Deze plaatsen moet je zien in Sardinië
Een plaatselijk spreekwoord luidt: ‘Na Sardinië kan de hemel alleen nog maar tegenvallen’. Niet voor niets is dit eiland in de Middellandse Zee de favoriete vakantiebestemming van één op de vijf Italianen. Wat maakt Sardinië zo bijzonder? Om te beginnen deze 20 plaatsen.
Een plaatselijk spreekwoord luidt: ‘Na Sardinië kan de hemel alleen nog maar tegenvallen’. Niet voor niets is dit eiland in de Middellandse Zee de favoriete vakantiebestemming van één op de vijf Italianen. Wat maakt Sardinië zo bijzonder? Om te beginnen deze 20 plaatsen.
‘Na Sardinië kan de hemel alleen nog tegenvallen’, luidt een plaatselijk spreekwoord. De zeven zaligheden van het zuiden.
Er bestaat een simpele methode om je de goede dingen van het leven eigen te maken. Wil je een mooi kapsel? Vraag aan je kapster wie haar haar doet. Wil je weten wat het mooiste plekje van Italië is? Vraag een Italiaan waar hij met vakantie gaat en je bent meteen zeker van zon, zalige stranden, succulent voedsel en een royale dosis stijl. Welkom in Sardinië, het favoriete vakantieparadijs van één op de vijf Italianen.
Pula op het middaguur heeft de lome roerloosheid van een westernstadje net voor de ongeschoren revolverheld er met rinkelende sporen zijn intrede maakt. Op de Corso Victor Emanuele hangen halve schapen overtuigend dood te zijn in de etalage van een macelleria. Daarnaast is er een uitstalraam met wufte lingerie. Eros en thanatos op originele wijze geïllustreerd.
Pula ligt niet aan de kust, maar een beetje landinwaarts, aan een brug over een grotendeels uitgedroogde rivierbedding. In Sardinië liggen alleen de alleroudste nederzettingen aan zee. “Furat chie veni da e su mare” luidt een oud plaatselijk gezegde, wat zoveel betekent als: “Zij die uit de zee komen, stelen.”
Meer schapen dan mensen
Nadat de Sarden achtereenvolgens de Feniciërs, Carthagers, Romeinen, Barbaren en Arabieren over zich heen hadden gekregen, om maar te zwijgen over allerlei piraten met een onduidelijke stamboom, vonden ze het welletjes en bouwden ze hun steden in het binnenland, waar ze ze beter konden verdedigen.
De ruïnes van Nora, eens de belangrijkste stad op het eiland, met hun redelijk goed bewaarde Romeinse mozaïeken liggen wél aan zee, met nog een stuk of wat zestiende-eeuwse Spaanse wachttorens op de achtergrond.
Zuid-Sardinië heeft veel te bieden. Witte stranden en roze stranden en rotsstranden waar reuzen een wedstrijdje kogelslingeren gespeeld lijken te hebben. En in de buurt van Capo Teulada een ‘koeienstrand’, waar de naar tijm en lavendel geurende macchia bijna tot de zee reikt en runderen stoïcijns herkauwend naar de branding staren.
Het populairste cliché over Sardinië wil dat er meer schapen wonen dan mensen. En het is waar, op de maanden juli en vooral augustus na, als de Italianen met vakantie komen, hoort het lege landschap toe aan een paar eenzame herders met hun kuddes en honden.
Jezushaar
Met de ferry gaat het vanuit Calasetta naar het eiland San Pietro. De afstand tot Afrika bedraagt hier maar 190 kilometer, geen wonder dat de sfeer in het dorp Carloforte die van een medina is.
Het naburige eiland San Antioco is tegenwoordig via een brug met het vasteland verbonden. De heilige Antioco was een uit Mauretanië afkomstige vroegchristelijke prediker die door de Romeinen vervolgd werd en zich in de catacomben verstopte. Maar niet zo best, want uiteindelijk werd hij toch gesnapt en doodgemarteld.
Alsof dat nog niet erg genoeg was, staat in de aan hem gewijde sobere basiliek een bijzonder onnozel beeld. Niet van een zwarte, maar van een met een chocoladesausje overgoten Ariër met lang sluik Jezushaar en een beate blik in zijn ogen.
De catacomben zijn er overigens nog altijd. Er liggen een stuk of wat skeletten van dode Romeinen in, die ook nooit hadden kunnen vermoeden dat ze het nog eens tot toeristische attractie zouden schoppen.
Reusachtige vingerhoeden
Sardinië is trouwens een eldorado voor de liefhebbers van archeologie. Beroemd is de Nuraghe su Nuraxi in de buurt van Barumini, een megalithische versterking waarvan de oorsprong tussen de vijftiende en elfde eeuw voor Christus zou liggen.
De hoofdtoren heeft twee verdiepingen en bestaat uit gigantische basaltblokken die zonder mortel op elkaar gestapeld zijn. Nuraghi zijn mysterieuze bouwwerken: je vindt ze alleen op Sardinië, waar er zo’n zevenhonderd van die reusachtige vingerhoeden in het landschap verspreid staan.
Achter Barumini rijzen steile rotswanden op die de Giara die Gesturi ondersteunen, een hoogvlakte met twee uitgedoofde vulkaankegels en moerasmeren die zelfs bij hoogzomer nooit helemaal droogstaan.
Het natuurreservaat is alleen met een terreinwagen bereikbaar; vandaar gaat het te voet verder. Hier fladdert een roofvogel op, wat verder woelen een paar wilde varkens de grond om. Maar de hoofdattractie van dit natuurpark zijn de zeshonderd wilde paarden.
De beste cappucino ter wereld
Cagliari is geen stad die haar charmes meteen prijsgeeft. De stad heeft de klassieke structuur van een mediterrane haven: in de bovenstad de overblijfselen van een versterkte burcht, pal daaronder het oude kwartier waar eens de welgestelden woonden, en dichter bij de haven de meer volkse buurten.
De stad werd zwaar beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog en nooit helemaal opgeknapt. Er is een Romeins amfitheater, een levendige overdekte markt en een afbladderende kathedraal. Het ruikt er naar de zee, en rond de ferryboten en onder de arcaden van de Via Roma gonst een prettige drukte.
Het Terrazza Umberto I biedt een schitterend panorama over de Golf en de flamingo’s in de zoutwinningsplassen van Santa Gilla. In het Museo Nazionale Archeologico kan je de bronzetti uit de vroegste geschiedenis van dit oudste deel van Italië bewonderen: aardmoeders, krijgers en fabelwezens. En op de Piazza Yenne maken ze de beste cappucino ter wereld.
Linda Asselbergs
Su Naraxi di Barumini is de enige werelderfgoedsite in Sardinië en de bekendste nuraghe. Nuraghes zijn torens die tijdens de Bronstijd (3000 tot 800 v. Chr.) werden gebouwd. Ze komen enkel voor in Sardinië. Waarschijnlijk werden er zo’n 6.500 neergezet. De nuraghe bij Barumini stamt uit 1500 v. Chr. en maakte deel uit van een versterkt dorp waarvan nu nog het nodige overeind staat.
Met wanden tot 500 meter hoog behoort deze kloof tot de diepste in Europa. Je kan er doorheen wandelen en onderweg verkoeling zoeken in een van de kleine meertjes in de kloof.
Sassari is na Cagliari de grootste stad in Sardinië. Je moet even door de minder aantrekkelijke buitenkant met appartementsgebouwen heenkijken. Het oude centrum daarentegen met zijn brede boulevards, vele palazzo’s, kleine kerkjes en middeleeuwse straatjes zal je zeker kunnen bekoren. Temeer omdat het er, mede dankzij de universiteit, altijd vol leven is.
Ook de hoofdstad Cagliari geeft haar charmes niet meteen prijs. De stad heeft de klassieke structuur van een mediterrane haven: in de bovenstad de overblijfselen van een versterkte burcht, pal daaronder het oude kwartier waar eens de welgestelden woonden, en dichter bij de haven de meer volkse buurten. De stad werd zwaar beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog en nooit helemaal opgeknapt. Er is een Romeins amfitheater, een levendige overdekte markt en een kathedraal. Het ruikt er naar de zee, en rond de ferryboten en onder de arcaden van de Via Roma gonst een prettige drukte. Op de Piazza Yenne maken ze de beste cappucino ter wereld.
Alghero behoort tot de mooiste stadjes op Sardinië: kleurrijke gevels, oude stadsmuren langs de zee, smalle straatjes en restaurantjes met zicht op zee waar je heerlijk kan eten.
Het stadje Chia zelf is niet heel bijzonder, maar de abrikooskleurige stranden en het turquoise water zijn dat wel. Een klein stukje het binnenland in liggen de Chia en Spartivento lagunes waar flamingo’s leven.
Porto Pino is een heerlijk zandstrand van 4 kilometer lang met typisch mediterranse begroeiing waaronder een zeldzaam soort pijnboom. Het is uitermate geschikt voor gezinnen met kinderen omdat het water er ondiep is. Ook leuk: de flamingo’s die er in kleine poeltjes staan.
Het op een heuvel gelegen middeleeuwse kasteel van Castelsardo zie je al van ver liggen. Vanaf het fort kan je tot Corsica kijken. Wel jammer dat er buiten de stadsmuren op de helling naar de zee weinig flatterende gebouwen zijn neergepoot. Helemaal onderaan langs de kust liggen vrijwel alle hotels.
Vroeger was Villasimius een klein dorpje bewoond door vissers en herders, maar vanaf de jaren zestig groeide het uit tot een populair vakantieoord. Villasimius heeft dat voor een deel te danken aan de schitterende natuur en fantastische stranden zoals Spiaggia di Porto Giunco.
Carloforte is het enige stadje op het voor de zuidkust gelegen eiland Isola di San Pietro. Het is een gezellige plaats waarvan de bewoners hoofdzakelijk leven van de tonijnvangst. Dat kan je met eigen ogen zien in het haventje waar je de verse vangst meteen kan proeven.
Het dorpje Orgosolo staat vooral bekend om de meer dan 150 muurschilderingen. Het begon in 1969 toen een groep anarchisten de muren gebruikten om hun overtuigingen op uit te beelden. Op die manier je boodschap uitdragen is sindsdien uitgegroeid tot een ware traditie. Je ziet er ‘murales’ in de meest uiteenlopende stijlen, metalle mogelijke thema’s en in alle kleuren van de regenboog.
Porto Cervo behoort tot de mooiste, maar ook meest luxe stadjes op Sardinië. Het wordt al sinds de jaren zestig bezocht door beroemdheden als Greta Garbo, Jacqueline Kennedy, de Spaanse koning Juan Carlos, Harrison Ford en Sting. Behalve twee havens voor de peperdure jachten, vind je in de smalle straatjes in het centrum winkels van dure kledingmerken.
San Teodoro behoort tot de populairste stadjes in Sardinië. Het ligt mooi aan zee en wordt omgeven door 18 stranden, onderbroken door rotspartijen. Achter het stadje kan je flamingo’s zien in een moerasachtige lagune. ’s Avonds is er altijd wat te beleven in San Teodoro.
Tharros aan de oostkust van Sardinië werd rond 730 v. Chr. gesticht door de Feniciërs. Niet alleen de opgravingen zelf (waarvan nog maar een deel is opgegraven) zijn imposant, dat geldt ook voor de ligging aan de Baai van Oristano. Dat Ptolemaeus Tharros al noemde onderstreept het belang van de plaats in de geschiedenis.
Het eiland Asinara kon een rijk ecosysteem bewaren (678 plantensoorten en dieren zoals moefflons, wilde zwijnen, wilde paarden en de typische witte ezel) omdat er in de loop van de geschiedenis weinig mensen gewoond hebben. Het staat ook bekend als ‘Isola del Diavolo’ (eiland van de duivel) omdat het achtereenvolgens diende als quarantaineplek, als gevangenis tijdens de Eerste Wereldoorlog en als geheime gevangenis voor terroristen in de jaren zeventig. Sinds 1997 is het een nationaal park.
Het is een hele toer om dit strand langs de oostkust te bereiken. Je moet er 6 kilometer met behoorlijk wat stijgen en dalen voor wandelen of je kan een boot nemen. Hoe je er ook komt, de tocht loont de moeite.
Deze archipel (en nationaal park) met kleine baaitjes verborgen tussen de rotsen en kraakhelder water waarin dolfijnen zwemmen komt dichtbij het paradijs op aarde. De archipel bestaat uit zeven grotere en zo’n zestig kleinere, grotendeel onbewoonde, eilanden. Het is een prachtig gebied om zeiltochten te maken.
De ruïnes van Nora, eens de belangrijkste stad op het eiland, met hun redelijk goed bewaarde Romeinse mozaïeken liggen aan zee, met nog een stuk of wat zestiende-eeuwse Spaanse wachttorens op de achtergrond.
Capo Caccia is een 160 meter hoge boven de zee uitstekende kaap met daarop een vuurtoren. Het zal niet verbazen dat het uitzicht vanaf de kaap fenomenaal is. Vanaf Capo Caccia kan je via trappen (Escala del Cabirol) naar beneden wandelen om zeegrotten te bekijken. Je kan die grotten ook met een boot bereiken.
Vlakbij Capo Caccia ligt deze druipsteengrot Nettuno. Het is de bekendste grot op het eiland.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier