Al drie jaar hoopten reisjournalist Katleen Willaert en fotograaf Jochen Verghote dat ze geloot zouden worden uit duizenden kandidaten die jaarlijks locals mogen helpen de Faeröer te onderhouden. In mei 2023 was het eindelijk zover.
‘Bigger! Smaller! Rounder! Now time for a break.’ Samen met lokale en internationale vrijwilligers zoeken en stapelen we perfect gevormde stenen op een Faeröerse bergflank. Met de nasmaak van windgedroogde vis bij de lunch nog in de mond, werken we aan de uitgerekte lijn met cairns, of steenmannetjes, die de veilige wandelrichting over de bergkam van Kaldbak richting Signabøur moeten aangeven. Aan de horizon veranderen zee en eilanden voortdurend van tint wanneer de zon als een gerichte spot door de wolken prikt.
Onder de noemer Closed for Maintenance selecteert Visit Faroe Islands jaarlijks honderd vrijwilligers om samen met zo’n zestig Faeröerders te helpen bij het vrijmaken, herstellen of onderhouden van de unieke omgeving voor toeristen. Nadat we bij een eerder bezoek enorm onder de indruk waren van de bijzondere ligging en natuurkracht van de Faeröer, leek dit ons een onvergetelijke ervaring. En hoera, bij onze derde poging werden we uit 4400 enthousiastelingen geloot voor de vijfde editie van Closed for Maintenance.
Steenman
Met Team Brown – naar de dubbeldikke, wollen muts die we krijgen – werken we in Kaldbak op Streymoy, het grootste van de achttien eilanden. Onze gids is schapenhouder Leif á Bøgarði, z’n berghut is onze uitvalsbasis. ‘Het is, denk ik, nog maar de derde keer ooit dat ik in T-shirt de berg opwandel’, zegt Leif onder een verrassend blauwe hemel.
De stenen bakens waar we aan werken, werden vroeger geleidelijk door boeren gevormd, later werden ze netjes gedocumenteerd. Verwarrende neppers breken we onverbiddelijk af. Plots striemt regen horizontaal langs ons gezicht en zijn we erg blij met die bruine muts van schaap en thermische onderlagen. ‘Now we need a big, fat stone.’ Telkens wanneer deze zoekopdracht voor een topsteen weerklinkt, weten we dat de cairn klaar is. Na een groepskreet dalen we af naar de volgende steenman in de aftelrij, in de richting van Kaldbak, met voor ons iets wat op een permanente natuurdocumentaire lijkt.
Ook voor je smaakpapillen zijn de Faeröer een avontuur. De golfstroom en Noord-Atlantische wind maken dat voedsel ophangen, drogen en wachten hier prima werkt. Gefermenteerde kost is nooit veraf. Wanneer we Leifs hut binnenstappen, worden we verwelkomd door de indringende walm van een schapenbout die aan een balk hangt. ‘Zes maanden, dat is zowat het minimum. Of tot wanneer je blij wordt van de geur.’
De derde avond komen de tien teams in hoofdstad Tórshavn samen voor een groot feest. Ons werk en de bijbehorende straffe verhalen delen we bij een uitgebreid diner. Wat verdacht veel op een potje aardappelgratin lijkt, zorgt bij alle buitenlanders voor een frons. Gefermenteerde kabeljauw met vermalen ingewanden van schaap in de oven, blijkt voor onze nieuwe lokale vrienden een uitermate feestelijke klassieker. Voldaan wordt de kettingdans ingezet door prachtig, traditioneel uitgedoste Faeröerders, zelf proberen we enthousiast enkele pasjes en sluiten aan bij het doorgeven van een shotje straf spul. Dat smaakt al beter – en sowieso naar meer.
Heen en terug
Vanuit Brussel, Amsterdam of Düsseldorf vlieg je naar de Faeröer met Atlantic Airways of Scandinavian Airlines. Vanaf Hirtshals in Denemarken neem je met Smyril Line de ferry naar de hoofdstad Tórshavn. Voertuigen kunnen ook mee. smyrilline.nl