Wat de iconische paardenstaart van Karl Lagerfeld met het nazisme te maken had

Archiefbeeld: enkele jongens vechten een bokswedstrijd uit in het Harz-gebergte, ergens in de jaren '40. © Getty

Een nieuwe biografie geeft een erg intieme inkijk in het leven van iconisch mode-ontwerper Karl Lagerfeld. Dit fragment zoomt in op zijn tienerjaren, die de jonge Karl samen met zijn familie doorbrengt op hun landgoed in Bissenmoor. Daar passeert de huiver van de Tweede Wereldoorlog grotendeels ongemerkt, al heeft de familie wel af te rekenen met het nazisme.

Om naar de school in Bad Bramstedt te gaan liep dorpsmeisje Sylvia Jarhke elke ochtend in haar eentje langs het bos en de weilanden met koeien. Karl ging veel minder vaak naar school. Hij koos liever de vakken die hij interessant vond, hij had een hekel aan de docenten en hun onderwijs: ‘… ze zeiden me steeds maar weer: Je kunt alleen maar praten, maar je weet eigenlijk niks.’

Hij beheerste al Duits, Frans en Engels. Wat moesten ze hem nog meer leren? Karl was een kleine volwassene, het type hoogbegaafd kind dat geen echte belangstelling voor de andere kinderen had en dat voortdurend zat te tekenen. Sylvia herinnert zich dat hij één klas hoger zat dan zij, maar dat ze wel dezelfde docent kunstgeschiedenis hadden. ‘Karl had een keer met zwarte strepen op een wit vel een spotprent van zijn wiskundedocent gemaakt die met zijn mes en vork met de draden van een blinde vink zat te worstelen. Het leek zo echt dat ik er erg van onder de indruk was.’

‘Kinderen moesten een uniform dragen. Karl weigerde dat. Hij ging naar school in een tweedjasje met een stropdas. Hij had lang haar. Hij leek wel een Engelse gentleman’

Karl keek, analyseerde. Hij scherpte zijn blik, verzette zich in stilte tegen de anderen. Sylvia gaat verder: ‘Hij hield zich een beetje afzijdig op het speelplein, hij keette niet met de anderen, hij wilde niet opvallen.’Zijn weinige vriendjes gebruikte hij schaamteloos om, zoals hij het later niet zonder spot zelf zei, ‘alles te doen waarin hij zelf geen zin had, zoals zijn fietsen schoonmaken. Maar zeker niet zijn huiswerk, daar waren ze te middelmatig voor!’

Karl sprak over de ontreddering die hem trof na het zien van Das weiße Band van Michael Haneke. Het verhaal speelt zich vlak voor de Eerste Wereldoorlog af, op enkele tientallen kilometers van het dorp waar hij opgroeide. ‘Ik was er drie dagen ziek van, want ik heb praktisch beleefd wat er in de film wordt beschreven. Ik ben die verschrikkelijke mensen ontvlucht.’ De mentaliteit was in dertig jaar nauwelijks veranderd.

Engelse gentleman

Het contrast tussen de jonge Karl en zijn klasgenoten was in die roerige tijden nog duidelijker. Ronald Holst vertelt dat ‘een jongen van die leeftijd zich moest aansluiten bij de Hitlerjugend, geleid door zeer radicale jongens die eisten dat iedereen bij de nachtelijke bijeenkomsten aanwezig was. Afwezigen werden getreiterd, moesten het schurende contact van hun brede ceintuur op hun huid ervaren.’

‘Ik wist dat ik anders was, in mijn ambities, mijn belangstelling, in alles. Ik wilde vooral niet lijken op wat ik zag’

Hoewel er geen enkel spoor van zijn lidmaatschap van de Pimpf is, is het volgens de historicus onmogelijk dat Karl zich helemaal aan zijn verplichtingen als jonge Duitser had kunnen onttrekken. ‘Kinderen moesten een uniform dragen. Karl weigerde dat. Hij ging naar school in een tweedjasje met een stropdas. Hij had lang haar. Hij leek wel een Engelse gentleman. Dat zette zijn docenten tot represailles aan.’

Zijn manier van zich onderscheiden was mogelijk een teken van opstandigheid. Later verklaarde hij: ‘Ik wist dat ik anders was, in mijn ambities, mijn belangstelling, in alles. Ik wilde vooral niet lijken op wat ik zag.’

In de kleine gemeenschap van Bad Bramstedt was zijn kapsel het embleem van het schandaal, het symbool van zijn dissidente houding geworden. Karl gaf zijn eenzaamheid, zijn verzet tegen de wereld gestalte. Het schilderij in zijn kamer was een toevluchtsoord, net als de boeken die hij verslond. (…)

Wapperende haren

Terwijl hij van het bedrukte papier van zijn boeken overging op de witte vellen die hij met kleuren vulde, liep de oorlog ten einde. In 1947 zat de dertienjarige Hans-Joachim Bronisch in dezelfde klas als Karl, die altijd helemaal achterin zat. De adolescent was niet veranderd: ‘Hij kleedde zich anders. Hij droeg altijd een wit overhemd en een stropdas. [Hij was] altijd goed gekapt. Voor ons, de jongens die met blote voeten naar school kwamen, was dat natuurlijk ongewoon… Zijn schoolgenoten lachten hem altijd een beetje uit. Hij had nooit echte vrienden op school. Hij zocht er ook niet naar. Als wij wilden voetballen, had hij geen zin. Zo ging het altijd.’

De zonen van de boeren uit Bad Bramstedt haatten de jongste telg van de Lagerfelds. Hij was niet zoals zij

De lange haren van de jongen van Bissenmoor bleven wapperen als een symbool van opstandigheid tegen het gezag. Een verwerpelijk voorbeeld. Er moest hoognodig worden ingegrepen, die haren moesten worden afgeknipt. De volwassenen overlegden met elkaar. De delicate missie om Karl tot de orde te roepen vanwege zijn kapsel viel de onderwijzer ten deel. Kinderen van zijn leeftijd hadden een ‘bloempotkapsel’ – er werd een kom of bloempot op hun hoofd gezet en dan werd alles wat eronderuit kwam afgeknipt. De reprimandes van de onderwijzer van Bad Bramstedt hadden geen enkel effect.

Ronald Holst vertelt dat de leerkracht toen naar Karls huis ging en mevrouw Lagerfeld wilde spreken: ‘Hij zei tegen haar: Ik moet met u over uw zoon spreken. Dat lange haar, dat kan niet. Als antwoord daarop trok [Elisabeth] aan de das van zijn kostuum, sloeg die in zijn gezicht en zei: U bent duidelijk nog een nazi!’

Heimwee naar Hamburg

Karl werd gesteund door zijn moeder, die Hitler en zijn regime verachtte. Het korporaaltje dat Führer was geworden hoorde niet bij hun wereld. Ook zijn ideologieën en ambtsdragers niet, die het land hadden getransformeerd in een grote machine die gehandicapten en alles wat het Derde Rijk als ‘parasieten’ of ‘Untermenschen’ zag wilde vernietigen. Het nazisme strookte in geen enkel opzicht met de waarden die Karl en zijn zussen waren bijgebracht.

‘Mijn moeder verveelde zich dood in dat gehucht. En ik ook, ik droomde maar van één ding, er zo snel mogelijk weggaan’

Met uitzondering van enkele enclaves die vergelijkbaar waren met landgoed Bissenmoor, werd die visie op de wereld niet bepaald gedeeld aan de oevers van de Oostzee. Voor de conservatieve plattelandsmaatschappij van Sleeswijk-Holstein beloofde de nazipropaganda emancipatie ten opzichte van de landadel, waarvan de Lagerfelds het symbool waren. De zonen van de boeren uit Bad Bramstedt haatten de jongste telg van de Lagerfelds. Hij was niet zoals zij. Hij las. Hij maakte kleren voor zijn poppen. Hij tekende.

Wat de iconische paardenstaart van Karl Lagerfeld met het nazisme te maken had
© LM

Ondanks haar hardheid en ironische opmerkingen zag Elisabeth hoe bijzonder haar zoon was, die op haar leek. Beiden waren in wezen extreem gevoelig en ongelukkig in deze wereld in verval, die zich zo goed en zo kwaad als het ging tegen de apocalyps probeerde te verzetten. ‘Mijn moeder verveelde zich dood in dat gehucht. En ik ook, ik droomde maar van één ding, er zo snel mogelijk weggaan.’ Zij moedigde zijn anders-zijn aan. ‘Toen ik mijn moeder vroeg wat homoseksualiteit was, antwoordde ze: Dat is net als een haarkleur. Het is niks, het is geen enkel probleem. Ik heb geluk dat ik zulke ruimdenkende ouders heb gehad.’

Karl wilde dus weg. Met zijn ouders terug naar Hamburg was een eerste stap. Als door een wonder was hun wijk niet door de bombardementen verwoest.

Het vervolg van deze intieme kijk in het leven van wijlen Karl Lagerfeld krijg je in ‘Karl Lagerfeld – De mens achter het mode-icoon’, de nieuwe biografie door journalist Laurent Allen-Caron. Verschijnt op 13 juni bij Xander Uitgevers, voor 19,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content