Fietsen langs Unesco werelderfgoed in Wallonië
De voormalige mijnen, kastelen met een lange geschiedenis, de ingenieuze scheepsliften en heel veel ambachtelijk gemaakte lekkernijen: ontdek de culturele en historische rijkdommen van Wallonië vanaf de fiets. Deze elf dagetappes brengen je langs Unesco werelderfgoed en andere unieke plaatsen in het zuidelijke deel van ons land.
De voormalige mijnen, kastelen met een lange geschiedenis, de ingenieuze scheepsliften en heel veel ambachtelijk gemaakte lekkernijen: Wallonië is perfect voor een langzame reis op de fiets. Toerisme Wallonië stelde daarom een route samen langs de plaatsen die op de werelderfgoedlijst van Unesco staan en andere unieke plaatsen. De route bestaat uit elf etappes die je telkens in een dag kan afleggen. Het is natuurlijk niet noodzakelijk om de volledige route af te leggen: je kan er ook één of meerdere dagtochten uitkiezen.
34 kilometer, 2,5 uur, zeer gemakkelijk
Op de derde dag staat een gemakkelijke en niet al te lange tocht op het programma. Je start in Binche en eindigt in Thuin en maakt kennis met twee Unesco sites: het belfort in Thuin en de het Museum der Folkoristische Marsen in Gerpinnes.
Belfort van Thuin
Het middeleeuwse stadje Thuin bestaat uit twee delen: een benedenstad langs de Samber en een versterkte bovenstad op een heuvel. Het stadje verrast met enkele mooie bezienswaardigheden: de middeleeuwse straatjes ‘les postys’, een groot aantal religieuze monumenten, het belfort en de hangende tuinen. De zuidelijke helling van het stadje is gevuld met terrasvormige tuinen, miniwijngaarden en moestuintjes.
Het Belfort werd gebouwd in 1638 en is eigenlijk de toren van een vroegere collegiale kerk. Je kan het belfort met zijn uurwerkmechanisme, de beiaard en 25 klokken bezichtigen. Het belfort veroverde in 1999 een plekje op de Unesco werelderfgoedlijst.
Museum der Folkloristische Marsen van de streek tussen Samber en Maas
De traditie van de folkloristische marsen in het gebied tussen Samber en Maas is door Unesco erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. In Gerpinnes staat een museum waar je in een prachtig gebouw aan de hand van manuscripten, artikels, memoires, boeken, foto’s en films alles leert over deze traditie die al teruggaat tot de Middeleeuwen, georganiseerd wordt in zo’n vijftig dorpen en waar zo’n 10.000 mensen aan meedoen.
24 kilometer, 2,5 uur, eenvoudig
Een 24 kilometer lange etappe brengt je van Thuin naar Charleroi. Onderweg kan je twee werelderfgoedsites bezichtigen: het belfort in Charleroi en Bois du Cazier. Ook kom je langs enkele interessante musea zoals het Museum voor Fotografie in Charleroi en langs de Cisterciënzerabdij van Aulne.
Belfort in Charleroi
Het Belfort in Charleroi is nog redelijk jong: het werd in 1936 gebouwd als onderdeel van het stadhuis dat werd ontworpen door Joseph André. De stijl is een fraaie combinatie van Classicisme en Art Deco. De toren is zeventig meter hoog. Je moet 250 trappen opklimmen om de top te bereiken. De bovenste drie verdiepingen worden ingenomen door een beiaard met 47 klokken.
Bois du Cazier
Het hart van het Waals industrieel erfgoed ligt in Bois du Cazier, ten zuiden van Charleroi. In de voormalige steenkoolmijn Bois du Cazier kwamen 262 mannen om het leven bij een mijnbrand in 1956. De slachtoffers zaten vast op een diepte van duizend meter. Negen jaar later, in 1967, werd de mijn gesloten. 45 jaar daarna werd de hele site gesaneerd en tot Unesco werelderfgoed uitgeroepen. Tegenwoordig zijn er drie tentoonstellingszalen. L’Espace 8 août 1956 is gewijd aan de ramp, het Industriemuseum vertelt het verhaal van de industriële revolutie en in het Glasmuseum zie je prachtige collecties glaswerk en reis je terug naar de oorsprong van de glasmakerij. Het wandelpad op de terrils rondom Bois du Cazier biedt een mooi zicht op de stad.
63 kilometer, gemiddeld, 5,5 uur
Op deze vrije lange fietsroute passeer je twee citadels: de citadel in Namen en die in Dinant. Vanuit Charleroi bereik je Namen als eerste. De enorme citadel torent al eeuwen majestueus boven de stad uit. De citadel en het groen eromheen is in totaal tachtig hectare groot. De geschiedenis van het bouwwerk gaat heel ver terug in de tijd. De eerste stenen werden ergens in de vroege Middeleeuwen gelegd, maar vermoedelijk wonen er al zo’n achtduizend jaar mensen op de heuvel aan de Maas. De citadel is daarmee niet alleen een van de oudste, maar ook een van de grootste vestingen in Europa. Wat valt er allemaal te beleven? Behalve genieten van het schitterende uitzicht, kan je ook een rondleiding volgen, door de ondergrondse gangen wandelen en in het bezoekerscentrum Terra Nova heel veel te weten komen over tweeduizend jaar stedelijke en militaire geschiedenis in Europa.
Ook de citadel in Dinant torent hoog boven de stad uit. De steile honderd meter hoge rotswand lijkt door te lopen in het imposante fort op de top. Het spreekt voor zich dat je vanuit het fort een mooi uitzicht over de Maas, Dinant en de wijde omgeving hebt. De citadel werd in de elfde eeuw gebouwd, maar in de loop van de eeuwen verschillende keren verwoest en weer opnieuw gebouwd. In het fort is van alles te zien: een wapenmuseum, een gevangenis, een guillotine, kanonnen, slaapzalen, de keuken….
Er zijn drie manieren om het fort te bereiken: gewoon met de wagen, maar leuker is natuurlijk om het kabelbaantje vanuit Dinant te nemen of de 408 treden van de in 1577 aangelegde trap op te wandelen.
18 kilometer, eenvoudig, twee uur
Deze korte etappe is ideaal voor fijnproevers omdat je verschillende bierbrouwerijen passeert waar je niet alleen kan zien hoe het bier geproduceerd wordt, maar je er ook van kan proeven.
Zo kom je langs de abdij van Leffe die natuurlijk bekendstaat om het gelijknamige bier. Bij de abdij staat het Leffemuseum dat gewijd is aan het abdijbier.
Maar daar blijft het niet bij: tijdens je fietstocht kan je ook nog stoppen bij brouwerij Caracole van Fagmignoul waar onder andere La Caracole, La Troublette en La Saxo op een traditionele manier gebrouwen wordt.
41 kilometer, gemiddeld, 3,5 uur
Je start in het op 286 meter hoogte gelegen stadje Ciney dat bekendstaat om het gelijknamige bier en om de veemarkt. Door een romantisch en gevarieerd landschap fiets je naar Durbuy waarvan wordt gezegd dat het het kleinste stadje in de wereld is. Maar voordat je daar aankomt, kan je eerst een tussenstop maken in het Unesco Global Geopark in Rochefort, het eerste in België. Het park is meer dan 900 vierkante kilometer groot en je ontdekt er prachtige grotten, ondergrondse rivieren, rotswanden, een grote biodiversiteit en landschappen met een groot geologisch belang.
Eenmaal aangekomen in Durbuy zal je aangenaam verrast zijn omdat er zoveel te zien is in zo’n klein stadje. Zo is er het uitkijkpunt Belvédère waar je te voet, per fiets, met de auto of met een toeristisch treintje heen kan gaan. Verder het vreemde geologische fenomeen Anticlinaal van Durbuy, dat ook wel de ‘Rots van Falize’ wordt genoemd en het Parc des Topiaires met meer dan 250 in vormen gesnoeide planten.
63 kilometer, moeilijk, 10 uur
Voor deze 63 kilometer lange fietsroute moet je een volledige dag uittrekken of de tocht uitspreiden over twee dagen. Het parcours is behoorlijk pittig en je bent makkelijk tien uur onderweg.
Sowieso is het een fietstocht die sportievelingen op het lijf geschreven is. Zo kan je in de buurt van Luik de ondergrondse wereld in de Grot van Comblain betreden en galerijen en zaaltjes met stalactieten en stalagmieten bekijken. Omdat de grot vooral verticaal is gevormd, moet je er behoorlijk wat trappen op- en aflopen.
Bij Wéris neem je een duik in de prehistorie met de beroemde dolmens: op een rij geplaatste megalieten die er vermoedelijk rond 3.000 v. Chr. zijn neergezet. In het bijbehorende Maison des Mégalithes kom je alles te weten over de geschiedenis van deze mysterieuze stenen.
Voor degenen die graag nog wat andere sporten beoefenen dan fietsen, is er het vrijetijdscentrum Domaine de Palogne, gelegen aan de Ourthe. Je kan er kajakken, mountainbiken, wandelen, minigolfen of een roofvogelshow bijwonen.
De fietsroute eindigt in kuuroord Spa waar je in een prachtige omgeving tot rust kan komen in het ijzerhoudende water. Al sinds 1858 trekken welgestelden uit heel Europa naar het stadje om zich te laten verwennen in de warmwaterbronnen. Tegenwoordig kan je er genieten van allerlei weldadige kuren en behandelingen. Wissel je bezoek af met sportieve activiteiten zoals een mooie wandeling, hardlopen op één van de trailrunningparcours of het afleggen van het fitnessparcours ‘Spa Reine’ waarbij je zo’n twintig oefeningen in de natuur kan doen.
40 kilometer, gemiddeld, 3 uur
Na de pittige etappe tussen Durbuy en Spa, staat nu weer een minder enerverende route op het programma. Hoogtepunt van deze rit is België’s oudste natuurpark: de Hoge Venen. Op dit hooggelegen plateau (694 meter) is het geregeld mistig, regent het vaker dan in de rest van het land en kan het flink waaien. Maar is het ook een prachtig gebied met venen, heide, heldere riviertjes, sparrenbossen en unieke dieren zoals de korhoen. Stap hier van de fiets af en maak er een mooie wandeling, eventueel onder leiding van een gids.
Wat valt er onderweg nog meer te beleven? Een bezoekje aan het beroemde Formule 1-circuit in Spa-Francorchamps waar je je eventjes een professionele F1-piloot kan voelen. In Stavelot heb je in de abdij waarvan de geschiedenis teruggaat tot het jaar 648 de keuze uit drie musea: eentje over de geschiedenis van de abdij zelf, een over de Franse schrijver Guillaume Apollinaire die korte tijd in Stavelot verbleef en een laatste over het circuit van Spa-Francorchamps.
Nog meer geschiedenis, maar dan recenter, kan je beleven in het museum Baugnez 44 dat is gewijd aan de laatste grote operaties van de Slag om de Ardennen tijdens de Tweede Wereldoorlog. En dat is nog niet alles: in Malmedy is het voormalige klooster Malmundarium omgebouwd tot een belangrijk cultureel centrum. Je vindt er verschillende musea zoals Atelier van Carnaval, Atelier van Leer en Schatkamer van de kathedraal. Ook is er veel ruimte voor tijdelijke exposities en evenementen.
Na zoveel geschiedenis is het heerlijk om in de gezellige herberg bij de brouwerij van Bellevaux een ambachtelijk biertje van hoge gisting te ontdekken. Tijdens een rondleiding door de brouwerij zie je met eigen ogen hoe het drankje precies de juiste smaak krijgt.
56 kilometer, makkelijk, 4 uur
Een bijzondere route, want je volgt een stukje van de Vennbahn, de oude spoorlijn die door de Eifel loopt. Maar voordat je vertrekt, kan je eerst een duik nemen in het meer van Robertville in Waimes. Het water in dit openluchtzwembad is zeer helder en wordt omgeven door een mooi, bosachtig landschap.
Eenmaal op weg kan je na ongeveer 6 kilometer een tussenstop maken bij het 14e-eeuwse kasteel Reinhardstein, de hoogstgelegen burcht in België. De op een hoge, smalle rots gelegen burcht werd onlangs volledig gerenoveerd en gedecoreerd met wandtapijten, wapenuitrustingen en kisten. Vlakbij de burcht is een waterval waar water met veel kracht in het in het dal gelegen riviertje Warche stort.
In Raeren, het eindpunt van deze route, kan je het kasteel van Raeren bezoeken. In deze 14e-eeuwse burcht wordt al eeuwenlang aardewerk gemaakt. Aan de hand van meer dan tweeduizend porseleinen stukken vertelt dit kasteel het verhaal van 500 jaar aardewerk uit het Rijnland en hedendaagse keramiek.
47 kilometer, gemiddeld, 4 uur
En dan zijn we aanbeland bij de laatste etappe van de Unesco fietsroute. Deze route loopt langst de grens met Duitsland en Nederland en passeert behalve enkele interessante historische sites ook pitstops voor lekkerbekken. Zo kan je een tussenstop maken bij de cisterciënzerabdij van Val-Dieu waar spiritualiteit en bier harmonieus samengaan. Nog meer lekkers krijg je voorgeschoteld in Battice waar in de Fromagerie du Vieux Moulin de beroemde Hervekaas (de enige Belgische kaas met B.O.B.-erkenning) gemaakt wordt.
In Aubel kan je een bezoek brengen aan een traditionele stroopmakerij. Je krijgt een rondleiding langs de machines gevolgd door een heerlijke proeverij. Een laatste lekkere stop – tenminste als je er op zaterdag bent – is bij ambachtelijke chocolatier Didier Smeets. Hij laat je met liefde zijn werk zien en laat je proeven van zijn creaties.
Werelderfgoed staat ook op het programma en wel de voormalige steenkoolmijn van Blegny. Tijdens een bezoek daal je af in de gaanderijen op een diepte van dertig en zestig meter. Je ervaart zo zelf hoe het leven van de mijnwerkers er destijds uitzag. Daarnaast kan je er een rit in een toeristisch treintje maken en het museum bezoeken.
39 kilometer, gemakkelijk
Ook de fietstocht op de tweede dag is gemakkelijk en met 39 kilometer niet al te lang. Ook vandaag staat er heel wat uniek werelderfgoed op het programma. Te beginnen met de vuursteenmijnen in Spiennes.
Silex’s: de neolithische vuursteenmijnen van Spiennes
De vuursteenmijnen liggen in Spiennes, op ongeveer 6 kilometer van Mons, en zijn een van de oudste en grootste ontginningscentra voor silex in Europa. De archeologische site toont de inventiviteit en vindingrijkheid van de prehistorische mens. Al in 4.000 voor Christus slaagden mensen erin stenen uit de 15 meter diepe mijn omhoog te halen. De mijnen werden pas zo’n 100 jaar geleden toevallig ontdekt. Bij de opgravingen vonden archeologen duizenden voorwerpen en resten van dierlijke en menselijke skeletten. De mijnen staan sinds 2000 op de werelderfgoedlijst van Unesco.
De Hydraulische scheepsliften van het Centrumkanaal
De als werelderfgoed erkende hydraulische liften op het Centrumkanaal zijn uniek want ze zijn de enige in hun soort in de wereld die nu nog in bedrijf zijn. Elke lift overbrugt een hoogteverschil van zeventien meter dankzij door water opgewekte energie. Je kunt de liften bewonderen aan boord van een boot. Het bezoek wordt gecombineerd met de lift van Strepy-Thieu, de grootste ter wereld die ooit werd gebouwd en sinds 2002 in werking is. De lift verbindt de Schelde met de Samber.
Bois-du-Luc
Bois-du-Luc is een dorp dat tussen 1840 en 1920 werd gebouwd als een samenleving in het klein voor de mijnwerkers. Er verrezen industriële gebouwen, een school, het gesticht, de kiosk, arbeiderswoningen en de kerk. Samen met drie andere grote mijnsites in Wallonië – Le Grand-Hornu, Le Bois du Cazier en Blegny-Mine – staat Bois-du-Lac sinds 2012 op de Unesco-lijst.
Binche: Belfort en Carnaval
Binche is weliswaar niet zo’n grote plaats, maar Carnaval wordt hier zo groots gevierd dat het 600 jaar oude feest al sinds november 2003 officieel op de werelderfgoedlijst van Unesco staat. Het hoogtepunt van het drie dagen durende festijn vindt plaats op dinsdag, de traditionele ‘Mardi Gras’ (vastenavond) wanneer meer dan duizend folkloristische Gilles in hun traditionele kostuums en andere carnavalsgroepen door het stadje trekken.
Ook het Belfort in Binche staat op de Unesco-lijst. Het Belfort maakt in Binche deel uit van het stadhuis dat in de 14e eeuw werd gebouwd, maar nadat het was platgebrand opnieuw moest worden opgetrokken. Het Renaissance stadhuis is het centrale gebouw op de Markt. Het belfort met de opvallende bolvormige koepel herbergt een beiaard met verschillende klokken uit de zestiende eeuw.
34 kilometer, 2,5 uur, zeer gemakkelijk
Op de derde dag staat een gemakkelijke en niet al te lange tocht op het programma. Je start in Binche en eindigt in Thuin en maakt kennis met twee Unesco sites: het belfort in Thuin en de het Museum der Folkoristische Marsen in Gerpinnes.
Belfort van Thuin
Het middeleeuwse stadje Thuin bestaat uit twee delen: een benedenstad langs de Samber en een versterkte bovenstad op een heuvel. Het stadje verrast met enkele mooie bezienswaardigheden: de middeleeuwse straatjes ‘les postys’, een groot aantal religieuze monumenten, het belfort en de hangende tuinen. De zuidelijke helling van het stadje is gevuld met terrasvormige tuinen, miniwijngaarden en moestuintjes.
Het Belfort werd gebouwd in 1638 en is eigenlijk de toren van een vroegere collegiale kerk. Je kan het belfort met zijn uurwerkmechanisme, de beiaard en 25 klokken bezichtigen. Het belfort veroverde in 1999 een plekje op de Unesco werelderfgoedlijst.
Museum der Folkloristische Marsen van de streek tussen Samber en Maas
De traditie van de folkloristische marsen in het gebied tussen Samber en Maas is door Unesco erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. In Gerpinnes staat een museum waar je in een prachtig gebouw aan de hand van manuscripten, artikels, memoires, boeken, foto’s en films alles leert over deze traditie die al teruggaat tot de Middeleeuwen, georganiseerd wordt in zo’n vijftig dorpen en waar zo’n 10.000 mensen aan meedoen.
Route 2: Van Bergen naar Binche h2>
24 kilometer, 2,5 uur, eenvoudig
Een 24 kilometer lange etappe brengt je van Thuin naar Charleroi. Onderweg kan je twee werelderfgoedsites bezichtigen: het belfort in Charleroi en Bois du Cazier. Ook kom je langs enkele interessante musea zoals het Museum voor Fotografie in Charleroi en langs de Cisterciënzerabdij van Aulne.
Belfort in Charleroi
Het Belfort in Charleroi is nog redelijk jong: het werd in 1936 gebouwd als onderdeel van het stadhuis dat werd ontworpen door Joseph André. De stijl is een fraaie combinatie van Classicisme en Art Deco. De toren is zeventig meter hoog. Je moet 250 trappen opklimmen om de top te bereiken. De bovenste drie verdiepingen worden ingenomen door een beiaard met 47 klokken.
Bois du Cazier
Het hart van het Waals industrieel erfgoed ligt in Bois du Cazier, ten zuiden van Charleroi. In de voormalige steenkoolmijn Bois du Cazier kwamen 262 mannen om het leven bij een mijnbrand in 1956. De slachtoffers zaten vast op een diepte van duizend meter. Negen jaar later, in 1967, werd de mijn gesloten. 45 jaar daarna werd de hele site gesaneerd en tot Unesco werelderfgoed uitgeroepen. Tegenwoordig zijn er drie tentoonstellingszalen. L’Espace 8 août 1956 is gewijd aan de ramp, het Industriemuseum vertelt het verhaal van de industriële revolutie en in het Glasmuseum zie je prachtige collecties glaswerk en reis je terug naar de oorsprong van de glasmakerij. Het wandelpad op de terrils rondom Bois du Cazier biedt een mooi zicht op de stad.
Route 2: Van Bergen naar Binche h2>
63 kilometer, gemiddeld, 5,5 uur
Op deze vrije lange fietsroute passeer je twee citadels: de citadel in Namen en die in Dinant. Vanuit Charleroi bereik je Namen als eerste. De enorme citadel torent al eeuwen majestueus boven de stad uit. De citadel en het groen eromheen is in totaal tachtig hectare groot. De geschiedenis van het bouwwerk gaat heel ver terug in de tijd. De eerste stenen werden ergens in de vroege Middeleeuwen gelegd, maar vermoedelijk wonen er al zo’n achtduizend jaar mensen op de heuvel aan de Maas. De citadel is daarmee niet alleen een van de oudste, maar ook een van de grootste vestingen in Europa. Wat valt er allemaal te beleven? Behalve genieten van het schitterende uitzicht, kan je ook een rondleiding volgen, door de ondergrondse gangen wandelen en in het bezoekerscentrum Terra Nova heel veel te weten komen over tweeduizend jaar stedelijke en militaire geschiedenis in Europa.
Ook de citadel in Dinant torent hoog boven de stad uit. De steile honderd meter hoge rotswand lijkt door te lopen in het imposante fort op de top. Het spreekt voor zich dat je vanuit het fort een mooi uitzicht over de Maas, Dinant en de wijde omgeving hebt. De citadel werd in de elfde eeuw gebouwd, maar in de loop van de eeuwen verschillende keren verwoest en weer opnieuw gebouwd. In het fort is van alles te zien: een wapenmuseum, een gevangenis, een guillotine, kanonnen, slaapzalen, de keuken….
Er zijn drie manieren om het fort te bereiken: gewoon met de wagen, maar leuker is natuurlijk om het kabelbaantje vanuit Dinant te nemen of de 408 treden van de in 1577 aangelegde trap op te wandelen.
Route 2: Van Bergen naar Binche h2>
18 kilometer, eenvoudig, twee uur
Deze korte etappe is ideaal voor fijnproevers omdat je verschillende bierbrouwerijen passeert waar je niet alleen kan zien hoe het bier geproduceerd wordt, maar je er ook van kan proeven.
Zo kom je langs de abdij van Leffe die natuurlijk bekendstaat om het gelijknamige bier. Bij de abdij staat het Leffemuseum dat gewijd is aan het abdijbier.
Maar daar blijft het niet bij: tijdens je fietstocht kan je ook nog stoppen bij brouwerij Caracole van Fagmignoul waar onder andere La Caracole, La Troublette en La Saxo op een traditionele manier gebrouwen wordt.
Route 2: Van Bergen naar Binche h2>
41 kilometer, gemiddeld, 3,5 uur
Je start in het op 286 meter hoogte gelegen stadje Ciney dat bekendstaat om het gelijknamige bier en om de veemarkt. Door een romantisch en gevarieerd landschap fiets je naar Durbuy waarvan wordt gezegd dat het het kleinste stadje in de wereld is. Maar voordat je daar aankomt, kan je eerst een tussenstop maken in het Unesco Global Geopark in Rochefort, het eerste in België. Het park is meer dan 900 vierkante kilometer groot en je ontdekt er prachtige grotten, ondergrondse rivieren, rotswanden, een grote biodiversiteit en landschappen met een groot geologisch belang.
Eenmaal aangekomen in Durbuy zal je aangenaam verrast zijn omdat er zoveel te zien is in zo’n klein stadje. Zo is er het uitkijkpunt Belvédère waar je te voet, per fiets, met de auto of met een toeristisch treintje heen kan gaan. Verder het vreemde geologische fenomeen Anticlinaal van Durbuy, dat ook wel de ‘Rots van Falize’ wordt genoemd en het Parc des Topiaires met meer dan 250 in vormen gesnoeide planten.
Route 2: Van Bergen naar Binche h2>
63 kilometer, moeilijk, 10 uur
Voor deze 63 kilometer lange fietsroute moet je een volledige dag uittrekken of de tocht uitspreiden over twee dagen. Het parcours is behoorlijk pittig en je bent makkelijk tien uur onderweg.
Sowieso is het een fietstocht die sportievelingen op het lijf geschreven is. Zo kan je in de buurt van Luik de ondergrondse wereld in de Grot van Comblain betreden en galerijen en zaaltjes met stalactieten en stalagmieten bekijken. Omdat de grot vooral verticaal is gevormd, moet je er behoorlijk wat trappen op- en aflopen.
Bij Wéris neem je een duik in de prehistorie met de beroemde dolmens: op een rij geplaatste megalieten die er vermoedelijk rond 3.000 v. Chr. zijn neergezet. In het bijbehorende Maison des Mégalithes kom je alles te weten over de geschiedenis van deze mysterieuze stenen.
Voor degenen die graag nog wat andere sporten beoefenen dan fietsen, is er het vrijetijdscentrum Domaine de Palogne, gelegen aan de Ourthe. Je kan er kajakken, mountainbiken, wandelen, minigolfen of een roofvogelshow bijwonen.
De fietsroute eindigt in kuuroord Spa waar je in een prachtige omgeving tot rust kan komen in het ijzerhoudende water. Al sinds 1858 trekken welgestelden uit heel Europa naar het stadje om zich te laten verwennen in de warmwaterbronnen. Tegenwoordig kan je er genieten van allerlei weldadige kuren en behandelingen. Wissel je bezoek af met sportieve activiteiten zoals een mooie wandeling, hardlopen op één van de trailrunningparcours of het afleggen van het fitnessparcours ‘Spa Reine’ waarbij je zo’n twintig oefeningen in de natuur kan doen.
Route 2: Van Bergen naar Binche h2>
40 kilometer, gemiddeld, 3 uur
Na de pittige etappe tussen Durbuy en Spa, staat nu weer een minder enerverende route op het programma. Hoogtepunt van deze rit is België’s oudste natuurpark: de Hoge Venen. Op dit hooggelegen plateau (694 meter) is het geregeld mistig, regent het vaker dan in de rest van het land en kan het flink waaien. Maar is het ook een prachtig gebied met venen, heide, heldere riviertjes, sparrenbossen en unieke dieren zoals de korhoen. Stap hier van de fiets af en maak er een mooie wandeling, eventueel onder leiding van een gids.
Wat valt er onderweg nog meer te beleven? Een bezoekje aan het beroemde Formule 1-circuit in Spa-Francorchamps waar je je eventjes een professionele F1-piloot kan voelen. In Stavelot heb je in de abdij waarvan de geschiedenis teruggaat tot het jaar 648 de keuze uit drie musea: eentje over de geschiedenis van de abdij zelf, een over de Franse schrijver Guillaume Apollinaire die korte tijd in Stavelot verbleef en een laatste over het circuit van Spa-Francorchamps.
Nog meer geschiedenis, maar dan recenter, kan je beleven in het museum Baugnez 44 dat is gewijd aan de laatste grote operaties van de Slag om de Ardennen tijdens de Tweede Wereldoorlog. En dat is nog niet alles: in Malmedy is het voormalige klooster Malmundarium omgebouwd tot een belangrijk cultureel centrum. Je vindt er verschillende musea zoals Atelier van Carnaval, Atelier van Leer en Schatkamer van de kathedraal. Ook is er veel ruimte voor tijdelijke exposities en evenementen.
Na zoveel geschiedenis is het heerlijk om in de gezellige herberg bij de brouwerij van Bellevaux een ambachtelijk biertje van hoge gisting te ontdekken. Tijdens een rondleiding door de brouwerij zie je met eigen ogen hoe het drankje precies de juiste smaak krijgt.
Route 2: Van Bergen naar Binche h2>
56 kilometer, makkelijk, 4 uur
Een bijzondere route, want je volgt een stukje van de Vennbahn, de oude spoorlijn die door de Eifel loopt. Maar voordat je vertrekt, kan je eerst een duik nemen in het meer van Robertville in Waimes. Het water in dit openluchtzwembad is zeer helder en wordt omgeven door een mooi, bosachtig landschap.
Eenmaal op weg kan je na ongeveer 6 kilometer een tussenstop maken bij het 14e-eeuwse kasteel Reinhardstein, de hoogstgelegen burcht in België. De op een hoge, smalle rots gelegen burcht werd onlangs volledig gerenoveerd en gedecoreerd met wandtapijten, wapenuitrustingen en kisten. Vlakbij de burcht is een waterval waar water met veel kracht in het in het dal gelegen riviertje Warche stort.
In Raeren, het eindpunt van deze route, kan je het kasteel van Raeren bezoeken. In deze 14e-eeuwse burcht wordt al eeuwenlang aardewerk gemaakt. Aan de hand van meer dan tweeduizend porseleinen stukken vertelt dit kasteel het verhaal van 500 jaar aardewerk uit het Rijnland en hedendaagse keramiek.
Route 2: Van Bergen naar Binche h2>
47 kilometer, gemiddeld, 4 uur
En dan zijn we aanbeland bij de laatste etappe van de Unesco fietsroute. Deze route loopt langst de grens met Duitsland en Nederland en passeert behalve enkele interessante historische sites ook pitstops voor lekkerbekken. Zo kan je een tussenstop maken bij de cisterciënzerabdij van Val-Dieu waar spiritualiteit en bier harmonieus samengaan. Nog meer lekkers krijg je voorgeschoteld in Battice waar in de Fromagerie du Vieux Moulin de beroemde Hervekaas (de enige Belgische kaas met B.O.B.-erkenning) gemaakt wordt.
In Aubel kan je een bezoek brengen aan een traditionele stroopmakerij. Je krijgt een rondleiding langs de machines gevolgd door een heerlijke proeverij. Een laatste lekkere stop – tenminste als je er op zaterdag bent – is bij ambachtelijke chocolatier Didier Smeets. Hij laat je met liefde zijn werk zien en laat je proeven van zijn creaties.
Werelderfgoed staat ook op het programma en wel de voormalige steenkoolmijn van Blegny. Tijdens een bezoek daal je af in de gaanderijen op een diepte van dertig en zestig meter. Je ervaart zo zelf hoe het leven van de mijnwerkers er destijds uitzag. Daarnaast kan je er een rit in een toeristisch treintje maken en het museum bezoeken.
Route 1: Van Doornik naar Bergen h2>
68 kilometer, ongeveer 5,5 uur, gemakkelijk
Deze gemakkelijke fietstocht start in Doornik, de stad die meer dan 2000 jaar geleden werd gesticht op de oevers van de Schelde. Het is daarmee, na Tongeren, de oudste stad in België. Je passeert onderweg maar liefst zes werelderfgoederen.
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Doornik
De kathedraal van Doornik werd in 2000 toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van Unesco en wordt gezien als een meesterwerk uit de westerse Middeleeuwen. Het gigantisch gebouw is 134 meter lang en de 5 torens zijn 83 meter hoog. De kathedraal is een mix van een romaanse en gotische stijl.
Het Belfort in Doornik
Het belfort van Doornik is het oudste van België en staat ook op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De wachttoren uit het einde van de twaalfde eeuw (1188) staat op de Grote Markt. Het is 72 meter hoog en om de top te bereiken moet je maar liefst 257 trappen trotseren. Tijdens de wandeling naar boven kan je af en toe even halt houden bij één van de tentoonstellingen over het belfort. Ook kan je de gevangenis, de kamer van de beiaardier en de klokken bekijken. Wanneer je de top hebt bereikt, word je rijkelijk beloond met een mooi uitzicht op de stad en de omgeving.
Le Grand-Hornu in Bergen
Le Grand-Hornu is een industrieel steenkoolmijn- en industriecomplex uit de eerste helft van de negentiende eeuw en een aanrader voor liefhebbers van industrieel erfgoed. Via drie wandelroutes kan je de site verkennen: de oude werkplaatsen, kantoren en arbeiderswijk. Je kan er ook het Centrum voor Innovatie en Design en het Museum voor Hedendaagse Kunsten bezoeken met tijdelijke kunst- en designtentoonstellingen.
Belfort in Bergen
Het belfort van Mons staat sinds 1999 op de werelderfgoedlijst van Unesco. Het belfort werd in de zeventiende eeuw gebouwd en is het enige barokke exemplaar van België. Het publiek kan de 365 treden en de 49 klokken van het 87 meter hoge belfort ontdekken. Er is ook een lift voor personen die minder goed ter been zijn. De bezoekers vinden er informatie over de oorsprong van het gebouw, zijn rol in de geschiedenis, de klok en het klokkenspel en de erkenning als Unesco werelderfgoed.
Het Doudoumuseum: leve de Ducasse!
Het Doudoumuseum is gewijd aan het Ducassefeest dat elk jaar sinds 1349 op Pinksteren in Mons wordt gevierd en gebaseerd is op de mythe van Sint-Joris en de draak. In het museum zien de bezoekers de mythe vanuit verschillende gezichtspunten: de historische, artistieke, wetenschappelijke, religieuze en antropologische. Sinds 2005 is het Ducassefeest door Unesco erkend als Immaterieel Erfgoed.
39 kilometer, gemakkelijk
Ook de fietstocht op de tweede dag is gemakkelijk en met 39 kilometer niet al te lang. Ook vandaag staat er heel wat uniek werelderfgoed op het programma. Te beginnen met de vuursteenmijnen in Spiennes.
Silex’s: de neolithische vuursteenmijnen van Spiennes
De vuursteenmijnen liggen in Spiennes, op ongeveer 6 kilometer van Mons, en zijn een van de oudste en grootste ontginningscentra voor silex in Europa. De archeologische site toont de inventiviteit en vindingrijkheid van de prehistorische mens. Al in 4.000 voor Christus slaagden mensen erin stenen uit de 15 meter diepe mijn omhoog te halen. De mijnen werden pas zo’n 100 jaar geleden toevallig ontdekt. Bij de opgravingen vonden archeologen duizenden voorwerpen en resten van dierlijke en menselijke skeletten. De mijnen staan sinds 2000 op de werelderfgoedlijst van Unesco.
De Hydraulische scheepsliften van het Centrumkanaal
De als werelderfgoed erkende hydraulische liften op het Centrumkanaal zijn uniek want ze zijn de enige in hun soort in de wereld die nu nog in bedrijf zijn. Elke lift overbrugt een hoogteverschil van zeventien meter dankzij door water opgewekte energie. Je kunt de liften bewonderen aan boord van een boot. Het bezoek wordt gecombineerd met de lift van Strepy-Thieu, de grootste ter wereld die ooit werd gebouwd en sinds 2002 in werking is. De lift verbindt de Schelde met de Samber.
Bois-du-Luc
Bois-du-Luc is een dorp dat tussen 1840 en 1920 werd gebouwd als een samenleving in het klein voor de mijnwerkers. Er verrezen industriële gebouwen, een school, het gesticht, de kiosk, arbeiderswoningen en de kerk. Samen met drie andere grote mijnsites in Wallonië – Le Grand-Hornu, Le Bois du Cazier en Blegny-Mine – staat Bois-du-Lac sinds 2012 op de Unesco-lijst.
Binche: Belfort en Carnaval
Binche is weliswaar niet zo’n grote plaats, maar Carnaval wordt hier zo groots gevierd dat het 600 jaar oude feest al sinds november 2003 officieel op de werelderfgoedlijst van Unesco staat. Het hoogtepunt van het drie dagen durende festijn vindt plaats op dinsdag, de traditionele ‘Mardi Gras’ (vastenavond) wanneer meer dan duizend folkloristische Gilles in hun traditionele kostuums en andere carnavalsgroepen door het stadje trekken.
Ook het Belfort in Binche staat op de Unesco-lijst. Het Belfort maakt in Binche deel uit van het stadhuis dat in de 14e eeuw werd gebouwd, maar nadat het was platgebrand opnieuw moest worden opgetrokken. Het Renaissance stadhuis is het centrale gebouw op de Markt. Het belfort met de opvallende bolvormige koepel herbergt een beiaard met verschillende klokken uit de zestiende eeuw.
34 kilometer, 2,5 uur, zeer gemakkelijk
Op de derde dag staat een gemakkelijke en niet al te lange tocht op het programma. Je start in Binche en eindigt in Thuin en maakt kennis met twee Unesco sites: het belfort in Thuin en de het Museum der Folkoristische Marsen in Gerpinnes.
Belfort van Thuin
Het middeleeuwse stadje Thuin bestaat uit twee delen: een benedenstad langs de Samber en een versterkte bovenstad op een heuvel. Het stadje verrast met enkele mooie bezienswaardigheden: de middeleeuwse straatjes ‘les postys’, een groot aantal religieuze monumenten, het belfort en de hangende tuinen. De zuidelijke helling van het stadje is gevuld met terrasvormige tuinen, miniwijngaarden en moestuintjes.
Het Belfort werd gebouwd in 1638 en is eigenlijk de toren van een vroegere collegiale kerk. Je kan het belfort met zijn uurwerkmechanisme, de beiaard en 25 klokken bezichtigen. Het belfort veroverde in 1999 een plekje op de Unesco werelderfgoedlijst.
Museum der Folkloristische Marsen van de streek tussen Samber en Maas
De traditie van de folkloristische marsen in het gebied tussen Samber en Maas is door Unesco erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. In Gerpinnes staat een museum waar je in een prachtig gebouw aan de hand van manuscripten, artikels, memoires, boeken, foto’s en films alles leert over deze traditie die al teruggaat tot de Middeleeuwen, georganiseerd wordt in zo’n vijftig dorpen en waar zo’n 10.000 mensen aan meedoen.
Route 1: Van Doornik naar Bergen h2>
24 kilometer, 2,5 uur, eenvoudig
Een 24 kilometer lange etappe brengt je van Thuin naar Charleroi. Onderweg kan je twee werelderfgoedsites bezichtigen: het belfort in Charleroi en Bois du Cazier. Ook kom je langs enkele interessante musea zoals het Museum voor Fotografie in Charleroi en langs de Cisterciënzerabdij van Aulne.
Belfort in Charleroi
Het Belfort in Charleroi is nog redelijk jong: het werd in 1936 gebouwd als onderdeel van het stadhuis dat werd ontworpen door Joseph André. De stijl is een fraaie combinatie van Classicisme en Art Deco. De toren is zeventig meter hoog. Je moet 250 trappen opklimmen om de top te bereiken. De bovenste drie verdiepingen worden ingenomen door een beiaard met 47 klokken.
Bois du Cazier
Het hart van het Waals industrieel erfgoed ligt in Bois du Cazier, ten zuiden van Charleroi. In de voormalige steenkoolmijn Bois du Cazier kwamen 262 mannen om het leven bij een mijnbrand in 1956. De slachtoffers zaten vast op een diepte van duizend meter. Negen jaar later, in 1967, werd de mijn gesloten. 45 jaar daarna werd de hele site gesaneerd en tot Unesco werelderfgoed uitgeroepen. Tegenwoordig zijn er drie tentoonstellingszalen. L’Espace 8 août 1956 is gewijd aan de ramp, het Industriemuseum vertelt het verhaal van de industriële revolutie en in het Glasmuseum zie je prachtige collecties glaswerk en reis je terug naar de oorsprong van de glasmakerij. Het wandelpad op de terrils rondom Bois du Cazier biedt een mooi zicht op de stad.
Route 1: Van Doornik naar Bergen h2>
63 kilometer, gemiddeld, 5,5 uur
Op deze vrije lange fietsroute passeer je twee citadels: de citadel in Namen en die in Dinant. Vanuit Charleroi bereik je Namen als eerste. De enorme citadel torent al eeuwen majestueus boven de stad uit. De citadel en het groen eromheen is in totaal tachtig hectare groot. De geschiedenis van het bouwwerk gaat heel ver terug in de tijd. De eerste stenen werden ergens in de vroege Middeleeuwen gelegd, maar vermoedelijk wonen er al zo’n achtduizend jaar mensen op de heuvel aan de Maas. De citadel is daarmee niet alleen een van de oudste, maar ook een van de grootste vestingen in Europa. Wat valt er allemaal te beleven? Behalve genieten van het schitterende uitzicht, kan je ook een rondleiding volgen, door de ondergrondse gangen wandelen en in het bezoekerscentrum Terra Nova heel veel te weten komen over tweeduizend jaar stedelijke en militaire geschiedenis in Europa.
Ook de citadel in Dinant torent hoog boven de stad uit. De steile honderd meter hoge rotswand lijkt door te lopen in het imposante fort op de top. Het spreekt voor zich dat je vanuit het fort een mooi uitzicht over de Maas, Dinant en de wijde omgeving hebt. De citadel werd in de elfde eeuw gebouwd, maar in de loop van de eeuwen verschillende keren verwoest en weer opnieuw gebouwd. In het fort is van alles te zien: een wapenmuseum, een gevangenis, een guillotine, kanonnen, slaapzalen, de keuken….
Er zijn drie manieren om het fort te bereiken: gewoon met de wagen, maar leuker is natuurlijk om het kabelbaantje vanuit Dinant te nemen of de 408 treden van de in 1577 aangelegde trap op te wandelen.
Route 1: Van Doornik naar Bergen h2>
18 kilometer, eenvoudig, twee uur
Deze korte etappe is ideaal voor fijnproevers omdat je verschillende bierbrouwerijen passeert waar je niet alleen kan zien hoe het bier geproduceerd wordt, maar je er ook van kan proeven.
Zo kom je langs de abdij van Leffe die natuurlijk bekendstaat om het gelijknamige bier. Bij de abdij staat het Leffemuseum dat gewijd is aan het abdijbier.
Maar daar blijft het niet bij: tijdens je fietstocht kan je ook nog stoppen bij brouwerij Caracole van Fagmignoul waar onder andere La Caracole, La Troublette en La Saxo op een traditionele manier gebrouwen wordt.
Route 1: Van Doornik naar Bergen h2>
41 kilometer, gemiddeld, 3,5 uur
Je start in het op 286 meter hoogte gelegen stadje Ciney dat bekendstaat om het gelijknamige bier en om de veemarkt. Door een romantisch en gevarieerd landschap fiets je naar Durbuy waarvan wordt gezegd dat het het kleinste stadje in de wereld is. Maar voordat je daar aankomt, kan je eerst een tussenstop maken in het Unesco Global Geopark in Rochefort, het eerste in België. Het park is meer dan 900 vierkante kilometer groot en je ontdekt er prachtige grotten, ondergrondse rivieren, rotswanden, een grote biodiversiteit en landschappen met een groot geologisch belang.
Eenmaal aangekomen in Durbuy zal je aangenaam verrast zijn omdat er zoveel te zien is in zo’n klein stadje. Zo is er het uitkijkpunt Belvédère waar je te voet, per fiets, met de auto of met een toeristisch treintje heen kan gaan. Verder het vreemde geologische fenomeen Anticlinaal van Durbuy, dat ook wel de ‘Rots van Falize’ wordt genoemd en het Parc des Topiaires met meer dan 250 in vormen gesnoeide planten.
Route 1: Van Doornik naar Bergen h2>
63 kilometer, moeilijk, 10 uur
Voor deze 63 kilometer lange fietsroute moet je een volledige dag uittrekken of de tocht uitspreiden over twee dagen. Het parcours is behoorlijk pittig en je bent makkelijk tien uur onderweg.
Sowieso is het een fietstocht die sportievelingen op het lijf geschreven is. Zo kan je in de buurt van Luik de ondergrondse wereld in de Grot van Comblain betreden en galerijen en zaaltjes met stalactieten en stalagmieten bekijken. Omdat de grot vooral verticaal is gevormd, moet je er behoorlijk wat trappen op- en aflopen.
Bij Wéris neem je een duik in de prehistorie met de beroemde dolmens: op een rij geplaatste megalieten die er vermoedelijk rond 3.000 v. Chr. zijn neergezet. In het bijbehorende Maison des Mégalithes kom je alles te weten over de geschiedenis van deze mysterieuze stenen.
Voor degenen die graag nog wat andere sporten beoefenen dan fietsen, is er het vrijetijdscentrum Domaine de Palogne, gelegen aan de Ourthe. Je kan er kajakken, mountainbiken, wandelen, minigolfen of een roofvogelshow bijwonen.
De fietsroute eindigt in kuuroord Spa waar je in een prachtige omgeving tot rust kan komen in het ijzerhoudende water. Al sinds 1858 trekken welgestelden uit heel Europa naar het stadje om zich te laten verwennen in de warmwaterbronnen. Tegenwoordig kan je er genieten van allerlei weldadige kuren en behandelingen. Wissel je bezoek af met sportieve activiteiten zoals een mooie wandeling, hardlopen op één van de trailrunningparcours of het afleggen van het fitnessparcours ‘Spa Reine’ waarbij je zo’n twintig oefeningen in de natuur kan doen.
Route 1: Van Doornik naar Bergen h2>
40 kilometer, gemiddeld, 3 uur
Na de pittige etappe tussen Durbuy en Spa, staat nu weer een minder enerverende route op het programma. Hoogtepunt van deze rit is België’s oudste natuurpark: de Hoge Venen. Op dit hooggelegen plateau (694 meter) is het geregeld mistig, regent het vaker dan in de rest van het land en kan het flink waaien. Maar is het ook een prachtig gebied met venen, heide, heldere riviertjes, sparrenbossen en unieke dieren zoals de korhoen. Stap hier van de fiets af en maak er een mooie wandeling, eventueel onder leiding van een gids.
Wat valt er onderweg nog meer te beleven? Een bezoekje aan het beroemde Formule 1-circuit in Spa-Francorchamps waar je je eventjes een professionele F1-piloot kan voelen. In Stavelot heb je in de abdij waarvan de geschiedenis teruggaat tot het jaar 648 de keuze uit drie musea: eentje over de geschiedenis van de abdij zelf, een over de Franse schrijver Guillaume Apollinaire die korte tijd in Stavelot verbleef en een laatste over het circuit van Spa-Francorchamps.
Nog meer geschiedenis, maar dan recenter, kan je beleven in het museum Baugnez 44 dat is gewijd aan de laatste grote operaties van de Slag om de Ardennen tijdens de Tweede Wereldoorlog. En dat is nog niet alles: in Malmedy is het voormalige klooster Malmundarium omgebouwd tot een belangrijk cultureel centrum. Je vindt er verschillende musea zoals Atelier van Carnaval, Atelier van Leer en Schatkamer van de kathedraal. Ook is er veel ruimte voor tijdelijke exposities en evenementen.
Na zoveel geschiedenis is het heerlijk om in de gezellige herberg bij de brouwerij van Bellevaux een ambachtelijk biertje van hoge gisting te ontdekken. Tijdens een rondleiding door de brouwerij zie je met eigen ogen hoe het drankje precies de juiste smaak krijgt.
Route 1: Van Doornik naar Bergen h2>
56 kilometer, makkelijk, 4 uur
Een bijzondere route, want je volgt een stukje van de Vennbahn, de oude spoorlijn die door de Eifel loopt. Maar voordat je vertrekt, kan je eerst een duik nemen in het meer van Robertville in Waimes. Het water in dit openluchtzwembad is zeer helder en wordt omgeven door een mooi, bosachtig landschap.
Eenmaal op weg kan je na ongeveer 6 kilometer een tussenstop maken bij het 14e-eeuwse kasteel Reinhardstein, de hoogstgelegen burcht in België. De op een hoge, smalle rots gelegen burcht werd onlangs volledig gerenoveerd en gedecoreerd met wandtapijten, wapenuitrustingen en kisten. Vlakbij de burcht is een waterval waar water met veel kracht in het in het dal gelegen riviertje Warche stort.
In Raeren, het eindpunt van deze route, kan je het kasteel van Raeren bezoeken. In deze 14e-eeuwse burcht wordt al eeuwenlang aardewerk gemaakt. Aan de hand van meer dan tweeduizend porseleinen stukken vertelt dit kasteel het verhaal van 500 jaar aardewerk uit het Rijnland en hedendaagse keramiek.
Route 1: Van Doornik naar Bergen h2>
47 kilometer, gemiddeld, 4 uur
En dan zijn we aanbeland bij de laatste etappe van de Unesco fietsroute. Deze route loopt langst de grens met Duitsland en Nederland en passeert behalve enkele interessante historische sites ook pitstops voor lekkerbekken. Zo kan je een tussenstop maken bij de cisterciënzerabdij van Val-Dieu waar spiritualiteit en bier harmonieus samengaan. Nog meer lekkers krijg je voorgeschoteld in Battice waar in de Fromagerie du Vieux Moulin de beroemde Hervekaas (de enige Belgische kaas met B.O.B.-erkenning) gemaakt wordt.
In Aubel kan je een bezoek brengen aan een traditionele stroopmakerij. Je krijgt een rondleiding langs de machines gevolgd door een heerlijke proeverij. Een laatste lekkere stop – tenminste als je er op zaterdag bent – is bij ambachtelijke chocolatier Didier Smeets. Hij laat je met liefde zijn werk zien en laat je proeven van zijn creaties.
Werelderfgoed staat ook op het programma en wel de voormalige steenkoolmijn van Blegny. Tijdens een bezoek daal je af in de gaanderijen op een diepte van dertig en zestig meter. Je ervaart zo zelf hoe het leven van de mijnwerkers er destijds uitzag. Daarnaast kan je er een rit in een toeristisch treintje maken en het museum bezoeken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier