Via del Sale
De zoutwinning in Trapani dateert van in de tijd van de Feniciërs. Zij beschouwden het unieke klimaat en de geografie van de regio als de ideale condities voor zoutwinning. Daarom installeerden zij als eersten een aantal bassins om het zeewater op te vangen en zo zout te winnen. In die tijd had het zout een belangrijke functie als conserveringsmiddel. Zo bouwden de Feniciërs de steden Trapani en Marsala uit tot belangrijke handelscentra.
Ook later, onder Frederick II, bleven de zoutwinningsgebieden erg belangrijk. Ze werden eigendom van de kroon en werden vermeld in de Costituzioni di Menfi. Tot op de dag van vandaag wordt er zout geproduceerd in Trapani.
Al is de vrij complexe werkwijze doorheen de eeuwen wel drastisch veranderd. De pittoreske windmolens zijn karakteristieke getuigen van de zoutwinning in vroegere tijden.
De plaats waar het zout uit het zeewater gewonnen wordt, heet ‘saline’. Een van de meest bekende is de Saline di Trapani e Paceco.
Van Trapani naar Marsala
Tussen Trapani en Marsala loopt de kustweg SP 21, beter bekend als de ‘Via del Sale’. Deze magische weg voert langs de ‘salines’, de uitgestrekte zoutwinningsgebieden. Langs witte bergjes zout, karakteristieke windmolens en sfeervolle vissershaventjes. Langs gecultiveerde landschappen, mooie kuststreken, traditionele vissersdorpjes en historisch belangrijke steden als Marsala en Trapani. Als je de volledige 29 kilometer tussen Trapani en Marsala wil doen, een bezoek aan het eiland Mozia inbegrepen, dan reken je best op ongeveer een hele dag.
Zes kilometer ten zuiden van Trapani, in Nubia, ligt het Zoutmuseum. Het is niet erg groot, maar des te interessanter. Het museum is gevestigd in een driehonderd jaar oud huis van zoutwerkers. Je wordt er ingewijd in de kunst van het zoutwinnen via tekst, beeld en voorwerpen. Daarnaast kan je er een bezoek brengen aan het ‘Riserva Naturale Salma di Trapani e Paceco’. In dit natuurreservaat, dat opgericht is in 1995, leven meer dan honderdvijftig soorten vogels.
Voor het museum ligt een ‘saline’. Je leert er hoe de verschillende zoutbassins met elkaar interageren en wat de opeenvolgende fases zijn in het zoutwinningproces. Als je je weg verder zet, dan kom je bij de Stagnone Lagoon. Daar liggen de meest spectaculaire zoutpannen. Binnenin bevindt zich een complex netwerk van radartjes en wieletjes.
In Marsala bevindt zich het eindpunt. Het stadje dankt zijn naam aan de Arabieren, die het ‘Marsal Allah’ of ‘haven van god’ doopten. Al gaat de geschiedenis van het stadje verder terug dan de Arabieren, namelijk tot de tijd van de Feniciërs. Zijn faam dankt het stadje vooral aan zijn gelijknamige, populaire dessertwijn, die op het einde van de achttiende eeuw door een Engelsman ontwikkeld werd.
Aangezien de Egadische eilanden net voor de kust van Marsala liggen, levert dat een prachtig zicht op. Een van de eilanden, Marettimo, is volledig beschermd omwille van zijn unieke botanische soorten.
Foto: copyright Fototeca Enit
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier