De comeback van de analoge camera: ‘De strijd van gen Z tegen de opgelegde perfectie van sociale media’
In 2024 fotografeerden we onze tripjes opnieuw massaal analoog. Telkens onze reisreporter zelf zijn oude reflexcamera bovenhaalde, werd hij erover aangesproken, veelal door gen Z. Wat maakt het filmrolletje zo aantrekkelijk?
Hoewel ik er nauwelijks ouder uitzie dan 25 – in ieder geval op een overbelichte analoge foto vol lichtlekken en genoeg korreligheid – studeerde ik 25 jaar geleden aan een hogeschool waar de lessen fotografie zich nog afspeelden in donkere kamers, onder een walm van chemicaliën. Het concept ‘digitaal’ was al wel uitgevonden, maar om het tijdperk even te schetsen: in 1998 lanceerde Sony de Mavica FD-71, een fototoestel dat beelden opsloeg op een floppydisk. Tegenwoordig liggen floppy’s op een onmetelijke kluit in een uithoek van de hel, naast de Betamax-banden, inbelmodems en minidisks.
Een jaar later kwam concurrent Nikon op de proppen met de D1, ’s werelds allereerste digitale camera die haalbaar/betaalbaar was voor professionele fotografen. De geheugenkaart bood plek aan een slordige 64 megabyte, oftewel 16 foto’s in RAW-formaat. Veel was het niet, maar het analoge alternatief was nauwelijks indrukwekkender: 36 foto’s op een 35mm-rolletje, 10 tot 16 beelden op 120-film. Bovendien bleek het digitale gemak een niet te onderschatten factor. Geen gedoe met ontwikkelen, geen vervelende kosten aan foto’s die onderbelicht of onscherp waren. Ik wist het toen wel zeker: het tijdperk van de analoge fotografie was voorbij.
Fotonerds
Fastforward naar oktober 2024. In het hedonistische Temple Bar-disctrict van Dublin spreekt een hippe jongeman me aan terwijl ik met mijn teerbeminde Lubitel 2 – een zestig jaar oude twin-lens reflexcamera (TLR) van onverwoestbare Russische makelij, ooit op de kop getikt voor veertig euro – een foto wil maken van graffiti. Mijn officiële opdracht als reisjournalist in Ierland zit erop en dat betekent dat er nu gelegenheid is om fotografisch te fröbelen. Om zijn nek hangt een Olympus point-and-shoottoestel, aan de vormen te zien uit de jaren negentig – niet het stijlvolste decennium, ook niet in de fotografie. Hij wijst naar mijn Russische kubus en ik weet precies wat er zal volgen. Dit gesprek heb ik namelijk al eerder gevoerd, niet zo lang geleden nog in Porto, Tromsø, Turkije en Australië: een heerlijke, nerdy conversatie over analoge fotografie.
Als conversation starter is een vintage camera even krachtig als een mopshondpuppy aan een diamanten leiband.
Het is me ondertussen duidelijk: als conversation starter is een vintage camera even krachtig als een mopshondpuppy aan een diamanten leiband. Dat filmrolletjes en filmcamera’s weer helemaal in zwang zijn, valt trouwens ook met cijfers te staven. Kodak heeft de vraag naar film in de afgelopen jaren zien verdubbelen en de globale filmcameramarkt noteerde dit jaar een stijging van dertig procent. De totale waarde van de analoge cameramarkt wordt, volgens een studie van onderzoeksbureau Cognitive Market Research, tegen het jaar 2030 op 365 miljoen euro geschat, komende van 280 miljoen in 2023. Het noopte de Japanse cameraproducent Pentax recent tot een opmerkelijke lancering, die van de Pentax 17, het eerste nieuwe analoge fototoestel in meer dan twintig jaar tijd. Het bedrijf moest hiervoor zelfs enkele ingenieurs terughalen uit pensioen.
Lees ook: Altijd zonnig, nooit te warm: verslag van een ‘coolcation’ in de Noorse stad Tromsø
Jacht op tweedehands
Ook bij mijn eigen fotoboer, Grobet in Antwerpen, duiken in de vitrine de laatste tijd steeds meer analoge fototoestellen op. Binnen schittert een rijtje nieuwe wegwerp- en herbruikbare camera’s als de Ilford Sprite of de Kodak M35, uiteraard verkrijgbaar in tal van kekke kleurtjes. Wanneer ik mijn rolletjes aflever, sta ik vaak in een rij van gen Z’ers en millennials die – beïnvloed door de vele celebrity’s die op sociale media pronken met een vintage point-and-shoot – aan de kassa een hartverscheurende keuze moeten maken tussen rolletjes van Kodak Portra en Ilford Delta.
Op oldcam.be, dat onlineveilingen voor oude camera’s organiseert, wordt er naar hartenlust geboden op vintage Leica’s, Mamiya’s, Hasselblads en Rolleiflexen, merken die mijn portemonnee grieven. Maar neem het van mij aan: ook uit een toestel van veertig, honderd of driehonderd euro valt een hoop plezier te puren. Sterker nog: sporadisch laad ik vlak voor een buitenlandreis een rol film in mijn Holga 120N, zowat de goedkoopste middenformaatcamera ter wereld, waarvan de productie in 2015 stopte, maar weer opgestart werd in 2017. Het plastic apparaat schreeuwt low cost: haal je het nieuw uit de doos, dan plak je best meteen de randen af met tape om lichtlekken te voorkomen. De resultaten zijn op z’n zachtst gezegd onvolmaakt, maar laat dat net de charme zijn.
Uitgestelde beloning
Voor veertigplussers, een clubje waar ik blijkbaar niet enkel op papier toe behoor, is de liefde voor analoge fotografie vaak geworteld in nostalgie (naar een ouderwets toestel, een ouderwets resultaat en de ouderwetse handeling van rolletjes laden om daarna het hemelse geluid van een ouderwetse sluiter te horen), maar voor de jongere generatie, die ik met vintage camera’s en wegwerptoestelletjes in de weer zie op Griekse eilanden en in Portugese steden, heeft de hang naar analoog vooral te maken met een streven naar authenticiteit en een strijd tegen de opgelegde perfectie door sociale media. In een instagramfeed vol glimmende perfectie wordt het analoge beeld nu eenmaal sneller opgemerkt.
Bovendien is het voor gen Z’ers ook wel prettig om eens niet aan een scherm gekluisterd te zitten. Een analoog toestel verplicht de fotograaf in ieder geval om het wat rustiger aan te doen en na te denken over het resultaat. Het is de tegenpool van instant gratification en tegelijkertijd een ode aan voorpret, die wat mij betreft al begint bij de keuze van de camera en de film, vlak voor ik op reis vertrek. Goed wetende dat het resultaat meestal te wensen overlaat, diep ik wel eens een vervallen rolletje op (ik kocht ooit een grote doos Kodak Golds met vervaldatum ergens in 1989) uit mijn koelkast, hopend op een vintage uitkomst die zo ver mogelijk van digitale perfectie staat. Dat ik uiteindelijk tevreden moet zijn met maar drie of vier aanvaardbare foto’s, neem ik er met plezier bij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier