‘Wreedheid is overal tegenwoordig. Je hoeft je laptop maar open te doen en ze spat in je gezicht als je even niet uitkijkt’, schrijft Jean-Paul Mulders.
Er zijn een paar dingen die je beter niet kunt zeggen, als je een beetje jong en hip wilt zijn als mens van voortschrijdende leeftijd. Een van die dingen is dat je ouder bent dan het internet. Het andere is dat je nog met Yugotours op reis geweest bent.
‘Yugotours was at one time’, zo leert mij de alwetende dr. Google, ’the UK’s fourth-biggest tour operator and travel agent.’ Als kind deed de naam mij onweerstaanbaar aan yoghurt denken. We reisden met Yugotours naar – je zal het altijd zien – Joegoslavië. Dat was een land op de Balkan, waar een maarschalk de plak zwaaide die Tito heette. Dat vond ik meer een naam voor een clown dan voor de hoogste in rang bij Stratego, het gezelschapsspel waarbij de maarschalk alleen voor de spion moest uitkijken.
Ik droom van een plek waar de wreedheid mij niet kan bereiken.
Ik herinner mij hoe we in een baai, doorheen zonlicht en opspattend water, de contouren van maarschalk Tito’s oorlogsschip zagen. Mijn moeder knoopte een gesprek aan met locals die toen nog geen locals genoemd werden. Ze vertelden ons dat ze niet blij waren met Joegoslavië. Niet veel later zou het land uiteenspatten in onderdelen die niet langer deden denken aan zuivel, maar aan dikke neuzen die naar boven moeten komen. Montenegro bijvoorbeeld.
Tegenwoordig reis ik niet meer naar Joegoslavië, en ook niet naar Servië of Kroatië. Soms waag ik mij nog op Long Island of het eiland Walcheren. Ik droom van een plek waar de wreedheid mij niet kan bereiken. Wreedheid is overal tegenwoordig. Je hoeft je laptop maar open te doen en ze spat in je gezicht als je even niet uitkijkt. Vanochtend nog, toen ik crunchy muesli at met spelt & gepofte haver. Als bedreven multitasker las ik ondertussen een interview met Ben Ferencz (99). De laatste nog levende aanklager van de processen in Neurenberg citeerde daarin het advies van een nazi: ‘Als je een moeder met een baby ziet, richt dan op de baby. Zij zal de baby altijd tegen haar borst aandrukken, dus zo dood je twee joden in één keer. En bespaar je munitie.’
De grootste luxe lijkt mij om, gedurende enkele weken, van de kabel en de uitrol van 5G bevrijd te zijn.
Zo’n citaat komt achteloos aangewaaid, tussen de ontbijtgranen rijk aan vezels. Maar je weet dat je het nooit meer zal vergeten. Soms denk ik dat zulke dingen zich in ons hart opstapelen, tot ze sommigen op een dag te machtig worden. Dat zijn dan de mensen die verdwijnen into the great wide yonder (met dank aan Trentemøller).
Het vreemde is dat we de wreedheid ook bewust opzoeken. We lopen mee in marsen tegen seksueel geweld, maar zitten gefascineerd naar Game of Thrones te kijken. Daarin bulkt het van de verkrachtingen en martelingen. Zwaarden worden in ogen gestoken. Bloed klatert uit onthoofde halzen als een drinkfonteintje. Mijn operator zorgde voor een handige compilatie met bruutste daden: ‘Scènes uit de eerste zeven seizoenen die je maag doen keren.’
Het maakt niet uit of ik naar de bergen of naar zee reis. Naar Antarctica of naar de kiezelstranden van wijlen Joegoslavië. De grootste luxe lijkt mij om, gedurende enkele weken, van de kabel en de uitrol van 5G bevrijd te zijn.
Dat woord alleen al, trouwens: uitrol. Ik leer mijn dochters wreedheid te schuwen, en mensen te wantrouwen die woorden als uitrol in ernst gebruiken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier