Outdoor Parijs: verborgen groene parels in de Franse hoofdstad

Jardin d’Agronomie Tropicale

In 2030 moet Parijs ’s werelds groenste metropool zijn, besliste burgemeester Anne Hidalgo. Of die belofte kan worden ingelost, valt nog af te wachten, maar intussen staat er geen rem op de vergroening van de stad. Parijzenaar Jesse Brouns tipt vier onbekende outdoorplekken in de stad.

Een ‘geheim’ park

Parijs is bijna helemaal volgebouwd, dus komen er niet zo vaak nieuwe parken bij. Maar af en toe duikt op een braakliggend terrein of een heropgelapte binnenplaats toch een nieuw of heruitgevonden stukje groen op. Zoals de recente, hedendaagse Jardin Truillot in het elfde arrondissement, of de veel klassiekere Jardin des Archives Nationales, een ensemble van tuinen en koertjes in hartje Marais dat pas sinds een paar jaar toegankelijk is voor bezoekers. Een ‘geheime’ haven van rust in de drukke winkelwijk, misschien omdat de ingang niet zo gemakkelijk te vinden is.

60 rue des Francs-Bourgeois

Jardin Truillot

Dieper in het bos

Parijs heeft twee bossen: het Bois de Boulogne, in het westen, met onder meer de Fondation Louis Vuitton, en het Bois de Vincennes, in het oosten van de stad, met een legendarische dierentuin, een plantentuin en zelfs een plek voor naturisten. Maar de meest sfeervolle spot is de relatief obscure Jardin d’Agronomie Tropicale, op wandelafstand van RER-station Nogent-sur-Marne. In 1907 vond daar de ‘Exposition Coloniale’ plaats, met paviljoenen in Afrikaanse of Aziatische stijl. Het terrein ging daarna achter slot en grendel en heropende pas in 2006. Voor een wandeling tussen ruïnes en ongewone flora.

45 av. de la Belle Gabrielle

Jardin d’Agronomie Tropicale

Op sporen lopen

De Coulée verte René-Dumont is een lineair park dat werd aangelegd op een stuk van de voormalige spoorweg tussen place de la Bastille en voorstadsdorpje Verneuil-l’Etang. Het eerste stuk van de ‘promenade plantée’, op een viaduct, werd ingehuldigd in 1993, meer dan vijftien jaar voor de High Line van New York, die het concept ervan kopieerde. Intussen is het park bijna vijf kilometer lang, over bruggen en door tunnels. Ook elders in Parijs zijn er oude spoorlijnen tot parken getransformeerd. De veel kortere, weinig bekende Petite Ceinture du 16e, parallel met Boulevard de Montmorency, is een bos van een kilometer lang en tien meter breed, een lineaire canyon waar je vaak alleen rondloopt, ver van de bewoonde wereld.

Promenade plantée, 1 Coulée verte René-Dumont; Petite Ceinture du 16e, 32 bd. de Montmorency

Promenade plantée

Langs water fietsen

De Parijse fietspaden dienen doorgaans vooral om je zo snel mogelijk van punt A naar punt B te brengen. Maar voor zondagsrijders is een comfortabel ritje langs het water een aanrader. Optie 1: rijd via het Canal Saint-Martin en het Parc de la Villette, de Périphérique onder, en dan verder tot in voorstad Pantin. Pitstop: Dock B, een druk restaurant in de mooi verbouwde entrepots van de Magasins Généraux, met uitstekende pizza’s. Waarna je rechtsomkeer kunt maken of nog even doorrijden: het Canal de l’Ourcq is honderd kilometer lang. Optie 2: oostwaarts de Seine volgen tot in voorstad Charenton-le-Pont, waar de rivier samenvloeit met de Marne. Van daar kun je in een bijna-cirkel langs de sfeervolle ginguettes van diezelfde Marne rijden, en vervolgens via het Bois de Vincennes terug Parijs bereiken.

Dock B
Dock B © INSTAGRAM / @DOCKBPANTIN

De groenste hoofdstad

Ooit drukke verkeersaders als rue de Rivoli zijn sinds de pandemie bijna volledig gereserveerd voor fietsers. De stad telt nu zo’n duizend kilometer fietspaden, waaronder enkele fietsboulevards die Parijs doorklieven. En het netwerk wordt nog uitgebreid.

De kaaien langs de Seine zijn grotendeels verkeersvrij gemaakt, met gratis hightech waterfonteinen – L’eau de Paris, plat of bruis naar keuze – plus gyminfrastructuur en eindeloze caféterrassen. Tijdens de Olympische Spelen wordt er, als de waterkwaliteit het toelaat, in de Seine gezwommen. En vanaf 2025 zou iedereen naar hartenlust in de rivier kunnen plonzen, op vier daarvoor voorziene zwemplekken. Er is meer dan een miljard geïnvesteerd in het schoon maken van de Seine.

Het voorplein van de Notre-Dame, de kathedraal die in 2019 gedeeltelijk in vlammen opging, wordt heraangelegd door de Belgische landschapsarchitect Bas Smets. Met bomen en water die moeten zorgen voor een verkoelend microklimaat, handig tijdens warme zomers. Ook de Champs-Élysées wordt heruitgevonden: met meer bomen en struiken, minder rijvakken voor auto’s, en gescheiden fietspaden. Voor de caféterrassen van de Champs-Élysées komt er uniform, duurzaam meubilair, ontwikkeld door Ramy Fischler, een Belgische designer.

Er bestaat ook een plan om van Parijs tegen volgend jaar al de hoofdstad van de duurzame mode te maken, gestuurd door het collectief Paris Good Fashion, met steun van de industrie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content