De favoriete reisbestemming van Sophie van ‘Wonderweg’
“Als je me vraagt welk land voor mij de perfecte mix heeft tussen sfeer, beleving én schoonheid, dan staat Jordanië voor mij erg hoog in de ranking.”
Een favoriete reisbestemming opgeven, dat is een moeilijke opdracht voor wie graag en veel reist. Ieder land is zo anders van sfeer en beleving dat er eentje als top benoemen, bijna afbreuk doet aan al die andere mooie plekken. Het is een beetje zoals een bucketlist maken van landen die je allemaal nog wil zien want hoe kiest je welke wel en welke niet?
Maar als je me vraagt welk land voor mij de perfecte mix heeft tussen sfeer, beleving én schoonheid, dan staat Jordanië voor mij erg hoog in de ranking.
De laatste jaren heeft dit land er alles aan gedaan om toerisme te promoten – de luchthaven werd uitgebreid, hotels kregen een update, toeristische trekpleisters worden beter onderhouden enzoverder. Maar één van de belangrijkste verwezenlijkingen is wel dat de vooroordelen (“Is dat niet gevaarlijk zo vlak bij Israël, Syrië en Irak?”) stilaan aan het wegebben zijn.
Het voordeel van een land als Jordanië is dat het toeristische gedeelte (de westkant) erg makkelijk te bereizen is. Er zijn twee wegen die je van noord naar zuid brengen, de ene brengt je op een traag tempo langsheen de geschiedenis van het land, de andere helpt je in sneltempo van punt A naar B.
Jordanië is een wonderlijk land en dat is ook UNESCO niet ontgaan. Het land herbergt maar liefst 4 werelderfgoed sites waarvan Petra en Wadi Rum de bekendste zijn.
In Petra weet je amper waar eerst te kijken. De hele stad is uitgehakt in de rotsen, van een ingenieuze waterleiding tot tempels, graftombes en gewone huizen toe. Alles bestaat uit die zachtrode steen waar het zonlicht de hele dag door voor een prachtig kleurenpalet zorgt.
Ooit was Petra een zeer welvarende stad dankzij de strategische ligging tussen Egypte, Arabië, India en China. Na een aardbeving raakte de stad in de vergetelheid en werd ze pas in de 19e eeuw herontdekt. Nu is het een toeristische trekpleister geworden waar je makkelijk twee dagen in kan verloren lopen.
Een noodzakelijk kwaad is dat deze oude stad volledig door de toeristische industrie is ingenomen. De inkomprijs bedraagt zo’n 50€, er staan overal standjes met juwelen, Kefiya (wat wij de Arafat sjaal noemen) en op iedere hoek probeert een bedoeïenenkind je een ritje op een ezel of kameel te verkopen.
Toch kan deze bedrijvigheid de sfeer niet drukken want het maakt net dat deze stad weer bruist als weleer.
Het contrast met de uitgestrekte woestijnvallei van Wadi Rum kan dan ook niet groter zijn. Zandduinen, grillige rotsformaties en de occasionele fata morgana maakt van Wadi Rum een surreëel landschap. Wadi Rum is sinds een paar jaren niet meer vrij toegankelijk omdat er teveel afval werd gedumpt en onachtzame toeristen het gebied kapot reden.
Sindsdien moet je eerst langs het Visitors’ Centre om toegang te verkrijgen en om een keuze te maken in je reiswijze. Je kan kiezen uit talrijke 4×4 routes, de ene al wat duurder en uitgebreider dan de andere, paarden en kamelen, zelfs een luchtballon behoort tot de mogelijkheden. Of je kan natuurlijk kiezen om een voettocht door de woestijn te maken, al wisten de andere toeristen daar mee te geven dat zo’n tocht toch wel voor de geoefende wandelaar is. Minimum zes uur wandelen in los zand en met een felle zon van 40°C, weet waar je aan begint, denk ik dan.
Als je kan, probeer dan zeker een 4×4 te vinden met een open bak. De meeste 4×4’s zijn afgesloten en hebben een paar raampjes om het stof tegen te gaan, maar het mooiste zicht heb je toch gewoon open in de met zitbankjes omgevormde laadbakken. Een volledig 360° zicht en veel stof, daar komt je Kefiya die je in Petra hebt gekocht dan weer mooi van pas.
Het is erg moeilijk om Wadi Rum te beschrijven omdat het zo mooi en groot is. De films van Lawrence of Arabia kunnen je een idee geven van hoe het eruit ziet, maar in het echt is het nog zoveel mooier! Het leuke is ook dat je eigenlijk van rotsformatie tot rotsformatie rijdt en dat je deze zonder probleem mag beklimmen als je dat wil. Een stevige klim en veel waterslokjes later, heb je een uitzicht dat de inspanning meer dan waardig is.
Wadi Rum en Petra mogen dan twee voor de hand liggende trekpleisters zijn, als je echt het Midden-Oosten “bedoeïenengevoel” wilt opzoeken, dan raad ik je aan om een nacht in een tentenkamp te gaan slapen.
Van heel de reis was dit voor mij de meest sfeervolle ervaring. Veel had te maken met het feit dat wij reisden tijdens het laagseizoen (november) waardoor het tentenkamp bijna toeristenvrij was, met uitzondering van 3 andere gasten.
Wij verbleven aan de rand van Wadi Rum in Captain’s Camp en kwamen pas na het donker toe. Buiten de sfeervolle kaarsjes die de weg van het tentenkamp naar de eetplaats aanduidden, konden we nog niet veel van het decor opmaken. ’s Ochtends zou blijken dat dit tentenkamp tegen een rotswand is aangelegd met erg veel oog voor authenticiteit.
Na aankomst krijg je een traditionele maaltijd (mezze) met ‘shrak’, het tradioneel Jordaanse brood, zo dun als een pannenkoek, dat gebakken wordt op een verhitte omgekeerde wok. Terwijl je wacht op het eten mag je gezellig rond de ‘shrak’-maker genieten van een stukje brood en een heerlijk straffe koffie of thee.
Na het eten kan je dan weer opwarmen aan het houtvuur (’s nachts is het behoorlijk koud in de woestijn!) en verhalen uitwisselen met de andere toeristen tijdens een lekker tasje thee of een echte waterpijp.
Als je dan toch een nacht in de woestijn blijft slapen, kan je maar beter even de tijd nemen om naar de sterrenhemel te kijken. Nooit eerder heb ik zo’n mooie en eindeloze sterrenhemel gezien. Dit is waar reizen om draait, het ogenblik dat je geen woorden meer kan vinden om te beschrijven wat je allemaal gezien en ervaren hebt.
Dit soort van bedoeïenenkampen mogen dan opgezet zijn om toeristen te lokken, de sfeer ervan is echt en de ervaring is onvergetelijk.
Je hoeft niet ver te rijden in een land als Jordanië om die sfeer weer ergens anders terug te vinden. Of het nu de heilzame Dode Zee is waar je heerlijk in kan ronddrijven of eindeloze kronkelwegjes wanneer je van de hoofdbanen afwijkt en prachtige vergezichten kan aanschouwen, schoonheid is alomtegenwoordig in dit land en het is bijna zonde dat de vooroordelen van mogelijk gevaar mensen zou tegenhouden om dit alles te ontdekken.
Het goeie nieuws is dat je zelfs in 10 dagen je helemaal kan laten onderdompelen in de geschiedenis, cultuur, schoonheid en ruwheid van het land. De perfecte bestemming dus voor wie in drukke tijden toch de tijd wil nemen om een nieuwe sfeer te ontdekken. En na een uurtje Dode Zee en slijkmasker, krijg je er nog gratis en voor niets een babyvelletje bij. Jordanië is goed voor je, zoveel is duidelijk.
Sophie deelt haar reisverhalen op haar reisblog Wonderweg. Het is geen reisblog pur sang, maar een zweem van reisdromen in een realiteit die velen van ons (helaas) beperkt.
p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier