Koude waterstroom houdt groei mangrovebossen in Zuid-Amerika tegen
Belgische onderzoekers hebben ontdekt waarom mangrovebossen aan de zuidelijke oostkust van Zuid-Amerika op een bepaald punt opeens ophouden met bestaan.
Mangrovebossen groeien aan de zuidelijke oostkust van Zuid-Amerika vaak maar tot aan een bepaalde breedtegrens. Een raadselachtig fenomeen, maar Ari Ximenes, onderzoeker aan de Vrije Universiteit Brussel, heeft nu samen met onderzoekers van de Université Libre de Bruxelles en de Université Catholique de Louvain ontdekt hoe dat komt. Een brandingsstroom en de temperatuur in de winter zijn bepalend voor de groei.
Binnen het klimaatdebat zijn mangrovebossen erg belangrijk, want ze kunnen veel koolstof opslaan en zuiveren zo de lucht. Deze boom- en struiksoorten zijn te vinden aan de oostelijke Zuid-Amerikaanse kust. Op 75 kilometer ten zuiden van de mangrovegrens, waar de Braziliaanse rivier Araranguá uitmondt in de Atlantische Oceaan, houden de mangrovebossen plots op met bestaan. Een vreemd fenomeen, want de omgeving is wel geschikt voor deze planten.
‘Onze resultaten tonen dat meerdere factoren samen een zuidwaartse verspreiding van mangrovesoorten tegenhouden. De noordwaartse brandingsstroom die het hele jaar door overheerst, is de grootste factor. Een andere factor is de temperatuur. De winters zijn vaak net iets te koud en tijdens de lente en de zomer heb je opstuwingen van koud water, die de levensvatbaarheid van de broedknoppen kan beïnvloeden’, vertelt VUB-onderzoeker Ximenes.
Zoals gezegd zijn mangrovebossen belangrijk om de effecten van de klimaatverandering te monitoren. Als de temperatuur globaal stijgt, kan het verspreidingsgebied van de mangrovesoorten zich bijvoorbeeld uitbreiden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier