Niet te missen in Mexico City: 10 musea en architecturale parels
Wie houdt van traditionele, gewaagde of hypermoderne architectuur en niet vies is van een museumbezoek of twee, komt in Mexico-Stad aan z’n trekken. De mix aan gebouwen is er fantastisch. Wij zetten tien toppers op een rij.
Mexico-Stad is groter dan New York. Geen wonder dat er zoveel architecturale parels in verborgen liggen. Soms verwijzen ze expliciet naar de rijke Mexicaanse cultuur, dan weer zijn ze hyperfuturistisch. Je kunt het best je bezoeken per wijk clusteren. Wij stippelden vier dagen uit waarin je de knapste gebouwen makkelijk met elkaar kan combineren.
Dag 1: Chapultepec Park
Luís Barragán ontwierp zijn eigen huis in 1948 en won als enige Mexicaan ooit de Pritzker-prijs voor architectuur. Vandaag kan je zijn kamers en objecten nog in hun originele staat bezoeken. In 2004 kwam het huis op de lijst van UNESCO Werelderfgoed te staan, als enige privéwoning in heel Latijns-Amerika. Het bestaat uit een compact blok dat je vanop straat enkel aan een streepje kleur herkent. Je komt hier binnen in een nauw gangetje dat naar een centrale lobby uit vulkanisch gesteente leidt. De mooie patio’s, strakke lijnen in ruwe materialen, het zicht op de wilde tuin en vooral de felle kleuren maken van dit gebouw een blijver. Tickets te pakken krijgen is niet vanzelfsprekend. Je kan best twee à drie weken op voorhand boeken, maar veel langer op voorhand zijn de felbegeerde plekjes nog niet opengesteld. Regelmatig de website checken is de boodschap.
Museo Tamayo is in de breedte opgetrokken uit betonnen platen, met bonuspunten voor de prachtige, lichtrijke lobby waarin werken hangen die de zon reflecteren. Het museum werd genoemd naar de Mexicaanse muralist Rufino Tamayo en ging in 1981 open, maar acht jaar later richtten hij en zijn vrouw Olga een fonds op om nieuwe generaties Mexicaanse kunstenaars extra kansen en exporuimte te geven. Het zijn die laatsten die hier vooral aan bod komen, naast werken van wijlen Tamayo zelf. Leuk weetje: de voetpaden in Chapultepec Park zijn uit dezelfde steen gehouwen als de trappen van het museum. Alle wegen leiden naar Museo Tamayo, zo lijkt het wel.
— Museo Nacional de Antropología
Waar anders dan in Mexico-City is het antropologiemuseum een must? In het hart van het park komen duizenden indrukwekkende artefacten van de Maya’s en Azteken samen, waaronder een beroemde zonnesteen uit de 16de eeuw. Aan het gebouw van Pedro Ramírez Vasquéz uit 1964 valt vooral het centrale plein op, waarop schaduw valt door een gigantische vierkante paraplustructuur. Via een al even imposante bronzen kolom vol symboliek over Mexico stroomt er water naar beneden. Het museum zelf is zó groot dat je wel zal moeten kiezen tussen de 23 zalen. Ook leuk en leerrijk voor kinderen, trouwens. Even uitblazen? In het museumrestaurant met elegant terras kan je lekker tafelen voor een schappelijke prijs.
Dag 2: De Polancowijk
Het Camino Real vijfsterrenhotel in Polanco past met zijn felroze en -gele buitenwanden bij de kleurrijke school van Luís Barragán, maar werd hier door architect Ricardo Legorreta neergepoot als draaischijf voor de Olympische Spelen in ’68. Het knalroze volume doet dienst als een interface tussen het hotel en de straat. De fontein aan de voorkant, waar je met de auto rond rijdt, geeft dit gebouw een typisch chique-hotel-elan. Binnenin vind je enkele belangrijke kunstwerken van onder meer Rufino Tamayo en Mathias Goeritz. Camino Real Polanco fungeerde trouwens ook als hoofdkwartier tijdens het WK voetbal in ’86.
Door zijn asymmetrische vorm en spiegelende gevel lijkt het Museo Soumaya een sculptuur, maar dan van een ander kaliber dan de werken binnenin. De tweede grootste collectie van Auguste Rodin-sculpturen huist hier, net als werk van Salvador Dalí, heel wat impressionisten en een eclectische mix uit de renaissance en middeleeuwen. Het skelet van Soumaya bestaat uit 28 stalen kolommen die elk op een andere manier werden gebogen, met daarrond zeven ringen voor stabiliteit. De stalen structuur werd opgevuld met aluminium hexagons, waardoor het museum zowel organisch als futuristisch aandoet.
Het Jumex-museum werd tien jaar geleden ontworpen door de Britse starchitect David Chipperfield, die dit jaar de Pritzker-prijs voor architectuur won. Jumex is volledig uit travertin uit het Mexicaanse Veracruz gehouwen, een knipoog naar de monolithische steenhouwpraktijken van de Mexicaanse inheemse culturen. Het gebouw werd op hetzelfde plein als Museo Soumaya opgetrokken in de vorm van een oude fabriek en verwijst zo naar de industrie in de wijk. Het Jumex staat op kolommen, waardoor het gelijkvloers als een publiek plein fungeert. De eerste verdieping wordt grotendeels ingenomen door grote open terrassen. In de galerijen op de hogere verdiepingen strooit het zaagtanddak het licht elegant naar binnen. Je vindt er hedendaagse expo’s van topkwaliteit en de entree is gratis.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Dag 3: Roma en het centrum
Deze grote fabriekssite aan de rand van de gezellige Roma-wijk werd speels en kleurrijk verbouwd tot ateliers en werkruimtes voor architecten, ontwerpers en kunstenaars. Ze zijn verbonden door groene looproosters die matchen met het meubilair in de gemeenschappelijke binnenplaats – een verfrissende plek om even op adem te komen, iets te drinken of een kleinigheidje te eten. Wandel ook zeker naar het dak voor een uitzicht op de site.
In 2006 ontwierp Alberto Kalach deze bibliotheek met groene boekenkasten die als stalen druiventrossen aan het plafond hangen. De façade van de bib is grotendeels van glas, zodat de imposante structuur toch heel licht aanvoelt. Kunstenaar Gabriel Orozco maakte een replica van een walvisskelet dat tussen de boeken hangt, wat ervoor zorgt dat de woorden bibliotheek en edgy hier geen tegengestelden zijn. In de bib huist een auditorium met 489 zitplaatsen en tal van gespecialiseerde ruimtes, zoals een braillezaal, een muziekzaal, een zaal voor jongvolwassenen en een kinderzaal. Rondom de bib ligt een botanische tuin met 168 verschillende soorten bomen.
Dag 4: Frida
— Casa Estudio Diego Rivera y Frida Kahlo
In een functionalistische stijl met hints naar Le Corbusier, bouwde de 24-jarige Mexicaanse architect Juan O’Gorman een huis voor zijn vader op een van twee tennisbanen die hij met zijn eerste centen kocht. Hij vroeg aan toenmalig bekend kunstenaar Diego Rivera om langs te komen en die laatste was enorm onder de indruk van het ontwerp. Ze maakten een deal. Rivera mocht de aanliggende tennisbaan van O’Gorman voor een prijsje overkopen, op voorwaarde dat de jonge architect het ontwerp van Rivera’s huis en studio voor zijn rekening mocht nemen. Het resultaat is Casa Estudio Diego Rivera y Frida Kahlo, twee huizen die door een loopbrug verbonden zijn en een natuurlijk hek van cactussen hebben. In het rood-witte volume bezoek je Rivera’s voormalige woning en studio, die met schilderijen, tekeningen, persoonlijke objecten en foto’s het leven en werk van Diego en Frida etaleert. Het blauwe volume van Frida is binnenin leeg, maar loont ook absoluut de moeite qua architectuur en indeling.
Voor het werk van de bekendste kunstenares van Mexico moet je een paar kilometer verderop naar Casa Azul – of Museo Frida Kahlo – waarin ze in 1907 werd geboren en 47 jaar later overleed. De ruime diepblauwe woning is niet enkel omwille van de vele kunstwerken een must, je ontdekt ook hoe Frida hier dankzij haar tragische gezondheid begon te schilderen, met spiegels boven haar bed om zelfportretten te kunnen maken. Frida kreeg op zesjarige leeftijd polio en had op haar achttiende een zwaar busongeval waarvan ze de gevolgen haar hele leven meedroeg. De onregelmatigheden in haar lichaam verstopte ze onder orthopedische korsetten en prachtige jurken, die pas in 2004 in een afgesloten ruimte werden ontdekt. Haar werken en huis zijn prachtig, maar het is vooral doorheen de tentoonstelling van haar kledij dat je ontdekt hoe tragisch haar lot was, hoe ze met haar kunst haar vrouwelijkheid en Mexicaanse roots eerde en naast een groot aanhanger van het communisme ook een voorvechter van schoonheid was. Je ontdekt ook hoe grote modehuizen als Jean Paul Gaultier Frida tot hun muze maakten en hoe belangrijk ze nog steeds is voor de populaire cultuur. De prachtige binnenplaats vol exotische planten is een mooie afsluiter van dit bijzondere gebouw. Tickets zijn gegeerd, boek dus zeker op voorhand.
Jezelf tussen de wijken verplaatsen?
De metro in Mexico-Stad is van wereldniveau en overal rijden er taxi’s of Ubers. Eenmaal in een bepaalde wijk verplaatsten wij ons met EcoBici, deelfietsen van de stad die je met behulp van een app kunt ontgrendelen. Omgerekend kost het deelsysteem 6,5 euro voor één dag, 13 euro voor drie en 21,60 euro voor een week. Je hebt zelfs geen mobiel internet nodig, overal in de stad kan je gebruikmaken van gratis wifi – al is het signaal niet altijd even sterk. De wijken Roma en Condesa zijn met hun belle-époqueachtige herenhuizen, Californische art-decogevels, goedkope (vegan) tacotentjes, hippe winkels en bruisende cafés en restaurants de ideale uitvalsbasis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier