Jazz beleeft een revival in Belgische bars en clubs. Fan van de befaamde verlaagde blue note? In deze jazzclubs geniet je in binnen- en buitenland van de beste soundtrack.
Enkele maanden geleden opende in Brussel de gloednieuwe jazzclub Toots, een eerbetoon aan nationale jazzheld Jean-Baptiste ‘Toots’ Thielemans. Met rustieke houten lambrisering, groene gordijnen, intieme verlichting en concerten en jamsessies tot in de vroege uurtjes haalt de club de sfeer van het swingende New Orleans naar de hoofdstad.
Het is niet verwonderlijk dat dit soort plek vandaag boomt. Een goede jazzclub is als een vlucht uit het moderne leven, en de warme klanken en de speakeasysfeer raken onvermijdelijk een gevoelige snaar. Ook de meer vertrouwde podia grijpen hun momentum, zoals The Music Village en Sounds, beide in Brussel, De Muze in Antwerpen, Jacques Pelzer Jazz Club in Luik en de Gentse Missy Sippy Blues & Roots Club. De legendarische Hnita Jazz Club in Heist-op-den-Berg – de oudste jazzclub van België – viert dit jaar dan weer haar 70-jarig jubileum.
Een goeie jazzclub is een vlucht uit het moderne leven.
Bars en restaurants pikken graag een graantje mee en combineren fine dining en cocktails met live jazzoptredens. In Brussel kun je daarvoor onder meer terecht bij L’Archiduc, The Poet en Lily’s. Bij Lily’s (drie keer per week open tot halfdrie ’s nachts) leggen ze zelfs een dresscode op zodat je niet uit de toon valt in het elegante interieur van de club.
De enige regel die van tel is in de jazzclubs buiten onze landsgrenzen is echter gezelligheid. Daar wordt de muziek gevierd die eind jaren 1910 in het zuiden van de Verenigde Staten ontstond binnen de Afro-Amerikaanse gemeenschap, voor ze rock, blues en rap zou beïnvloeden.
Café Carlyle, New York City
De inrichting doet aan als een intiem cabarettheater, en dat effect wordt nog versterkt door de muurschilderingen van de Frans-Hongaarse kunstenaar Marcel Vertès en de Steinway & Sons-piano op het podium. De sfeer is geïnspireerd door de beroemde supper clubs die na het opheffen van de drooglegging in de jaren dertig de VS veroverden.
The Carlyle opende het café pas in 1955, onder impuls van beroemde hotelgast Richard Rodgers, componist van heel wat Broadway-musicals. Verscholen achter een deur op Madison Avenue, wist het altijd de meest gevierde jazzartiesten aan te trekken, van Bobby Short en Eartha Kitt tot Peter Cincotti. Tussendoor pakt de club graag uit met dinershows in een intieme setting, met sterren als Debbie Harry of Rufus Wainwright.
rosewoodhotels.com/en/the-carlyle-new-york
Bimhuis, Amsterdam
Bimhuis grenst aan het beroemde Muziekgebouw. De jazzclub valt moeilijk te missen dankzij de uit glas en ijzer opgetrokken gevel. Daarachter zit een prachtig amfitheater met een uitmuntende akoestiek waar al sinds 1974 elke soort jazz werd gespeeld.
Kwamen al langs: Chet Baker, Charles Mingus en Branford Marsalis, om maar enkele grootheden te noemen. Bij deze Amsterdamse parel kun je je vergapen aan internationale sterren en opkomend talent, maar ook aan het knappe Nemo Museum – ontworpen door Italiaans architect Renzo Piano – over het water. Wacht gewoon tot de gordijnen openen en het concert begint: de glazen gevel achter het podium biedt een panoramisch uitzicht over de stad.
Ronnie Scott’s Jazz Club, Londen
In 1959 richtten saxofonisten Ronnie Scott en Pete King een onopvallende, kleine Londense jazzclub op. Ze werd al snel een hit dankzij de vele Britse artiesten die er optraden, en de jamsessies met Amerikaanse sterren. Eind jaren zestig moest het instituut noodgedwongen verhuizen naar een grotere locatie, in hartje Soho.
Een keur aan vaste muzikanten en de humor van Ronnie Scott tussen de optredens door vormen het geheim achter het aanhoudende succes. De aankleding doet de rest: fluwelen stoelen, rode tafeltjes en tegen de muren zwart-witfoto’s van de grootste jazzlegendes. Ook de whiskykaart is de moeite.
Blue Note, Tokio
Er is het befaamde platenlabel Blue Note, en dan zijn er de (minder bekende) gelijknamige jazzclubs, die eigenlijk niets met elkaar te maken hebben, behalve dat ze de beroemde blue note, een verlaagde toon in de toonladder, delen waar jazz- en bluesmuzikanten het uren over kunnen hebben.
De eerste club opende in 1981 in New York en werd al snel beroemd dankzij habitués als Dizzy Gillespie en Bobby McFerrin. In 1988 kreeg Tokio een vestiging die minstens even elegant is als de Amerikaanse tegenhanger.
Op het podium jammen jazzartiesten van over de hele wereld een eind weg. Je hoeft nooit iets te missen, want je wordt er bediend aan tafel. Mocht je niet meteen in de buurt van de Japanse hoofdstad komen: je vindt Blue Note ook in onder meer Milaan.
Preservation Hall, New Orleans
Een wereldtournee langs de meest prestigieuze jazzclubs zou niet compleet zijn zonder een stop in New Orleans. De geboorteplaats van de jazz barst vanzelfsprekend van de legendarische podia, zoals de Spotted Cat Music Club, Fritzel’s, Snug Harbor Jazz Bistro en Maison Bourbon.
Of je er nu komt om te chillen of om de hele nacht te dansen, de sfeer heeft je sowieso te pakken. Dat geldt zeker voor Preservation Hall, de club in het French Quarter (Vieux Carré) die sinds 1961 het hart van Afro-Amerikaanse jazz uitmaakt. Ze zit achter een van de typische koloniale gevels, en er geldt een regel: geen eten of drinken, de muziek staat centraal. En niet zomaar muziek, maar New Orleans jazz.
Bar Joséphine, Parijs
De naam van de bar is uiteraard geen toeval, maar een knipoog naar Josephine Baker, de Frans-Amerikaanse varietéartiest slash spion die als geen ander het Parijs van de roaring twenties belichaamt. Gevestigd in het luxueuze Mandarin Oriental Lutetia-hotel is deze art-decoparel versierd met grote muurschilderingen, wat Joséphine tot de elegantste bar van de Rive Gauche maakt.
Hier kom je niet alleen voor de muziek, maar ook voor de creatieve cocktails en mocktails van mixoloog Angelo Forte. Liveconcerten hebben plaats op donderdag, vrijdag en zaterdag, maar ook op doordeweekse avonden speelt hier een jazzy soundtrack die teruggrijpt naar de tijd waarin Parijs synoniem stond met feesten.”
mandarinoriental.com/fr/paris/lutetia/dine/bar-josephine
The Whiskey Library & Jazz club, Singapore
De meest waanzinnige whiskykaart van Azië vind je hier, in de bar van het weelderige boetiekhotel The Vagabond Club. The Whisky Library & Jazz Club pakt uit met meer dan duizend flessen afkomstig uit de beste distilleerderijen van Schotland, Japan en de VS – meestal gelimiteerde en bekroonde edities.
En welke soundtrack past het best bij een goed glas whisky, het liefst in live versie? Een streepje jazz natuurlijk, hier gebracht door de band in residence het Nicole Duffell Quartet, geleid door een Australische saxofoniste die thuis is in de klassiekers.
