Het verre oosten van Singapore: authentieke huisjes, hippe foodtenten én natuur
Singapore is zo futuristisch en toeristisch dat het meer op Disneyland lijkt dan op Azië. Wij trokken op verkenning in het onbekende oosten, met z’n rosse buurt, hipsterwijk, kustdorp en jungle-eiland, om te zien waar het woord ‘authentiek’ nog van toepassing is.
De neusgaten van een waterbuffel penetreren. Dat is hier verboden, op straffe van twintig jaar cel, een geldboete en stokslagen. Zo staat het in de wet. Hoe modern Singapore ook is, het strafrecht dateert nog uit de koloniale tijd. Prostitutie is niet illegaal, maar wel alles wat ermee te maken heeft, zoals pooiers en bordelen. Alleen in Geylang worden die gedoogd.’ Leong Woon Gwee slentert door de lorongs of zijstraatjes van Geylang Road, terwijl hij vertelt over wat het daglicht niet verdragen kan. Op een straathoek posteert een clubje koket uitgedoste dames. ‘Euh, die dames,’ zegt Gwee, ‘dat zijn jongens.’
In Geylang staat de tijd stil, maar Katong transformeert in ijltempo tot hipsterwijk: wekelijks opent er een tentje met vintage-interieur
Voor hoerenlopers is Geylang de heilige graal: zo’n tweehonderd bordelen zijn er, met elk pakweg een dozijn prostituees. Rode lampjes zijn nergens te bekennen; in deze rosse buurt zijn de verwenhuizen herkenbaar aan hun grote en opvallend verlichte huisnummers. Bordelen, massagesalons, sekswinkels, karaokebars en hotels-met-uurtarief wisselen elkaar af. In een steegje worden de welbekende blauwe potentiepillen clandestien verhandeld, om de hoek staat een groepje mannen met grof geld te gokken. ‘Alle zonden zijn hier verkrijgbaar,’ zegt Gwee. ‘This is our paradise of vice.’
Food or flesh
Singapore ken je als het welvarendste stukje van Zuidoost-Azië. Een eilandstaat die gerund wordt als een efficiënt bedrijf en tot de rand is volgebouwd met luxehotels, shopping malls en wolkenkrabbers. Met de hoogste infinity pool ter wereld, een stadspark vol kolossale kunstbomen en een Chinatown waar de antieke huizen tot in de puntjes gerestaureerd zijn. De straat is zo schoon dat je ervan kunt eten. De hele stad is één groot pretpark, dat zestien miljoen toeristen per jaar trekt – driemaal het bevolkingsaantal. Maar neem de metro oostwaarts en je ontwaart een ander Singapore, je waant je er in het Verre Oosten van weleer.
‘Are you here for food or flesh?’ is een veelgehoorde vraag in Geylang. De wijk is roemrucht als rosse buurt, maar ook als eetmekka. Bordelen zijn te vinden in de lorongs met even nummers, eettentjes in de oneven zijstraatjes. Ziehier het tweeledige thema van de Sins & Salvation Tour die Leong Woon Gwee wekelijks leidt. Eerst de zonden bezien en dan volgt de verlossing – in de vorm van riante porties eten. Van niet te versmaden specialiteiten als saté, chilikrab en kokosnasi tot rariteiten als vissenkopcurry, bottenthee en kikkerbillenpap. De titel van de tour is om nog een andere reden toepasselijk: Geylang is ook de wijk met de hoogste concentratie aan gebedshuizen.
Huismuseum
‘Je bent te laat!’ roept Peter Wee resoluut. ‘Dat zei ik tegen die dame van de Singapore Tourism Board, die me kwam vragen hoe men het toerisme naar deze wijk kon stimuleren. Het was hier in Katong nog zo authentiek, vond ze. Flauwekul. De gentrificatie woekert voort, de wijk is onherkenbaar veranderd.’ Wee is auteur van boeken over de Peranakan-Chinezen – nazaten van de migranten die eeuwen geleden hierheen kwamen – en eigenaar van een huismuseum met tienduizenden objecten, die hij in een halve eeuw verzamelde. ‘De Chinese cultuur is uitgewist in China. Chinezen komen nu naar Katong om hun historie te ontdekken. Maar ook hier is die aan het verdwijnen.’
In Geylang staat de tijd stil, maar het naburige Katong transformeert in ijltempo tot hipsterwijk. Er kwam een shopping mall, ernaast opende een Amerikaanse keten twee hotels en er worden appartementencomplexen en een nieuw metrostation gebouwd. Wekelijks opent er wel een nieuw tentje met een vintage-interieur: naar Avenue Café voor een designerhotdog, Ninethirty voor een chocolademartini, of Sinpopo Brand voor burgers en Slush Puppie. An Acai Affair is een minimalistisch pijpenlaatje, waar niets anders wordt verkocht dan plastic bekers met açaisap, gojibessen, chiazaad en nog wat superfoods. Hipper wordt het niet.
Creatief met dodengeld
Het ene na het andere familiebedrijf sluit de deuren, maar de laatsten der Mohikanen houden dapper stand. Bij Kway Guan Huat worden op een gloeiende plaat flinterdunne deegvellen gebakken voor popiah, de lokale versie van de loempia, gevuld met groenten, vis, garnalen of van alles en nog wat. Chin Mee Chin is het favoriete adres voor een typisch Singaporees ontbijtje van zwarte kopi, een getoast bolletje met kaya (kokosjam) en zachtgekookte eieren. Kim Choo is gespecialiseerd in kueh chang, piramidevormige rijstdumplings in bananenbladeren, volgens geheim familierecept. De zaken gaan zo goed dat na het winkeltje op Joo Chiat Place op East Coast Road een groter filiaal is geopend op East Coast Road.
Het fascinerendst is Chiang Pow Joss- Paper Trading. Joss-paper is dodengeld, het zijn de nepbankbiljetten die tijdens een Chinees begrafenisritueel worden verbrand om de overledene te eren. Van dat papier worden hier poppen, fietsen, auto’s, huizen en zelfs kastelen gebouwd. Deze ‘papierbouwers’ zijn kunstenaars: de grootste constructies vergen dagen werk en kosten tot vijfduizend dollar – die vervolgens in vlammen opgaan, maar dat is dus ook het idee. Madam Chiang leerde het vak in Maleisië, om in Singapore voor zichzelf te beginnen. ‘Het is een uitstervend ambacht. Jongeren hechten steeds minder waarde aan tradities. Ik geef ons nog een paar jaar, dan is het klaar.’
Zon, zee en soldaten
Onder de aanvliegroute van het lokale vliegveld, op het oostpunt van Singapore, ligt Changi. Een vakantiedorp aan de Zuid-Chinese Zee, maar wel een atypisch vakantiedorp. Ooit gesticht als vissers- gehucht, door de Britten verbouwd tot luchtmachtbasis, en ook nu nog tot de tanden bewapend. De rit erheen is een tikkeltje intimiderend: Loyang Avenue slingert aanvankelijk door de jungle, maar dan ineens tussen metershoge hekken met rollen prikkeldraad, wachttorens met posterende soldaten, machinegeweren in de aanslag, en borden die waarschuwen dat indringers zonder pardon worden neergeschoten.
De Britse kolonisten zijn vertrokken, de militaire basissen zijn nu in gebruik door de land-, lucht- en zeemacht van de Republiek Singapore. Gewone burgers komen hierheen om te slenteren langs strand en waterkant. Het badplaatsje is overzichtelijk: één hoofdstraat met restaurants, één groot hotel, één lang strand, één veerbootpier en één kuststrook met een golfbaan en een trits besloten clubs voor ambtenaren, soldaten, zeezeilers en zwemmers. De bevolking van Singapore beschouwt Changi als een vergeten uithoek en dat is precies de verlokking: er valt hier niks meer te doen dan nietsdoen. Zon, zee, strand, korte broeken en koud bier: dit is het meest ontspannen stukje Singapore.
De eenzame fietser
Of nee, het kan nóg ontspannener. Op tien minuten varen van Changi ligt Pulau Ubin, een relatief ongerept natuureiland. Ooit woonden hier 2500 mensen, die werkten in de steengroeven waarnaar dit ‘graniet- eiland’ is vernoemd – hier kwamen de bouwblokken vandaan voor de moderne stad. Nu wonen er nog 38 mensen, zonder elektriciteitsnet, waterleiding of riolering. Het gemotoriseerde verkeer beperkt zich tot de landrover van de eilandpolitie, een taxibusje en een paar brommertjes. De geijkte manier om het eiland te verkennen is per huurfiets – ook al hebben veel bezoekers nog nooit op een fiets gezeten en is het landschap van Pulau Ubin niet bepaald zo plat als een pannenkoek.
Vanaf de hoogste heuveltop kan een jongen net niet zijn thuisland Bangladesh zien liggen. Elders lijkt een Australisch meisje, type rugzaktoerist, een verkeerde afslag te hebben genomen. Ze stapt met open mond van haar fiets, die ze parkeert tegen de stam van een kokospalm. Aan het einde van een onverhard pad, bij een lotusvijver met meer schildpadden dan lotusbloemen, waarboven kleurige gebedsvlaggetjes wapperen, staat de tachtig jaar oude tempel Wei Tuo Fa Gong. Er is verder niemand te bekennen. ‘Kom verder, kom verder!’ klinkt het ineens luidkeels vanuit het niets. ‘Nee hoor, je hoeft je schoenen niet uit te trekken, wij doen hier niet zo moeilijk.’
Krabben kijken
Wenkkrabben, rankpootkreeften en pistoolgarnalen komen bovendrijven zodra de zee zich terugtrekt. Chek Jawa, de oostkaap van Ubin, wordt omringd door een mangrovemoeras, koraalrif en zoutwaterlagune die bij zeer laag water droogvallen, zodat de wondere onderwaterwereld zichtbaar wordt. Dit is het natuurlijke hoogtepunt van het eiland, al vergt een bezoek wat planning: gemiddeld tweemaal per maand openbaart het natuur- verschijnsel zich. Maar ook op andere momenten is het een fraai natuurgebied. Een twintig meter hoge toren kijkt uit over het bladerdek, waarin met geduld en geluk witbuikzeearenden, bonte neushoorn- vogels en witkraagijsvogels te zien zijn.
De Bengaalse jongen en het Australische meisje zijn overigens de uitzonderingen die de regel bevestigen, want buitenlanders zijn zeldzaam op Ubin. Wekelijks trekt het eiland 2500 bezoekers, vooral Singaporezen op zoek naar hun roots. ‘Ik moest hierheen van mijn ouders’, zegt een jonge skateboarder op de veerboot. ‘Ooit was heel Singapore zo groen en rustig, maar dat was voor mijn tijd. Ik vind het hier prachtig, al is het wel primitief. Ik snap niet dat mensen nog zo kunnen leven. Leuk voor een dagje, maar ik ben blij dat wij thuis wél airco hebben.’
HEEN & TERUG
De reis
Vliegen naar Singapore kan vanaf Brussel met een overstap, met o.a. Turkish Airlines of Finnair, of via Amsterdam rechtstreeks met KLM of Singapore Airlines, retour vanaf ongeveer 540 euro/p.p. inclusief tax en toeslagen.
Verblijf
Village Hotel Katong biedt een ideale locatie, is modern ingericht met subtiele Peranakan- invloeden. Village Hotel Changi heeft 4 sterren, 380 kamers en een prima restaurant – al ligt de spotgoedkope eetmarkt met zijn tachtig kraampjes op struikel afstand. Pluspunt is het zwembad op het dak met zeezicht. Beide hotels: tweepersoonskamer vanaf 110 euro. stayfareast.com
Doen
– Geylang: Sins & Salvation Tour vindt plaats op vrijdagavond, duurt 4 uur, kost 40 euro (inclusief eten) en is te boeken bij Betel Box Tours, dat ook een rondleiding door Katong aanbiedt.
– Katong: Katong Antique House is dagelijks van 11 tot 16.30 uur te bezoeken, maar alleen op afspraak: 208 East Coast Road, tel. +65 6345 8544.
– Changi: De duistere geschiedenis van het zorgeloze vakantiedorp wordt uit de doeken gedaan in het Changi Museum, met beroemde muurschilderingen en een replica van een door krijgsgevangenen gebouwde kapel. changimuseum.sg
– Pulau Ubin: Een kamponghuis is gerestaureerd en heringericht in jarenzeventigstijl en vertelt het fictieve verhaal van een van de destijds 2500 eilandbewoners. Teck Seng’s Place is geopend op de tweede en vierde zaterdag en zondag van de maand, van 10 tot 14 uur.
Info
Singapore Tourism Board: tel. +65 6736 2000. visitsingapore.com
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier