boomklimparcours, zwembaden en waterglijbanen, op 15 kilometer van Canal du Centre.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier