Deze dieren kan je tegenkomen in Yellowstone
Bizons en Yellowstone horen bij elkaar, maar er leven veel meer dieren in het natuurpark. Enkele van de meest opvallende.
Bizons
Rond 1800 bevolkten 65 miljoen bizons de Amerikaanse prairies. Negentig jaar later waren er nog maar 1000 over. Om volledig uitsterven te voorkomen, is men in Yellowstone begonnen met het fokken van bizons om zo de populatie weer te doen toenemen.
Het resultaat was dat er in 1954 opnieuw 1500 bizons leefden. In 1968 is men gestopt met het fokprogramma en heeft men de verdere ontwikkeling overgelaten aan de natuur. Met succes, want er lopen nu weer 4300 bizons vrij rond.
Met een gemiddeld gewicht van 900 kg en lengte van 1,80 meter zijn het de grootste grazers in Yellowstone. Het lijken zeer logge, lompe dieren, maar laat je daardoor niet misleiden; ze kunnen 50 km/u rennen. De vrouwtjes en jongen vormen altijd groepen, terwijl de mannetjes meestal alleen rondtrekken, met uitzondering van de maanden juli en augustus, de paringstijd. De kalfjes worden in april of mei geboren.
Je kan bijna niet om de bizons heen in Yellowstone. In de zomer zorgen ze geregeld voor verkeersopstoppingen door midden op de weg te blijven staan. In Lamar en Hayden Valley waan je je in een cowboyfilm wanneer je honderden bizons rustig ziet rondwandelen.
’s Zomers staan ze te grazen op de uitgestrekte weiden en in de winter begeven ze zich naar de thermale gebieden. De sneeuw ligt daar minder dik en daardoor kunnen ze gemakkelijker bij het gras komen door met hun kop de sneeuw aan de kant te duwen.
Aan zogenaamde ‘wallows’ (een soort ondiepe kuilen) zie je dat er bizons in buurt zijn geweest. Ze hebben namelijk de gewoonte om op hun rug in het zand te rollen om de insekten uit hun vacht weg te jagen en verlost te worden van de jeuk die deze beestjes veroorzaken.
Grizzlyberen
Voordat de kolonisten massaal in Amerika arriveerden, behoorden grote delen van Noord-Amerika toe aan de grizzlyberen. Ze hoefden immers geen enkel ander dier te vrezen. Dat veranderde met de komst van de mens. De kolonisten schoten zoveel beren af dat ze bijna volledig verdwenen. In 1886 werden de grizzlyberen in Yellowstone een beschermde diersoort, maar dat loste het probleem niet op.
Zowel grizzlyberen als zwarte beren raakten gewend aan het voedsel van mensen dat achterbleef op kampeerplaatsen en dat mensen hen voerden. De beren jaagden niet langer op herten, zalm en andere dieren, wat een hele verandering in het ecologische systeem betekende. Er kwamen geregeld gevallen voor waarin beren mensen verwondden of zelfs doodden om maar aan voedsel te komen.
Tegenwoordig zijn er veel striktere regels voor het opbergen van etenswaren. De vuilnisplaatsen worden nauwkeurig afgesloten en de rangers zorgen ervoor dat de regels ook daadwerkelijk nageleefd worden. De resultaten zijn tot nu toe positief; er worden steeds vaker grizzly’s gesignaleerd en het aantal nakomelingen groeit gestaag. Toch is de grizzly nog altijd geklasseerd als een bedreigde diersoort.
Grizzlyberen wegen tussen de 150 en 700 kg, kunnen een schouderhoogte van 2 meter bereiken en worden ongeveer 28 jaar oud. Ondanks hun logge uiterlijk, rennen ze sneller dan een paard. Grizzly’s zijn omnivoren en eten zowel vlees, vis, planten als vruchten (vooral gigantische hoeveelheden rode besjes).
In de winter trekken ze zich terug in hun hol voor een winterslaap en tijdens die periode worden de jonge beertjes geboren, meestal één tot drie per keer. Bij de geboorte zijn ze niet groter dan een rat, kaal en blind. Ze blijven ongeveer twee tot drie jaar bij de moeder, die ze dan desnoods met geweld wegjaagt. Mannetjes leven volledig op hun eentje en zoeken alleen het gezelschap van een vrouwelijke grizzlybeer in de paringstijd in de maanden mei en juni.
Er bestaan duidelijke verschillen tussen grizzlyberen en zwarte beren. Zwarte beren zijn kleiner en lichter, hebben een gladdere vacht (alhoewel deze niet altijd zwart is, maar varieert van kaneelkleur tot zwart), een minder uitgesproken schouderblad en een ander gezicht. Zwarte beren hebben een ‘Romeinse neus’, terwijl grizzly’s een veel platter gezicht hebben.
Grizzly’s voelen zich meer thuis in hooggelegen gebieden, terwijl zwarte beren liever in de bossen blijven. Grizzly’s tenslotte zijn vooral actief gedurende de nacht en bij zonsopgang en -ondergang. Zwarte beren zijn juist eerder overdag in de weer en veel minder tijdens de nacht. Zwarte beren komen overigens veel meer voor in Yellowstone dan grizzlyberen.
Grizzlyberen struinen rond in het hele park, maar de grootste kans om ze te zien heb je in de Lamar Walley, rond Dunraven Pass, Mount Washburn, Hayden Valley bij de Yellowstone River en in Fishing Bridge Area.
Zwarte beren
Zwarte beren zijn dus niet per definitie zwart, maar kunnen kaneelkleurig, blond of zwart zijn. Ze kunnen tot 270 kg wegen, twee meter groot worden en een leeftijd van 16 jaar bereiken. Hun loop ziet er nogal onhandig uit, maar ze kunnen toch hard rennen, goed zwemmen en in bomen klimmen. Het zijn alleseters en net voor ze aan hun winterslaap beginnen, eten ze enorme hoeveelheden voedsel en komen zo iedere dag een halve of zelfs twee kilo aan.
Tijdens de winterslaap zakt de hartslag enorm, maar de lichaamstemperatuur blijft hetzelfde. De beren verliezen dan ongeveer 20% van hun gewicht. Net als grizzlyberen, krijgen zwarte beren de jongen tijdens de winterslaap. Bij de geboorte wegen ze ongeveer 230 gram en ze zijn blind, kaal en volledig afhankelijk van de moeder.
Zwarte beren worden minder bedreigd dan grizzlyberen, maar ook voor hen geldt het risico van het gewend raken aan menselijk voedsel. In Yellowstone kan je zwarte beren vooral zien langs de weg tussen Mammoth en Tower, bij de noordoostelijke ingang van het park, en in de Old Faithful, Madison en Canyon gebieden.
Elanden
Elanden zijn de grootste dieren binnen de hertenfamilie. Ze wegen ongeveer 450 kg en hebben een donkerbruine tot zwarte kleur. De mannetjes hebben een indrukwekkend gewei dat ze in het najaar gebruiken om rivalen bij de vrouwelijke elanden weg te houden. Ze leven nogal teruggetrokken en eten takken en bladeren, vooral van wilgen en waterplanten. Ze hebben bijzonder lange poten zodat ze zich gemakkelijk kunnen voortbewegen door moerassen en de dikke pakken sneeuw in de winter.
Kalfjes worden in het voorjaar geboren en blijven ongeveer een jaar lang bij de moeder. Zij zal haar jongen zeer fel verdedigen. Kom daarom nooit te dicht bij een elandenkalfje en zorg er zeker voor nooit tussen een moeder en haar jongen terecht te komen.
In Yellowstone heb je in de volgende gebieden de grootste kans om elanden te zien: de weg tussen Mammoth Hot Springs en Norris, in het Fishing Bridge/Yellowstone Lake gebied, de weilanden in de Lamar Valley, Hayden Valley en langs de weg bij de oostelijke ingang van het park.
Wapiti’s
De wapiti is het meest voorkomende grote zoogdier in Yellowstone; in de zomer rond de 30.000 en in de winter tussen de 15.000 en 20.000. Ze hebben er de afgelopen duizend jaar onafgebroken geleefd. Wapiti’s kunnen zo groot worden als een paard en eten gras en kleine takjes. De vrouwtjes en kalveren leven in grote groepen bij elkaar, terwijl de mannetjes meestal alleen zijn.
De mannetjes hebben een groot gewei dat ze, net als de elanden, tijdens de paringstijd gebruiken om andere mannetjes uit de buurt van de vrouwtjes te houden. Vaak verzamelt één mannetje 20 tot 30 vrouwtjes in zijn harem. Hun enorme gebrul is hoorbaar tot op een grote afstand.
Zwakkere wapiti’s overleven vaak niet; ze bezwijken tijdens de strenge winters of worden gedood door grizzly’s of wolven. Vandaar dat ze in de zomer altijd met veel meer zijn dan in de winter.
Wapiti’s kan je eigenlijk overal zien in Yellowstone, maar ze komen het meeste voor langs de Madison, Gibbon en Firehole rivieren, in de Upper Geyser Basin en in de Hayden en Lamar Valley. Maar ook op de grasvelden in Mammoth voor het Visitor Center staan ze geregeld te grazen.
Wolven
De grijze wolf of Rocky Mountain wolf is één van de populairste dieren in Yellowstone. Wolven worden vaak verward met coyotes, maar die zijn een stuk kleiner. Een mannelijke wolf bereikt een schouderhoogte tussen de 65 en 95 cm en weegt tussen de 18 en 80 kg, terwijl een coyote maximaal 65 cm lang wordt en tussen de 9 en 14 kg weegt.
Wolven overleven grotendeels door hun zeer sterk ontwikkelde zintuigen en worden tussen de 10 en 18 jaar oud. De neus van een wolf is 100 maal sterker ontwikkeld dan die van de mens en kan bijvoorbeeld een eland op een afstand van 7 kilometer ruiken. Ook zijn gehoor is bijzonder scherp en hij ziet minstens net zo goed als mensen.
Wolven leven en jagen in roedels die geleid worden door een dominant koppel, de zogenaamde alpha wolven. Er heerst een strikte hiërarchie binnen een roedel. De wolf die in rang na de alpha wolven komt, heet de beta wolf en de minst dominante wolf in de groep is de omega wolf.
Alleen de alpha wolven mogen jongen krijgen; het paren gebeurt in februari of maart en de welpjes worden in april of mei geboren. Wanneer een alpha wolf te oud of zwak is geworden of sterft, neemt de beta wolf zijn of haar plaats in. Roedels bestaan gemiddeld uit 7 wolven.
In de 19e eeuw leefden er grote aantallen wolven in Greater Yellowstone. Aan het begin van de 20e eeuw werden wolven en alle andere grote roofdieren echter vaak gezien als destructieve elementen in de natuur, die een gezonde populatie van wapiti’s en herten in de weg stonden.
Het beleid van de National Park Service (NPS) in Yellowstone was er dan ook op gericht de hoeveelheid roofdieren in het park streng in de hand te houden, met het gevolg dat de laatste nog overgebleven wolf in Yellowstone in 1926 doodgeschoten werd.
Tot 1995 was de wolf volledig verdwenen uit het park, maar in dat jaar werden er 10 wolvenparen uit Canada naar Yellowstone gebracht en zorgvuldig uitgezet. Nu, ruim 6 jaar later, leven er alweer 216 wolven in Greater Yellowstone.
Toch moet je veel geluk hebben om ze te zien; je mag al tevreden zijn als je ze in de verte hoort huilen. Wolven huilen bijvoorbeeld om de andere leden van de roedel te laten weten waar ze zijn, om ze te waarschuwen voor gevaar of om de groep bij elkaar te roepen. In de Lamar Valley heb je de grootste kans om een wolf tegen te komen.
Gaffelantilopen (Pronghorns)
Gaffelantilopen zijn de snelste dieren in Noord-Amerika (ze halen een snelheid van 100 km/u) en de kleinste gehoefde dieren in Yellowstone. Je herkent ze aan hun lichtbruine vacht, witte achterwerk en buik en zwarte vlekjes rond de kaken. Zowel de mannetjes als vrouwtjes hebben hoorns, die ze ieder jaar verliezen.
Ze paren in september en oktober en de jongen worden in mei en juni geboren. De eerste paar dagen van het leven van gaffelantilopen zijn zeer riskant, want ze kunnen dan nog niet zo hard rennen, hun grootste bescherming tegen roofdieren. Maar al na een week lopen ze net zo snel als hun moeder en kan een coyote ze met geen mogelijkheid meer bijhouden.
In het verleden waren er 40 miljoen gaffelantilopen in Noord-Amerika. Ondertussen is hun aantal gereduceerd tot 20.000, waarvan er ongeveer 5000 in Yellowstone leven. De grootste kans om ze te zien, heb je in het noordelijke deel van het park, vooral langs een klein zandweggetje tussen Mammoth Hot Springs en Gardiner en langs de weg tussen Mammoth Hot Springs en de Tower Junction.
Trompetzwanen
De trompetzwaan is de grootste watervogel in Noord-Amerika en verreweg de grootste vogel in Yellowstone. De vleugels van de mannetjes hebben een spanwijdte van twee meter. Trompetzwanen danken hun naam aan het trompetachtige geluid dat ze maken. Ze vormen zeer hechte, monogame paren en bouwen in mei samen een nest langs rustige waterplassen.
In juni worden de jonge zwaantjes geboren, die grijs zijn bij de geboorte. Tegen de tijd dat ze een jaar oud zijn, zijn hun grijze veren vervangen door stralend witte. Alle trompetzwanen kunnen gedurende 1 à 2 maanden per jaar niet vliegen, namelijk tijdens de ruiperiode wanneer ze al hun veren in één klap verliezen.
Ook voor de trompetzwaan geldt dat hun aantal enorm is afgenomen. In 1830 waren er nog maar 100 trompetzwanen overgebleven, hoofdzakelijk omdat er zeer intensief op hen werd gejaagd. Het was namelijk in de mode om hoedjes te dragen versierd met veren van de trompetzwaan.
Er is een speciaal programma opgestart om de populatie weer op te krikken. In Yellowstone kan je ze zien langs de Madison en Firehole rivieren en langs de Yellowstone River net ten zuiden van de Canyon.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier