‘Niet rennen als de leeuw aanvalt’: onze journalist ging op wandelsafari in Zambia
Zambia viert zestig jaar onafhankelijkheid. In het Afrikaanse land waar wandelsafari’s de ultieme vorm van slow travel zijn, kwam onze reporter midden in een aflevering van Planet Earth terecht.
‘Hij zal waarschijnlijk een schijnaanval doen zodra hij ons ruikt. Maar onthoud: blijf staan en geniet.’ Onze gids Jason wijst naar de leeuw die amper honderd meter verder ligt te soezen tussen bleekgele grashalmen. De vijfdaagse wandelsafari is nog geen dertig minuten bezig en ik begin al te twijfelen of dit allemaal wel zo’n goed idee was.
We zijn in South Luangwa, een van de oudste nationale parken van Zambia. Je kunt hier vrijwel overal – onder begeleiding van een senior gids, bewapende scout en gids in opleiding – een wandelsafari doen, variërend van een paar uur tot twee dagen. Voor deze lange wandelexpeditie zijn we echter naar het meest noordelijke deel van dit 9050 vierkante kilometer grote natuurpark getrokken, ver weg van safarilodges, jeeps en zelfs andere wandelaars.
Ik krijg klamme handen wanneer onze scout met een glimlach een kudde van driehonderd buffels aanwijst die op ons af komt slenteren.
Robin Pope Safaris is de enige organisatie die in deze regio meerdaagse voettochten aanbiedt. Hikend trek je naar de volgende glampingtent, gemiddeld twaalf kilometer per dag, dwars door het meest ongerepte deel van dit park. Aangezien elk kamp volledig wordt afgebroken en op de volgende locatie weer opgebouwd, zijn onze voetstappen het enige wat achterblijft.
Terug naar leeuw Mufasa. Terwijl ik mijn hartslag bijna kan horen, zie ik hoe het dier ineens zijn kop omdraait. Zijn gele ogen priemen dwars door de verrekijker in de mijne. Mufasa staat op en spurt weg, naar het struikgewas aan de horizon. Opgelucht laat ik mijn verrekijker zakken. ‘Kom,’ zegt Jason, ‘laten we kijken of we de kill kunnen vinden.’ Ik twijfel, maar dan herinner ik me dat hij dit werk al bijna veertig jaar doet. Zonder morren schaar ik me weer achter de gids.
Geen veilige buffer
Dat we in Zambia zijn uitgekomen voor een actievere variant op de jeepsafari is niet onlogisch. Het land, dat ten zuiden van Congo in het hart van Afrika ligt, viert op 24 oktober zestig jaar onafhankelijkheid en is een stabiel baken in Afrika. Toch blijft Zambia als safariland grotendeels onder de radar, wat dan weer als prettig voordeel heeft dat je hier geen files richting luipaarden of leeuwen zult aantreffen, zoals elders op het continent. Bovendien is de wandelsafari hier ontstaan. Het concept werd decennia geleden in South Luangwa geïntroduceerd door de Britse conservator Norman Carr, in een poging een vorm van duurzaam toerisme te introduceren.
Het is diezelfde Norman Carr die in zijn vrije tijd gids Jason als jonge knul meenam op game drives. Vervolgens leerde Jason het vak van Normans protegé Patrick en lokale scout Chulemba. Voor Jason gaat er niets boven een wandelsafari. ‘Wandelen maakt een safari persoonlijk’, legt hij uit. ‘Te voet reageren dieren direct op ons, we zijn immers onderdeel van het ecosysteem. Het is ook emotioneler, want wij reageren net zo goed op hen, er is geen auto die als veilige buffer dient. Je bent volledig ondergedompeld in de natuur.’
Halverwege de eerste dag begin ik te begrijpen wat hij bedoelt. Ook al krijg ik klamme handen als onze scout Prist, nog zo’n ervaren rot in het vak, met een glimlach een kudde van driehonderd buffels aanwijst die op ons af komt slenteren. Ik weet dankzij Jasons uitleg dat we best kunnen blijven staan zolang we uit de wind blijven en hun genoeg vluchtruimte geven. Als de wind plots draait en de buffels in hun houding bevriezen, koppen omhoog, hoorns blinkend in de zon, laten we hen bepalen wat de volgende stap is. Waaraan wij vervolgens weer onze route aanpassen.
Alles is heel anders dan in een jeep, waar je bij wijze van spreken naast het wild parkeert om een foto te maken en na een minuut of wat weer verdergaat. We bewegen trager door het landschap, schikken ons naar de kuddes om ons heen. Ondertussen leren we dierengedrag en vegetatie te herkennen. En de dieren zelf. Wanneer we de volgende dag weer de mannetjesolifant met een enkele slagtand tegenkomen, weet ik dat hij niet snel schrikt van mensen te voet en dat het oké is om hem wat dichter te passeren.
Lees ook: Safari and the city: waarom Kenia op de reisradar van elke stadsmus moet staan
Overal een verhaal
Het is echter een misvatting dat een wandelsafari draait om zo dicht mogelijk bij groot wild te komen. Maar het is evenmin een museum shuffle, waarmee Jason doelt op het simpelweg aanwijzen van een karmozijnrode worstboombloem op de grond, een pootafdruk van een stekelvarken in het zand of een zadelbekooievaar in de lucht.
‘Elke wandeling heeft een eigen flow. ’s Nachts hoor je misschien gebrul, en dan ga je de volgende dag op zoek naar wat er is gebeurd. Je analyseert afdrukken op de grond, probeert geuren te volgen, alarmsignalen op te vangen en kijkt naar het gedrag van prooidieren.’ Soms lijkt de lucht geruisloos stil en de vlakte uitgestorven. Niets is minder waar. ‘Als je goed om je heen kijkt, vind je overal een verhaal.’
Ook het landschap zelf is een verhalenbundel. Hier kun je alle landschappen van South Luangwa doorkruisen in één wandeling. Van droge rivierbeddingen, heuvelachtig bosgebied, vlak grasland en halvemaanvormige lagunes tot herfstkleurig Mopanibos. Dat lappendeken zorgt voor een enorme biodiversiteit en trekt soorten aan die je alleen in dit deel vindt, zoals de paardantilope en grote kuddes elandantilopen.
Stropers op afstand
Alles heeft invloed op elkaar in dit natuurgebied. Net als de seizoenen, waterstanden of de insectenpopulaties hebben ook de toeristen die hier rondlopen een effect op de omgeving. Ze houden stropers op afstand. Een fijne bijkomstigheid, want ook al heeft Zambia na zestig jaar onafhankelijkheid een zeker evenwicht gevonden, het land kampt met een tekort aan onder meer elektriciteit en financiële slagkracht. South Luangwa wordt weliswaar door de overheid beheerd, het klopt voor zaken zoals wegenonderhoud aan bij private lodges in het park. Voor minder prominente gebieden – zoals Kafue in het noordwesten van het land – zijn simpelweg geen middelen beschikbaar.
Gelukkig zijn er organisaties zoals Musekese Conservation, dat meer dan tien jaar geleden in Kafue neerstreek in een poging stropers een halt toe te roepen door twee lodges te bouwen en een antistropersbrigade op te richten. ‘De overheid heeft niet genoeg middelen om voor alle twintig nationale parken te zorgen. Het gebied aan deze kant van de rivier de Kafue is twee keer zo groot als de Masai Mara in Kenia’, verklaart Phil, een van de oprichters van Musekese. Met de inkomsten van hun lodges en aanvullende donaties bekostigen ze de training van scouts, patrouillemateriaal en een klein onderzoeksteam.
Ik stap zorgeloos door menshoge grasstengels in de richting van leeuwengebrul en buig me even later over witte hyenadrollen.
De grootste bedreigingen voor het park zijn ontbossing en snares, valstrikken van ijzerdraad, geplaatst door de lokale bevolking. Al is het geen wij-versus-zijverhaal, benadrukt Phil: ‘Het is niet de bedoeling dieren boven lokale mensen te plaatsen. Er is een gebrek aan betaalbare energie, waardoor mensen genoodzaakt zijn goedkopere oplossingen te vinden. Het gaat over hoe het land wordt gebruikt, en wij proberen dat via educatie en bescherming van grondstoffen te veranderen.’
Met succes. Sinds de eerste metingen is de populatie Afrikaanse honden verdubbeld en de leeuwenpopulatie in de regio hersteld. De organisatie denkt nu aan uitbreiding naar North Luangwa, een nationaal park op een olifantenloopafstand van waar wij onze wandelsafari doen.
Gin-tonic bij zonsondergang
Op de voorlaatste dag van onze wandelexpeditie heb ik deze ultieme vorm van slow travel volledig omarmd. Natuurlijk draagt de glampingset-up daar ook haar steentje aan bij. We slapen in tenten met echte bedden, krijgen op bestelling een bucket shower met warm water, eten verse maaltijden en in een grondoven gebakken koekjes en sluiten elke dag af met een gin-tonic bij zonsondergang. Toch is het vooral het stilstaan bij het kleine, het aanpassen aan het grote en het gebrek aan wifi waar ik het meest van geniet.
Ik stap nu zorgeloos door menshoge grasstengels in de richting van leeuwengebrul, buig me even later over witte hyenadrollen, proef een boon van een appelschilboom en zie hoe de zon verandert in een roodroze bol tussen de takken van een winterdoornboom. Met elke stap komen we dichter bij het uitzichtpunt waar we de dag afsluiten met een cocktail.
Het is de stem van Kamisa, de gids in opleiding, die me uit mijn gedachteloze staat haalt. ‘Dogs, dogs, dogs’, roept hij, en hij wijst naar rechts. Zijn ogen hebben hem de afgelopen dagen geen moment in de steek gelaten, zelfs een wandelende tak spot hij met gemak. Een impala suist op een tiental meter voorbij, en nog een, op de hielen gezeten door vijf Afrikaanse wilde honden. Twee leden van de roedel stoppen en kijken de zes toeristen en hun drie begeleiders verbaasd aan. Een korte blaf. Gegrom. We staan in de weg, maar met de rivier achter ons kunnen we nergens heen. De honden hervatten hun achtervolging, passeren ons en jagen de impala de zwak stromende rivier in.
Een volledige aflevering van Planet Earth voltrekt zich voor onze ogen en wij staan er middenin.
Heen en terug
We namen een nachtvlucht van Brussel naar Lusaka met tussenstop in Doha, met Qatar Airways. Vanaf 1150 euro per persoon. qatarairways.com
Voor deze reis werden we begeleid door de Belgische touroperator Sur La Iri, gespecialiseerd in duurzame reizen naar Afrika.
De wandelsafari met Robin Pope Safaris was onderdeel van een zestiendaagse rondreis door Zambia, die volledig op maat van onze wensen en budget werd samengesteld. Voor een wandelsafari betaal je vanaf 5700 euro per persoon (geen singletoeslag). Inbegrepen zijn alle transfers, vijf nachten mobile glamping, twee overnachtingen in lodges aan de rivier, ontbijt, tweegangenlunch, driegangendiner, dranken en alle wandelactiviteiten. surlairi.com
Nog in de buurt
In Lower Zambezi kun je safari’s doen op en rond de grote rivier de Zambezi. Verblijf in Chula of Kutali en draag zo ook bij aan het werk van de Musekese Conservation.
Bezoek ‘de rook die dondert’, de machtige Victoria-watervallen, vanuit Livingstone. Hier kun je ook terecht voor wildwaterraften, een plons in Devil’s Pool en andere adrenalinekicks.
Lees ook: ‘Neushoornkaka verzamelen en cheeta’s spotten: waarom een safari met een kleuter wél loont’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier