Fietsen over de ViaRhôna: iedere dag genieten van de kleine dingen

. © Getty Images

Wat maakt de ViaRhôna tussen Genève en de Middellandse Zee in Zuid-Frankrijk zo aantrekkelijk om te fietsen? Vooral de variatie: je ruilt de groene Jura heel geleidelijk voor de okerkleurige Provence, je ruilt bergen voor vlaktes, en ondertussen ervaar je cultuur in de vele kleine stadjes in de nabijheid van de rivier.

Johan Van den Broek (58) fietste samen met een vriend de ViaRhôna, een ongeveer 800 kilometer lange fietsroute tussen Genève in Zwitserland en de Middellandse Zee in Zuid-Frankrijk. Hij vertelt waarom deze route zo aantrekkelijk is.

Bonjour

‘Bonjour is ongetwijfeld het meest gehoorde en het meest gebruikte woord tijdens onze fietstrip over de ViaRhôna. Overal en altijd, een volhardende, ongeordende meute van goeiedagzeggende bewoners. In de buurt van Cruas bijvoorbeeld was het echt zéér opvallend. We passeerden alweer een groot, waterrijk recreatiedomein, het was late ochtend, nauwelijks 17 graden, maar de barbecues smeulden al. En altijd opnieuw ‘bonjour’, soms met een zinnetje extra. Ze worden gebrandmerkt als malcontente mensen zoals Michiel Hendryckx onlangs vertelde op Radio 1, maar éénieder die passeert wordt correct begroet.

Waren we zo uitnodigend? Zagen we er zo verlaten en bedeesd uit dat we naar éénieder smekend keken voor dat ultieme mentale schouderklopje, als twee ouder wordende mannen, trekkend en sleurend aan een zware, bepakte fiets? Wellicht niet, want we ontmoetten regelmatig gelijkaardige fietsers, meestal voorzien van een kleurrijkere outfit. Toch maar even de proef op de som genomen. Enkele dagen thuis, en dan op een zonnige namiddag in een Kempense voortuin wieden, en alle voorbijgangers luid en uitbundig groeten. Niet enkel was stilte het antwoord, ook blikken vol onbegrip, tot zelfs irritatie. Nooit intenser beseft als die namiddag dat Frankrijk zo vér is.

Later als ik groot ben

Tijdens mijn pubertijd heb ik steevast opgekeken naar anderen die terugkeerden van een heroïsche fietstocht doorheen Frankrijk. ‘Frankrijk + fiets’ was natuurlijk de enig echte Tour. Vakantiemaanden werden noodzakelijkwijs langdurig gevuld met wieden in vaders immense groentetuin. Jan Wauters’ radioverslaggeving was dan dé mentale ontsnapping aan het eindeloze gewied. Jan Wauters maakte juli draaglijk, augustus eeuwigdurend. ‘Over naar Jan Wauters op de motor’, en dan ontstond een verbinding die regelmatig met horten en stoten verliep, gevolgd door die magistrale stem, die waterval aan woorden, raak typerend, lyrisch beschrijvend. In je fantasie zag je de zwoegende, zwetende en zwalpende renners op mythische cols. En ook het jaar daarna vertrok ik niet, en niet en niet. ‘Later, als ook ik groot ben, dan …’

Klaprozen in de Jura
Klaprozen in de Jura© Johan Van den Broek

Dromen zijn niet altijd zelfbedrog. Sinds een tiental jaar fiets ik jaarlijks in de buurt van de Mont Ventoux, met steevast Buis-les-Baronnies als uitvalsbasis. Intussen zijn er in de regio nog weinig wegeltjes die geheimen hebben. Het gaat niet enkel om het fietsen, het gaat om al fietsend te genieten van de uitbundige voorjaarsbloei, het landschapsbeeld, de bewoners, hun cultuur, hun gebruiken, hun landbouwproducten, … Babbels met een boerin die leeft, of beter ‘moet rondkomen’ van de kaasopbrengst van de melk van welgeteld vijf koeien, een lokale boer die op zijn erf op zondag een uitgebreide lunch aanbiedt … Charme en verdoken armoede liggen soms kort bij elkaar.

In zijn boek ‘Het herdersleven’, een breedvoerige en gedetailleerde beschrijving van het herdersleven in het Lake District, en de ongeschreven regels in de commons, gebruikt James Rebanks (2015) de term ‘mooiweerliefde’. Toeristen zien een zonnige, eeuwenoude muur en schapen, een geïdealiseerd landschap van de geest. Lokale boeren zien het zware labeur om diezelfde muur te onderhouden, elk jaar opnieuw.

Voorbereiden kan een voordeel zijn

Vorig jaar werd de idee geopperd om een deel van de ViaRhôna te fietsen, van Genève naar zee. Hm, een lange fietstocht, hoe begin je daar aan? Volgauto’s? Rittenschema’s? Bergprijzen? Alvast de filosofie van de heuvel van Ilja Leonard Pfeiffer (2009) herlezen, maar dat leek me een beetje té avontuurlijk. Geen logementen geboekt, en dus soms fietsen bij nacht en ontij, geen trajecten uitgekiend, en dus soms fietsen op de snelweg, in Italië dan nog wel, korte en zeer lange ritten, enz. Ilja genoot volop van het spontane en het onverwachte. Maar, was dit nog iets voor ons? En dus werd er gelezen, gelezen en gelezen. En later gerekend. En vooral, gepraat. Afspraken bij elkaar thuis en op restaurant, boeken doorschuiven, kaarten bekijken en herbekijken, voor- en nadelen evalueren van GPS-toestellen, bagagetips lezen, afspraken maken over fietsherstel …

Genève
Genève© iStockphoto

De Rhône volgen is niet zo moeilijk. Er is een zeer gedetailleerd boekje (Oteman Luc, Fietsen over de ViaRhôna, langs de Rhône van Genève naar de Middellandse zee, 2017; La ViaRhôna, Du Léman à la Méditerranée, Paulo et Laetitia Moura, 2017) met een precieze beschrijving van het traject (815 km) en een heleboel detailkaarten, er zijn diverse websites waar anderen hun ervaring aanbieden, er is een goede bewegwijzering met een unieke bebording, er zijn vele drink-, eet- en slaapplaatsen onderweg, onderling erg verschillend in prijs en kwaliteit … En, de afgelopen jaren heeft Frankrijk stevig geïnvesteerd in de lange-afstandsfietstocht. Ontbrekende trajecten werden aangelegd en op diverse plaatsen werden fietsbruggen bijgelegd. Ook de lokale bevolking geniet mee. En, het belangrijkste voordeel van het traject Genève – Middellandse zee is ongetwijfeld dat het, weliswaar lichtjes, bergaf is.

We verkozen trajecten van gemiddeld 65 km per dag, met een minimum van iets meer dan 40 km en een maximum van 85 km. Het ViaRhôna boekje in combinatie met Booking.com laat een gedetailleerde keuze toe van slaapplaatsen, met de zekerheid dat de fietsen veilig en droog kunnen worden gestald. We starten net ten zuiden van Genève, in Viry, gewoon om in Frankrijk te kunnen starten. We ontwijken het traject Lyon-Vienne, te druk verkeer. Na drie dagen fietsen, bereiken we Vienne en nemen een fietsrustdag. We nemen de trein van Vienne naar Lyon en kuieren een dag in Lyon. Daarna fietsen we verder tot Avignon, maar met de TGV terug vanuit Avignon naar België is lastiger dan het lijkt.

Dag 1, stilte samen met luidruchtige natuur

Viry – Belly, 09.45 – 17.40, 84 km

We zijn nog maar net de bocht om en er wacht een korte, nijdige klim, weliswaar maar enkele tientallen meters. Voldoende om de werkelijkheid te beseffen. 15 kilo bagage, een fiets van 15 kilo, 2 kilo water, en zelf 88 kilo, dus ik ben met 120 kilo op pad, en dat na een lange autorit. Hartslag + 140, en dat na amper vijf minuten. Maandenlang langdurig gefietst, en dit als resultaat. Tijdens de fietstocht zullen we het diverse malen ervaren, er zijn eenvoudiger zaken dan een zwaar beladen fiets bergop duwen.

Rhône ten zuiden van Belly
Rhône ten zuiden van Belly© Johan Van den Broek

We belanden al snel in Zwitserland, in Sezegnin, ook dat is een andere wereld. Elk land ordent de omgeving anders. Postbussen, wegdek, woningvorm, tuinaanleg, en ga maar door. De volgende kilometers genieten we van lieflijke beelden van de gigantische vallei waar Genève in genesteld is. Links en rechts een berglint, centraal de stad. Daarachter, net zichtbaar, ligt het meer, gevoed door de Rhône. Het meer is onze startplaats, de Rhône onze leidraad, onze reisgids. Benieuwd hoe de Rhône zich zal laten lezen. In Chancy zien we de eerste bordjes met het ViaRhôna-symbool.

Wat tijdens de ochtend minder georganiseerd leek, wordt stilaan een heuse, strak geregisseerde estafette, een roofvogelestafette. Telkens pikt er ons eentje op, volgt ons, hoog boven ons cirkelend, en zorgt wat later voor een vlekkeloze stokwisseling. Wellicht spelen territoriale grenzen een cruciale rol, en dus bescherming van hun eigen voedselvoorraden. Net mensen. Urenlang houden ze het vol. Tussen Clarafond en de snelweg ontstaat er zelfs een pittig luchtduel waarbij een jonge Rode wouw vaandelvlucht moet plegen. Verder tijdens de rit worden we stilaan steeds meer geconfronteerd met de afwezigheid van stilte. Vogels kwetteren en schetteren, door elkaar. Mensen zijn onhoorbaar.

Dag 2 behulpzame en attente Fransen

Belly- Sablonnières, 09.45 – 15.30, 56 km

We verlaten Belly, buigen naar de Rhône, en maken er vele foto’s. Later zou blijken dat dit één van de absolute pareltjes was. Zwanen, helblauwe lucht, windstil, hel groenblauwe water, zonnig maar niet heet. De Rhône ontspringt in Zwitserland, aan de Furkagletsjer, en draagt tot diep in Frankrijk zijn groenblauwachtige smeltwatertint mee. Vertederend mooi.

Bewust negeren we even de GPS en de kaarten, en verlaten de route. De Rhône blijft nabij. Op zoek naar een restaurant vragen we info ter hoogte van een gîte. ‘Nee, geen restaurant in de buurt, een dorp verder’. En enkele minuten later volgt de spontane vraag: ‘willen jullie geen vers, koel drinkwater?’ Zalig. Gisteren hadden we een gelijkaardige ervaring.

De Rhône was een hele poos uit beeld geweest, en dan bereikten we Seyssel, zagen voor de eerste maal zwanen, wat banken en een petanquebaan, net in de bolle bocht, aanschurkend tegen het stadje, enkele kuierende mensen, … en belandden in het dorp.

Dag 3 gele hesjes-land

Sablonnières – Vienne, 09.15 – 16.15, 62 km

Net vóór Trept verlaten we de ViaRhôna en volgen een in onbruik geraakte spoorweg. Waarheen? Onduidelijk, maar o zo mooi. We laten ons inspireren en verleiden door het onbekende. Links van ons strekt zich een grote vallei uit, ver voor ons ligt een stevige kam. We vervolgen over het onverharde fietspad. Geleidelijk buigen we af naar het noorden, passeren een ecoduct avant la lettre, en rijden dwars door een donker bos. De GPS is machteloos, de kaarten ook. Verdwaald? Na een halfuur kruisen we enkele fietsers, de wereld toont weer wat bewoonbaarder, horen auto’s, en verlaten de beboste spoorwegbedding.

Korenbloemen in gele hesjes-land
Korenbloemen in gele hesjes-land© Johan Van den Broek

We verlaten de ViaRhôna om de verkeersdrukte tussen Lyon en Vienne te ontwijken, en kiezen voor de variant naar Vienne. Tegen de middag bereiken we Four. Er is één klein gebouw met de lokale winkel, en gelijktijdig ook bakkerij en restaurant, maar gesloten, en het is al bijna één uur, en dus … honger. Een uur later in Roche worden we de deur gewezen in een bar tabac. We zien binnen een langgerekte tafel met een tiental mannen, echte werkmannen, allen met een geledigd bord. ‘Nee, ’t is hier geen restaurant’ is het antwoord op de vraag of we iets kunnen eten. De uitbater stuurt ons naar een restaurant, een dorp verder. We druipen af en beseffen pas later dat we wellicht in een deel van het gele-hesjesland zijn beland. Michiel Hendryckx stelde op Radio 1 dat de aanleiding voor het ontstaan van de gele-hesjesbeweging is dat sommige Fransen zich bedreigd voelen in de mogelijkheid om te genieten van het leven. Onbehagen en dreiging is een gevoel dat ons niet meer loslaat de rest van de dag.

In het restaurant, ook een bar tabac, komt, tot mijn verwondering, de barman van achter zijn toog, geeft ons een hand en komt even praten. Hij is gezond nieuwsgierig en wil dus van alles weten. En toch zal het gevoel van het gele-hesjesland ons niet loslaten. We fietsen door een bijna desolaat landschap, net alsof niemand er wil wonen. Mijn gedachten glijden naar ‘Stalker’, een film van Tarkovski, die aan het eind van de jaren zeventig de onderhuidse dreiging van een desolate omgeving meesterlijk in beeld bracht. Er is echter één heel groot verschil, Tarkosvki verkoos een zwart-witfilm, wij rijden tussen een zee van graanvelden, rijkelijk voorzien van duizenden klaprozen, en meer sporadisch korenbloemen. Rood en blauw overweldigen ons soms.

We sluiten de fietsdag in Vienne. Het chaotische stadsverkeer contrasteert met het lege ‘namiddaglandschap’. We bereiken de Rhône. Flinke wind landinwaarts, schuimkoppen op het wateroppervlak. De Rhône wekt de indruk landinwaarts te stromen. We zijn gewaarschuwd.

Dag 4 Stadswandeling Lyon

We stappen naar het nabijgelegen station, uitgaand van de idee dat er een héél regelmatige treinverbinding is tussen Vienne en Lyon. Niet dus. Eén trein per uur. Het station van Lyon nodigt uit tot dwalen. De uitgang zoeken tussen deinende mensenstromen, wat later ergens een plattegrond mee graaien aan de balie van een hotel, en dan op weg naar het oude centrum. Uiteraard te voet, de meest toegankelijke manier om een stad te voelen.

Lyon ligt aan de samenvloeiing van de Rhône en de Saône, dus, ongetwijfeld vinden we daar het oude stadscentrum (UNESCO – werelderfgoed). Aan de rivierkade liggen de talloze plezierboten om kijklustigen vanop de waterlopen van de oeverbebouwing laten genieten. We steken over en belanden op het Presqu’île, het stukje land gekneld tussen beide rivieren.

Lyon
Lyon© Johan Van den Broek

Op het grote plein, Place Bellecour, één van de grootste pleinen van Frankrijk, vinden we een behulpzame mevrouw in de toeristische dienst. ‘Mevrouw, we hebben een halve dag, wat kunnen we doen?’ ‘A, je vertrekt hier, wandelt over het plein, bekijkt de kathedraal en neemt de kabelbaan naar de Notre-Dame de Fourvière. Je zal versteld staan van de binnenzijde. Daarna ga je naar het Romeins theater, en als je tijd hebt geniet je even van het Gallo-Romeinse museum (dat we overslaan). In de vroege namiddag ga je naar de traboules, de doorgangen in de huizenblokken, typisch voor het oude Lyon. Meestal moet je een bel of een speciale deurknop gebruiken om er in te kunnen lopen. Sommige verbinden twee parallelle straten, andere zijn doodlopend.’

We sluiten af met een niet-geplande dwaaltocht doorheen het schitterend gerestaureerde Hôtel Dieu, een oud hospitaal, een ronduit prachtig gebouw, vlak naast de Rhône. Prestigieuze winkels, mooie wandelruimtes, verleidelijke vergezichten, het exclusieve InterContinental hotel, een kapel en een klein parkje, … We lopen terug naar het station, het potloodvormig gebouw als baken, en missen net de trein naar Vienne.

Dag 5, de natuur getemd en (deels) tot nuttigheid herleid

Vienne – Tournon-sur-Rhône, 10.15 – 17.30, 71 km

De volgende ochtend trekken we verder, steken de Rhône over en passeren enkele rolschaatsers. We halen door de stevige wind nauwelijks tien kilometer per uur. De fietsdag zou wel eens lang kunnen duren. En het is kurkdroog, schraal, en zonnig. Geleidelijk zakt de Rhône in haar vallei. Voor ons uit, aan de rechterzijde, weg van de Rhône, zien we op de valleiflanken druiventeelt. De muurtjes er omheen wekken de indruk dat de druiventeelt al heel lang resideert in le Vagnot.

L’île du Beurre is een langgerekt natuurreservaat met enkele vogelkijkhutten. Jammer, maar na 30 meter kijk je steevast tegen een struikwand. De ViaRhôna loopt doorheen het natuurreservaat en we moeten vele fietssluizen passeren, meestal in hout. Op die ogenblikken ervaar je noodgedwongen hoe breed een bepakte trekkingfiets is. We passeren Condrieu, een village de jouteurs. Het is één van de plaatsen in Frankrijk waar een variant op het middeleeuwse steekspel te paard wordt gespeeld. De paarden zijn vervangen door kleine, platte boten, de lansen door een lange stok met bol vooraan, en de zware kwetsuren door een plons.

Tournon-sur-Rhône
Tournon-sur-Rhône© Johan Van den Broek

Opvallend, tijdens de hele rit zien we weinig schepen, op de soms indrukwekkend brede rivier. En dat is merkwaardig. De Rhône werd tijdens de Romeinse periode ‘Rhodanus’ genoemd. De rivier speelde een cruciale rol in de uitbreiding van het Romeinse rijk, noordwaarts dus. Dé achillespees van het Romeinse rijk was de voedselvoorziening voor Rome.

Na Condrieu krijgen we al snel de kerncentrale van Chavanay in beeld. Het volgende uur ervaren we noodgedwongen hoe beeldbepalend een grote constructie kan zijn. Ook hier zijn er meer populierenbossen dan wenselijk voor mensen die allergisch zijn voor de bloesems. Ze bedekken de bodem tot een volledig wit tapijt. Enkele kilometers ten noorden van Tournon-sur-Rhône belanden we in een hotelletje. Een charmante dame verwacht ons. Eén restaurant in de nabijheid.

Dag 6, variatie

Tournon-sur-Rhône – Le Pouzin, 10.30 – 17.00, 71 km

Stilaan weet ik niet meer of het vrijdag, zaterdag of zondag is. Het is een dag. Ritme ebt uit mijn lijf, en een ander ritme glijdt er in. Eén uitgesponnen ontdekkingstocht.

Even verderop komt Tournon-sur-Rhône in beeld. We krullen wat langs de Rhône en plots ontvouwt zich een magistraal plein boordevol enkele lange rijen grootse platanen. Het platanenbladerdek vangt bijna al het rechtstreekse zonlicht. Kan het authentieker Frans?

Verderop ligt Tain-l’Hermitage, een prestigedorp dat vooral gekend is voor zijn duurdere Rhônewijn, allurewijn. Grote witte letters met de naam van het dorp op een heuvel, midden tussen de wijngaarden, maken dit (nogmaals) duidelijk. Zou het Hollywoodwijn zijn?

Rhônebrug Tain-l'Hermitage
Rhônebrug Tain-l’Hermitage© Johan Van den Broek

Bij het verlaten van Tournon-sur-Rhône fietsen we over een grindfietspad, boven op de dijk, vlak naast de rivier. Wat de ViaRhôna zo aantrekkelijk maakt? De bewegwijzering, het aaneengesloten traject, het grotendeels autovrije fietspad, de kwaliteit van het wegdek, de zachte helling, en de behoorlijk grote kans op rugwind. En de variatie.

De variatie is er op hoofdlijn, je ruilt de groene Jura heel geleidelijk voor de okerkleurige Provence, je ruilt bergen voor vlaktes, en ondertussen ervaar je cultuur in de vele, meestal kleine stadjes gelegen in de nabijheid van de rivier. Bovendien, de Rhône waaiert steeds breder uit, vertakt en verbindt, dan weer zijn er kanalen en sluizen, en ga maar door. En de ViaRhôna wisselt voortdurend, dan op de ene en dan op de andere oever, een stukje naast de rivier, boven op de dijk, een stukje beneden, naast de dijk, een stuk tussen twee rivierarmen, of tussen Rhônekanaal en een rivierarm, …

Dag 7 bruggen verbinden

Le Pouzin – Donzère, 11.30 – 17.30, 54 km

Na één moeizame koffie in het dorp vertrekken we, de regenvestjes terug bij de rest van de bagage. We rijden onder een laaghangend wolkendek doorheen een landbouwlandschap. Na een kwartiertje passeren we een doorwaadbare plaats. Voor de toeristische lange-afstandsfietsers is een mooie hangbrug gelegd, best ook handig voor de lokale bewoners. Net als gisteren hebben we rugwind, en dus fietsen we vlot 25 km/h.

Hoek om, en de passerelle Himalayenne bij Rochemaure komt in beeld. De brug is hét uithangbord van de ViaRhôna. De brug werd met Europese steun gerestaureerd. En ze wiebelt vreselijk. Eens je fietst, begint het wiebelen pas echt. Maar ze heeft zo’n uitstraling. De originele brug dateert van 1859. Na vele perikelen startte de restauratie in 2013. Ze is 339 meter lang en 1,4 m breed, en kan dus enkel door voetgangers en fietsers worden gebruikt. De 3 brugpijlers werden verpakt als kasteeltorens. In de nabijheid van de brug, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts, liggen enkele eilanden in de Rhône. De verleiding is dan ook groot om vele foto’s te nemen. Maar ja, dat gewiebel

Dag 8 pizza redt het dorpsleven

Donzère – Vénéjan, 11.15 – 15.30, 43 km

In Donzère belanden we in een chambre d’hôtes met twee kamers in de tuin. We hebben niet gereserveerd en kunnen er dus niet eten. In het dorp is geen restaurant, enkel een pizzeria, en op het marktplein staat ’s avonds soms ook een mobiele pizzeria. Donzère is één van de vele plaatsjes die wegkwijnen, nog een 1000 tal inwoners, amper werk, en in de zomer iets meer dan 2000 inwoners, vooral van vroegere bewoners die voor een langere periode vakantie nemen.

Alweer een druilerig ontbijt, en dus wat zenuwachtig op de regenradar kijken. De uitbaatster merkt onze onrust, zegt dat we gerust mogen wachten, wat we ook doen. Het wordt een vreemde dag. De hele dag kijken we onrustig naar de wolken. Regelmatig zien we het enkele kilometers verder regenen, terwijl we droog kunnen fietsen, op één klein stukje na. Opvallend, er zijn veel fietsers, maar pas later zullen we beseffen dat er vele weekendfietsers bij zijn.

Bourg Saint Andéol
Bourg Saint Andéol© Marianne Casamance, Wikicommons

De rugwind laat ons meer genieten van het landschap in het alluvium. Opduikende rotsmassa’s in de Rhône, nieuwe fietsbruggen, en landbouw zo ver het oog reikt. Bourg-St-Andéol ligt aan de Rhône, en de ViaRhôna wurmt zich er nét tussen. We zien de eerste wegwijzers naar Nîmes, het zuiden wenkt. Even voor Lapalud duikt het eerste lavendelveld op. Het zuiden wenkt nogmaals. We rijden over de wel héél lange brug Pont-St-Esprit binnen.

We rijden naar onze slaapplaats, een auberge in Vénéjan. Geleidelijk begint het meer en meer te lijken op wat we gewoon zijn, de zuidelijke Drôme in en om Buis-les-Baronnies. De vergezichten, de teelten, de weidse landschappen, oker als hoofdtoon. De auberge is dicht, en opent pas om 18.00 uur. Daar staan we dan. Nog een drietal uur wachten. Hoog boven ons liggen weliswaar wat gebouwen waar ze toeristen naar toe sturen, maar dat is hoog en steil. En van onszelf denken we, zoals velen, dat we niet thuishoren in de categorie ’toerist’. We besluiten toch maar naar boven te klauteren. Omhoog en omhoog. En stilaan begint het te dagen. Het is er muisstil, vele huizen zijn piekfijn in orde, en boven vinden we een klein aards paradijs. Een oude molen, een kerkje en een donjon. We genieten.

Dag 9 thuiskomen

Vénéjan- Buis-les-Baronnies, 08.20 – 16.00, 79 km

We vertrekken vroeg en fietsen terug naar Pont-St-Esprit. Mijn vrouw had me op het hart gedrukt dat er een stevig onweer in aantocht was, hele zware regenbuien, tot zelfs hagel. ‘En écht vroeg vertrekken hé’. Toch aangenaam als zelfs op (grote) afstand iemand zo bezorgd om je is. In Pont-St-Esprit mogen we nogmaals over de monumentale brug rijden, 919 m lang, 25 bogen. En ook hier verbindt de brug twee regio’s, nl. de Languedoc en de Provence.

We kiezen richting Mondragon en pikken de D152 op. Eerst een kilometer de vallei uitklauteren, en stilaan verstilt het landschap. Droog, desolaat, arm, vergezichten, zonder twijfel dé ontdekking van de dag. Na wat op en af, en vele bochten belanden we in Rochegude. Via de D8 rijden we naar Cairanne, en stellen tot onze teleurstelling vast dat het restaurant Le Tourne au Verre dicht is. Jammer, want het heeft een zeer uitgebreide wijnkaart, lekkere dagschotels, en hele dikke platanen. Heerlijk toeven dus. Noodgedwongen fietsen we verder. We rijden via Rasteau en Roaix naar Vaison-la-Romaine. We stappen af aan één van de vele toeristenrestaurants. Geleidelijk begint het te regenen, en harder te regenen.

Buis-les-Baronnies
Buis-les-Baronnies© Getty Images

Intussen regent het onafgebroken. Bewonderende blikken van de tafel naast ons helpen om te vertrekken. Regen en bijna altijd klimmen tot Buis-les-Baronnies. Eerst door de stad. Automobilisten vinden ons niet leuk, want ze moeten stapvoets achter ons blijven. We bereiken het oude klooster in Buis-les-Baronnies, nat en vreselijke kou.

Het oude klooster, en vooral het dorp, bieden het gevoel van thuiskomen. Alles is herkenbaar. Net als vorig jaar hebben we een hok met sleutel voor de fietsen, is er de aanlokkelijke binnenplaats, en vooral, het dorp heeft weinig geheimen.

Dag 10 Buis-les-Baronnies, genieten van het bekende

Na vorig jaar is het zeer eenvoudig: ontbijten doe je bij de bakker. De stokoude verkoopster volhardt, nog intenser gebukt dan het vorige jaar. Ontbijtbestellingen zijn voor de jonge garde, die beheerst een ingewikkeld koffieapparaat. Iedereen neemt zijn ontbijt binnen, en we worden aangemaand dat ook te doen.

We kiezen voor de ‘dorpswandeling’, een lus van een drietal uur met erg afwisselende vergezichten. Eerst een flink eind omhoog, dan een brede lus, gevolgd door een half uur moeilijk stappen over de krijtkam, en dan naar beneden. De bloemen zijn herkenbaar, de tinten, de vorm van het landschap, de ondergrond, … En uiteraard komt de Mont Ventoux helder in beeld, ongeveer in ’t midden van de wandeling.

In de Super U (supermarkt) kopen we de traditionele worstjes, en een stapel groenten. Aanschuivend aan de vleestoog zie ik hoe een local zijn entrecote bestelt. Eerst wordt een gigantische homp vlees uit de toog gehaald, ruim dertig centimeter lang. De winkelbediende zet haar mes op de vleeshomp, hij kijkt, en maant aan om de steak iets dunner te snijden, ze snijdt, en legt ongeveer 600 gram biefstuk op de weegschaal, inclusief een flink stuk vet. ‘Mooi’ laat ik me ontglippen, hij draait zich, ziet mijn blik, legt zijn hand op mijn schouder, en zegt ’tja, zo leven we hier’, met als enige doel het héél goed duidelijk te maken wat hij heeft, elke dag genieten van de kleine dingen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content