De Franse
 afslag: vijf tips weg van de platgetreden paden in Picardië

Dicht bij de bekende trekpleisters als Cap Blanc-Nez en Boulogne liggen heel wat verborgen parels die wachten om ontdekt te worden. Een onvergetelijke trip door Picardië in vijf haltes.

Mijn favoriete Franse uitdrukking? Dat moet wel ‘se dépayser’ zijn, wat zich vrij vertaalt naar ‘je even in het buitenland wanen’. Want je herkent het vast: het verlangen om te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit en af te reizen naar een ver oord met weelderige natuur, frisse zeelucht, avontuurlijke ontdekkingen en culinaire verwennerij. Maar wat als je dit alles kunt ervaren zonder de halve wereld over te steken? Van offroad rijden met Land Rover in een natuurdomein tot zeehonden spotten in een van de laatste ongerepte baaien van Europa: wij nemen je mee naar het authentieke Picardië.

1— Middeleeuwse mystiek in Saint-Valery-sur-Somme

Er zijn maar weinig plekken die je zo aangenaam terugvoeren naar de middeleeuwen als Saint-Valery-sur-Somme. Dankzij de kliffen was dit stadje al in de prehistorie de perfecte plek voor menselijke bewoning. Grieken, Galliërs, Romeinen, Franken, Vikingen en Engelsen hebben een na een hun stempel gedrukt op deze plek. Het resultaat? Een stad vol knipogen naar het verleden, zoals de geplaveide straatjes, de lokale abdij, de gotische kerk, en niet te vergeten: het Herbarium des Remparts, een botanische tuin omringd door stadsmuren. Voor de nieuwsgierigen die meer willen ontdekken dan het openlucht­museum dat deze stad al is, is er het Musée Picarvie. Ondanks zijn bescheiden uiterlijk bezit dit museum een schat aan oude voorwerpen die het leven in Picardië van de vorige eeuw illustreren.

Ook de vissershuizen zijn de omweg waard. In de vroege ochtend, wanneer het stadje ontwaakt, komen lokale vissers naar de baai met hun verse vangst. Zij voorzien de lokale restaurants langs de kades van oesters, mosselen en vis. Een restaurant als La Pêcherie, dat nauw verbonden is met de lokale visserij, weet deze vangst om te toveren tot culinaire hoogstandjes.

2— Flaneren in Montreuil-sur-mer

In het hart van de Canche-vallei, op een steenworp van de Opaalkust, ligt Montreuil-sur-Mer, een stad die zo inspirerend is dat de beroemde Franse schrijver Victor Hugo ernaar verwijst in zijn iconische boek Les Misérables. Dat is niet verrassend, gezien de geplaveide steegjes die je op elke hoek tegenkomt, zoals die rondom de patisserie Pierru en in de nabijheid van de abdij van Saint-Saulve. Als je de Promenade des Remparts volgt, een wandelroute van drie kilometer, word je beloond met weidse uitzichten over de schaduwrijke stadsmuren en de zeven valleien. Het gebied, rijk aan rivieren, boerderijen, dorpen, bossen en kronkelende landweggetjes, lijkt rechtstreeks uit een schilderij van Monet te komen.

Er is geen betere manier om een nieuwe plek te leren kennen dan door een bezoek te brengen aan het kloppende hart. In Montreuil-sur-Mer is dat de markt op het hoofdplein. Lokale bewoners stallen er hun keukentafels uit met huisgemaakte lekkernijen. Van Ratte du Touquet-aardappelen tot groenten in alle mogelijke vormen en kleuren: hier proef je het ware Picardië.

Ook voor liefhebbers van de Franse keuken is deze stad de juiste plek. Froggy’s Tavern – ooit een graanpakhuis en nu een restaurant – wordt door locals beschouwd als een vaste waarde in de stad. Hun specialiteit is sappig vlees, geroosterd aan spiesen. Wie liever vegetarisch eet, klopt aan bij Le Pot du Clape. Dit restaurant, bescheiden in presentatie maar groots in smaak, serveert zonder twijfel de beste soepen en quiches van de stad.

3— Zwaaien naar zeehonden in de Baai van Authie

Langs de krijtkliffen die de Opaalkust sieren, vind je de Baai van Authie, lief­kozend ‘het kleine zusje van de Baai van de Somme’ genoemd. Het gebied mag dan wel kleiner zijn, het ontbreekt hier zeker niet aan magie. Met een lengte van 105 kilometer staat het bekend als een van de laatste ongerepte baaien in Europa, een toevluchtsoord voor wilde dieren waar ook planten in alle vrijheid welig groeien.

In deze baai leven het hele jaar door zeehondenkolonies, zij aan zij. Ook diverse vogels, waaronder de zilverreiger, lepelaar en ooievaar, vinden hier hun thuis. Het heeft iets vertederends: de manier waarop de dieren zich zo vrij en onbezorgd gedragen. Dat verklaart wellicht waarom het aantal zeehonden hier jaarlijks toeneemt. Een gouden tip voor wie deze dieren graag van dichtbij wil observeren: vergeet niet je verrekijker mee te nemen en plan je bezoek bij laagtij.

4— Offroad rijden met Land Rover

Op naar het Domaine du Marquenterre aan de Baai van de Somme: met zijn duizend hectare aan golvende zandduinen, kronkelende paden en dichtbegroeide dennenbossen is dit het onbetwiste hoogtepunt van de regio. Diep verscholen in de bossen vind je ook goed­bewaarde bunkers uit de Tweede Wereldoorlog, alsof de geschiedenis hier een adempauze heeft genomen.

Je wandelt dit domein niet zomaar binnen: je moet op voorhand een rondleiding boeken. Dat kan met de elektrische auto, maar als je een echte kick zoekt, ga dan voor het avontuurlijke spoor: een offroad-ervaring met Land Rover. Samen met René, de doorgewinterde beheerder van het domein, scheur je over modderige paden en zandwegen. René leidt alles in goede banen en zorgt ervoor dat alles met het grootste respect voor de natuur gebeurt. Via de walkietalkie in je wagen blijf je in constante verbinding: je bent te allen tijde verplicht om op de aangeduide paden te blijven, van de natuur af te blijven en het welzijn van omliggende dieren te respecteren.

En dat loont, want als je je aan de regels houdt, word je misschien beloond met onvergetelijke taferelen, zoals een familie wilde zwijnen die zich in een moeras nestelt, nieuwsgierige kuddes moeflons die je in dicht beboste gebieden benaderen, en vogels die een luchtshow opvoeren bij de kliffen. Zin in nog meer avontuur? Bij Land Rover kun je ook een daktent huren en vlak bij het domein kamperen, bijvoorbeeld bij Camping Espace Vert des Trèmieres of Camping du Champ Neuf.

5— Slapen in stijl in La Madeleine-sous-Montreuil

Voor wie kiest voor een comfortabele nachtrust zonder tentdoek, is er het restaurant en hotel La Grenouillère. Het woord ‘indrukwekkend’ schiet tekort voor dit pareltje nabij de Canche-vallei. Het driesterrenrestaurant van de vermaarde chef Alexandre Gauthier maakt zijn reputatie meer dan waar. Hier wordt een eigentijdse keuken met Franse flair geserveerd, met kraakverse ingrediënten en vis uit lokale wateren.

Maar wat deze plek écht uitzonderlijk maakt, zijn de kamers. Overnachten doe je namelijk in een hut met uitzicht op het moerassige bos in je achtertuin. Binnen is alles tot in de puntjes verzorgd: een verborgen bad pal voor het raam, gedimd licht, een kachel voor de gezelligheid, en tal van andere kleinigheden zoals lokale lekkernijen en wijn. Elk detail is zo doordacht dat het een vleugje romantiek aan je verblijf toevoegt.