Geschiedenis

Amman kent als bijna geen andere stad hoogte- en dieptepunten. Na een grote bloeiperiode was de stad eeuwenlang vrijwel verlaten. In de twintigste eeuw groeit de stad plotseling van 3000 inwoners tot meer dan twee miljoen.

Uit recente opgravingen blijkt dat Amman al bestond in de Steentijd, zo’n 9000 jaar geleden. Van meer recente datum zijn de graven uit de Bronzen Tijd (3300-1200) op Citadel Hill.

Amman in de Bijbel

In de Bijbel wordt Amman – toen Rabboth Ammon – geregeld genoemd. In die tijd was Rabboth Ammon de hoofdstad van de Ammonieten en de plaats waar koning David van Israël Uriah de Hittiet versloeg en de stad, ondanks de verdedigingstorens, onder de voet liep.

In de periode daarna viel Rabboth Ammon achtereenvolgens in handen van de Assyriërs, Babyloniërs, Perzen, Seleuciden en Nabateeërs (bekend van hun hoofdstad Petra).

In de vierde eeuw voor Christus voert de Ptolemaeïer Philadelphus het bewind over de stad en hij verandert de naam in Philadelphia en dat betekent letterlijk ‘Broederschap van liefde’.

Vervolgens valt Philadelphia in handen van de Romeinen en generaal Pompeï maakt Philadelphia lid van de Decapolis, een alliantie van 10 vrije stadsstaten met sterke economische, culturele en politieke banden met Rome.

Philadelphia wordt de hoofdstad van de provincie Arabia en vormt het centrum van belangrijke handelsroutes. De Romeinen herbouwen de stad in Romeinse stijl met een groot amfitheater (dat tegenwoordig nog helemaal intact is), baden, zuilenstraten en statige overheidsgebouwen.

Spookstad

Wanneer de islam zich verspreid over het Midden-Oosten wordt ook Philadelphia een islamitische stad. In 635 krijgt de stad zijn Semitische naam terug, nu afgekort tot Ammon. De nieuwe naam kan niet voorkomen dat Amman snel in verval raakt. Karak in het zuiden van Jordanië neemt de rol als belangrijke stad over.

Tussen de 14e en 19e eeuw is de vroegere hoofdstad vrijwel onbewoond, op een paar Bedoeïenen na. Tijdens de periode van het Ottomaanse rijk vestigen een paar Turken zich in Amman, maar meer dan een klein dorpje wordt het niet.

Daar komt pas verandering in na het vertrek van de Turken in 1878. Moslims uit de Caucasus ontvluchten hun land om aan vervolging te ontkomen. Ze komen terecht in Amman en werken daar vooral als boer, maar ook de handel wordt dankzij hen nieuw leven ingeblazen.

Wanneer in 1902 het Hejaz station gebouwd wordt, leeft de stad helemaal op. De belangrijke lijn tussen Damascus in Syrië en Medina in Saoedi-Arabië loopt nu immers langs Amman. Langzaam maar zeker begint het aantal inwoners te stijgen. In 1905 telt Amman alweer 3000 inwoners.

Zwarte September

De jaren daarna zal dat aantal sterk toenemen vooral wanneer het Emiraat Transjordanië ontstaat en Emir Abdullah uit het huis van de Hasjemieten (rechtstreekse afstammelingen van de profeet Mohammed) Amman tot zijn hoofdstad maakt.

Echte bevolkingsexplosies zijn er na de oorlogen in Israël in 1948 en 1967. Hele stromen Palestijnen vestigen zich in Amman. Dat brengt ook spanningen met zich mee. In 1970 komt het tijdens de zogenaamde Zwarte September zelfs tot een burgeroorlog tussen de PLO en de Jordaniërs. De PLO wil de macht in Jordanië overnemen en er vinden bloedige gevechten plaats in de straten van Amman. De regeringstroepen van koning Hussein winnen uiteindelijk.

Momenteel kampt Jordanië en vooral de hoofdstad Amman met grote aantallen vluchtelingen uit Irak, die een zware druk leggen op de economie. Ondanks dat is Amman tegenwoordig een bruisende, kosmopolitische stad waar je een mooie mix tussen oud en modern en een uitzonderlijk vriendelijke bevolking vindt.