Vrouw met vaart: onze journaliste nam deel aan de langste motorrally van Groot-Brittannië
Ook vrouwen hebben recht op een midlifecrisis, moet journaliste Bianca De Wolf gedacht hebben, toen ze net voor haar vijftigste verjaardag haar motorrijbewijs behaalde. Haar grootste uitdaging tot nog toe: de 2500 kilometer lange Great Malle Rally.
Ik kom uit een familie van motorrijders: vader en broers rijden sinds hun tienerjaren op gemotoriseerde tweewielers. Zelf ben ik nooit verder geraakt dan een bromfiets. Een motor paste eenvoudigweg niet in mijn leven. Maar dan zijn de verbouwingswerken achter de rug, staan de kinderen op eigen benen en komt mijn vijftigste verjaardag dichterbij. Ik beslis om deel uit te maken van het groeiende aantal vrouwelijke motorrijders. Sinds drie jaar ben ik grote fan van de kracht en de souplesse van een stalen ros.
Na onze motorreis naar de Vogezen zoeken mijn partner en ik een grotere uitdaging. Het wordt de Great Malle Rally, de langste motorrally van Groot-Brittannië. Het concept is eenvoudig: teams van motorrijders navigeren over een vooraf bepaald parcours, vechtend tegen de klok en de elementen. De rally begint in het meest zuidwestelijke punt van het eiland, Lizard Point in Cornwall, en eindigt op het meest noordoostelijke punt bij Castle of Mey in Schotland. De 2500 kilometer lange route slingert door schilderachtige landschappen en langs een twintigtal checkpoints. ’s Avonds komen de piloten samen in het rallykamp dat elke dag wordt opgebouwd op een unieke plaats. Dit zesdaagse avontuur combineert teamwork, navigatievaardigheden en uithoudingsvermogen. Bovendien is het dé kans om onze nieuwe motoren te testen. Voor de kenner: mijn partner Dirk rijdt met een Triumph Scrambler (1200 cc) en ik tem een Triumph Street Twin (900 cc) tussen mijn gespierde dijen.
The Rumblers
Voor we ons gaan meten met andere motorrijders, hebben we vier dagen om van Antwerpen naar Lizard Point te tuffen. De ferry die ons onder een stralende zon van Calais naar Dover vaart, doet er anderhalf uur over. En dan volgt de eerste ervaring met links rijden. Ik herhaal de mantra: ‘The devil sits on your right hand.’ De stress blijkt ongegrond: de links opdraaiende rotondes liggen me beter dan de Belgische rechtse bochten.
De eerste stop is de populaire badplaats Brighton. De volgende dagen rijden we door het afwisselende landschap van Zuid-Engeland. In stadjes zoals Tavistock, erkend als Werelderfgoed, voel je de geest van het oude Engeland bij het begin van de industrialisatie. De voorpret eindigt in Cadgwith op het Lizard Peninsula, een vissersdorpje waar de tijd stil lijkt te staan.
Terwijl de kilometers voorbijzoeven, bedenk ik hoeveel meer zelfvertrouwen ik als motorrijder kreeg: real life therapy.
Daar start het echte avontuur. Met al 950 kilometer op de teller melden we ons op de Rosuick-boerderij in Helston. Na de registratie, waarbij we onze rallynummers (46 en 89) en basisuitrusting krijgen, toosten we met de honderd deelnemers – uit 23 verschillende landen, de jongste 24 en de oudste 70 jaar – met een slok whisky op ‘The Ride’. Daarna worden de teams bekendgemaakt. Ons team bestaat uit Dagmar en Falk, Duitse Harley-rijders, en het Engelse koppel Naomi en Jo, beiden op een Triumph. Vier van de vijf deelnemende vrouwen rijden in één team. Amy is de vijfde Venus in motorpak en rijdt op een kloeke R18 BMW.
Onze teamgenoten lijken hartelijke mensen, wat niet gegarandeerd is bij een willekeurigeloting. Het meesterbrein en de enthousiaste gastheer van dit evenement, Robert Nightingale, vertelt: “De deelnemers die niet als een team inschrijven, koppelen we op basis van de informatie die we vinden op hun sociale media aan gelijkgezinden qua interesses, motorkeuze, rijervaring en leeftijd.” We dopen ons team eensgezind The Rumblers, vanwege het rommelende geluid van onze Triumphs en Harleys.
De Engelse Grand Canyon
’s Morgens vanaf acht uur vertrekken de twintig teams met tussenpozen van twee minuten vanaf Lizard Point. De eerste etappe gaat door Cornwall, nadert de grens met Wales en eindigt op het wijndomein Aldwick Estate. Onderweg zijn er drie controleposten. Het Malle London-team bepaalde een geheime tijdspanne als de ideale balans tussen goed rijden en genieten van de tocht. Het team dat op dag zes het dichtst dit ideaal benadert, ‘wint’ de rally.
We rijden sportief door een lappendeken van groene en bruine velden en lieflijke dorpjes en kruisen het Dartmoor National Park, een desolaat heidegebied met vennen en granieten heuveltoppen. Stevige pony’s, wollige schapen en harige koeien staan en liggen langs de smalle wegen. Het is dus oppassen voor overstekend wild.
Het laatste controlepunt van de dag is Cheddar Gorge, een prachtige insnijding in de aarde waar felgroene flora de imposante kliffen omlijst. Of zoals Robert zei: “De Engelse versie van de Grand Canyon.” We klokken de eerste dag af om 18u41 met een goed gevoel over ons team: we hebben ongeveer dezelfde rijvaardigheid en zijn op elkaars snelheid ingespeeld.
Kriebels in de buik
De volgende ochtend rijden we dwars door Wales. Het is manoeuvreren tussen eeuwenoude stenen muurtjes bedekt met klimop op weggetjes die geen tegenliggers dulden. Snowdonia National Park en de berg Snowdon zijn de blikvangers van de dag. We overnachten bij Hawarden Castle, waar de glampingtenten van de meer luxueuze reizigers en een tiental kleine tentjes als wigwams in een cirkel staan opgesteld op het cricketveld. Na de dagelijkse whiskyproeverij duik ik moe maar voldaan mijn tent in.
Het kippenvelmoment van de derde dag is de Winnats Pass in het Peak District. De smalle weg ligt verscholen achter blinde heuvels. Ik glijd met zeventig kilometer per uur door het natuurlijke amfitheater met viltgroene hellingen en rotswanden aan weerszijden van de weg en word beloond met een rollercoastergevoel en de daarbij horende kriebels in de buik.
Pech onderweg
Na een stempel-, koffie- en plaspauze rijden we verder. Wanneer ik een versnelling hoger wil schakelen, begeeft mijn trouwe Trixie het. Ik laat me uitbollen en gebaar dat er een probleem is. Na een snelle batterijcheck proberen we de motor in gang te duwen. Zonder resultaat. We bellen het supportteam. De twee mechanici zijn binnen het halfuur ter plaatse, stellen de diagnose, passen de eerste hulp toe en blazen nieuw leven in mijn motor.
Van Lizard Point in Cornwall naar Castle of Mey in Schotland slingert de route door schilderachtige landschappen.
Een uur later zijn Dirk en ik opnieuw on the road. We cruisen door de Yorkshire Dales. Wanneer ik na honderd kilometer mijn motor moet stilleggen bij een tankstation, draai ik na het vullen van mijn tank met een klein hartje de sleutel om: een ‘klik’ en Trixie slaat zonder mopperen aan.
Ik rijd met een gerust gevoel de laatste kilometers tot aan de Motorboat Racing Club in Windermere, waar onze vooruitgereden teamleden ons opgelucht in de armen sluiten.
Worstelen naar de top
Na een nacht aan de oevers van het meer staan er twee passen op het roadbook: de Hardknott Pass en de Buttermere Pass. De eerste is een veredelde gravelweg met een stijgingspercentage van dertig procent. Ik focus op de weg voor me zonder me te laten afleiden door de magnifieke vergezichten. Mijn Street Twin is krachtig genoeg om in de tweede versnelling vlot de haarspeldbochten en steile hellingen te trotseren. De weinige tegenliggers wachten geduldig in inhammen om de klimmende motorrijders voorbij te laten. Er wordt niet ingehaald. Iedereen worstelt in zijn eigen tempo. Op de top worden we getrakteerd op het oorverdovende lawaai van twee straaljagers die de pas als oefenterrein gebruiken. Ook afdalen doe ik rustig, want de weg ligt bezaaid met steengruis dat uitnodigt tot slippen.
’s Middags passeren we Gretna Green, de Schotse grens. De temperatuur stijgt boven de dertig graden en de hoge luchtvochtigheid doet tropisch aan. Rijden voelt beter dan stilstaan. Ik ben doodmoe. Aangekomen bij Kelburn Castle, blijkt dat ook de andere rallyrijders op de proef worden gesteld, zowel fysiek als mentaal: pijnlijke achterwerken, navigatie die niet overeenkomt met het roadbook, irritatie over teamgenoten…
Natte onderbroek
Om zes uur worden we gewekt door druppels op onze tent. Het Schotse weer, vier seizoenen in een dag, kondigt zich aan. In de voormiddag passeren we Ben Nevis, Bidean Nam Bian en Binnein Mòr, drie van de hoogste bergen van Groot-Brittannië. Maar ze zijn gehuld in nevel en wolken. Ondertussen ben ik, ondanks mijn regenkledij, nat tot op mijn onderbroek. In de Clachaig Inn, die tijdens de winter dienstdoet als wintersporthut, hangt de droogkamer propvol.
Na een hartige maaltijd en enkele koppen warme thee zetten we de tocht verder. Er wacht ons de Applecross-pas, een iconische en kronkelige eenbaansweg door de Highlands. De weg begint bijna op zeeniveau en vanaf de top op 626 meter heb je een panoramisch uitzicht over Isle of Skye en de Hebriden-eilanden. Als het weer zou meezitten…
Want de regen valt met bakken neer, de wind trekt aan mijn motor en het zicht is beperkt tot twee meter. Elke spier in mijn lijf is gespannen als ik de negen kilometer in een slakkentempo rijd. De feestelijke ontvangst op het Torridon Estate in de Schotse Hooglanden maakt veel goed. Felix de kasteelheer en zijn vinnige vrouw Sara trakteren ons op Schotse liederen vergezeld van snel vioolspel.
De laatste etappe starten we de volgende ochtend onder een bewolkte hemel. Naarmate de dag vordert, wordt de lucht blauwer. Terwijl de kilometers voorbijzoeven, bedenk ik hoeveel meer zelfvertrouwen ik als motorrijder gekregen heb: real life therapy.
Vanaf Durness, aan de noordelijke rand van Schotland, kronkelt de route bijna evenwijdig met de kust. Een zacht zomerbriesje vergezelt ons op de laatste kilometers naar het Castle of Mey, een van de stulpjes van de Britse koninklijke familie. Bij aankomst is de sfeer onder de rallyrijders uitgelaten; handen worden geschud, schouders krijgen vriendelijke klopjes en ik word meermaals gekust. Iedereen heeft het gehaald! En dat zonder noemenswaardige motorpech of ongelukken. ’s Avonds zitten The Rumblers voor de laatste keer samen rond de tafel. We drinken onze dagelijkse whisky en wisselen adressen uit. Het einde van de rally voelt als een tussenstop naar een volgend avontuur. Het gerucht doet de ronde dat Malle London een nieuwe tocht plant in Scandinavië, met de Noordkaap als eindbestemming. Misschien wordt het een volgend avontuur op mijn stalen ros. Godspeed!
The Great Malle Rally
Vindt elk jaar plaats in juni. Je betaalt 1499 pond per persoon (zo’n 1715 euro) voor een ‘extra light package’. Inbegrepen: de georganiseerde rally, drie maaltijden per dag, kamperen met eigen tent op unieke locaties, technische en medische ondersteuning en een Malle London-basisuitrusting. Voor 1599 pond extra huur je een motor en slaap je in een luxueuze tent die voor je klaarstaat na elke etappe. Inschrijven voor de volgende editie van 9 tot 16 juni 2024 kan op mallelondon.com/rally
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier