Sluit de kring: 13 circulaire Belgische modemerken in de spotlights
Mode moet duurzamer. Van een wegwerpeconomie dient de sector over te stappen op een circulaire aanpak, waarbij oude materialen worden herwerkt tot nieuwe kledij. Deze Belgische merken nemen het voortouw.
Na ‘eco’, ‘eerlijk’ en ‘groen’ is ‘circulair’ het nieuwe woord om duurzame mode te benoemen. Het is misschien niet de meest sexy term, maar wel een accurate omschrijving. Om de modesector écht te verduurzamen moet ze immers overschakelen van een lineaire naar een circulaire aanpak.
Lineair valt simpel uit te leggen als: de wegwerpmentaliteit waarbij we grondstoffen nemen, gebruiken en afdanken.
Circulair betekent een langer – liefst eindeloos – leven geven aan kleding en modestoffen.
Er zijn verschillende manieren om een modekringloop te ontwikkelen, maar de eerste stap is altijd dezelfde: een kledingstuk ontwerpen en behandelen als iets dat lang mee moet gaan. Voor modeontwerpers betekent het goed nadenken over het ontwerp, de materialen en wat er met je creatie gebeurt wanneer de drager het afdankt. Ontwerpers kunnen werken met deadstock materialen, tweedehands textiel, gerecycleerd materiaal of een stof die gemakkelijk opnieuw te recycleren valt.
Als drager kun je kleding (laten) herstellen, ruilen, huren of tweedehands (ver)kopen als het item nog in goede staat is. Als het item aan het eind van z’n Latijn is, deponeer je het in een textielcontainer om te laten recycleren tot een nieuw kledingstuk.
Dit zijn 13 modemerken die alvast het goede voorbeeld tonen.
1. Peterselie Bruxelles
Exact een jaar geleden stuurde de 26-jarige Bjorn Ghyselen zijn eigen tassenlabel de wereld in. Door te werken met Italiaans deadstockleer, overschotten van luxemerken, zijn de ontwerpen sterk afhankelijk van de beschikbare materialen. Elke collectie wordt met de hand vervaardigd in de Italiaanse stad Padua. De West-Vlaming in Brussel koos voor de opmerkelijke naam Peterselie, omdat hij net als de tweeslachtige plant op uniseks modellen wil inzetten. Zijn nieuwste collectie dropt Ghyselen online op 11 september.
2. Borrenberghs
Na stages bij het Deense duurzame lingerielabel Underprotection en couturehuis Natan besloot de Limburgse ontwerpster Tessa Borrenberghs beide werelden te combineren. Sinds 2020 timmert ze aan haar eigen label Borrenberghs, een modern luxemerk dat stijl met circulariteit verzoent. De items worden in België gemaakt van kwalitatieve reststoffen. Borrenberghs verkiest natuurlijke materialen en hergebruik, maar staat ook open voor innovatieve stoffen, als ze hun duurzame beloftes kunnen waarmaken.
3. Yuma Labs
Hoe duurzaam kan een zonnebril zijn? Het Belgische Yuma Labs zocht het uit. Aan de hand van biologische en gecertificeerde gerecyclede materialen zoals nylon, pet, visnetten en acryl, creëert het Antwerpse label zonnebrillen met een zo klein mogelijke impact op het milieu. Deze aanpak wist ook binnen de modesector meteen verschillende geïnteresseerden te lokken. Yuma Labs deed zo al ettelijke samenwerkingen met designers en labels, van Christian Wijnants tot Nathalie Vleeschouwer en Filippa K.
4. HNST
De pionier in duurzaam denim is Belgisch en daar mogen we trots op zijn. Denim behoort immers tot de meest vervuilende modematerialen. De broeken van HNST worden niet alleen gemaakt van 50 tot 80 procent gerecycleerd materiaal, ze zijn ook zo ontworpen dat ze bijna eindeloos opnieuw gerecycleerd kunnen worden. Leer en plastic zul je nergens in de broeken vinden en verven gebeurt met een speciale, niet-toxische techniek. Tegenover conventionele spijkerbroeken stoot HNST 47 procent minder CO2 uit en verbruikt het 91 procent minder water. Het merk heeft ook ongeverfde broeken, die een nog lagere impact hebben.
5. Andrea Bos
Persoonlijk, ambachtelijk en lokaal, dat zijn de sleutelwoorden van Andrea Bos. De Nederlandse ontwerpster verhuisde na haar studie productdesign naar Antwerpen, waar ze zich steeds meer in circulaire technieken verdiepte. Van patchwork tot visible mending: met tweedehandsstoffen maakt ze in haar atelier in Borgerhout op maat gemaakte stukken en eigen collecties. Ook voor herstellingen met een twist kun je bij haar terecht. De ontwerpster houdt van textiel met een verhaal en gaat met haar klanten op zoek naar designs die passen bij hun persoonlijkheid.
6. Eva Maria
Het was de hoeveelheid water die er nodig is om nieuwe stoffen te produceren die maakte dat ontwerpster Eva-Maria Bogaert een andere aanpak zocht. Ze gaat steevast op zoek naar kwalitatieve reststoffen, zowel uit de haute couture, als in kringwinkels en op rommelmarkten. Daarnaast vult ze haar werktafel aan met circulaire stoffen, onder meer gemaakt uit gerecycleerde petflessen, die ze zelf kleurt en bewerkt. Vanuit haar atelier in Varsenare creëert ze zo handgemaakte unieke stukken, met als doel om ze door te geven aan nieuwe generaties.
7. Studio AMA
Na haar studie aan La Cambre ontdekte de Gentse ontwerpster Soraya Wancour dat de gangbare productiemethoden heel wat duurzamer kunnen. Ze richtte Studio AMA op, een proeftuin voor ethische mode. Met haar merk geeft Soraya een duidelijk signaal: bruikbare stof als afval beschouwen is not done. Ze kiest dan ook resoluut voor tweedehands materiaal en productieresten, waaronder overschot van matrascovers en badhanddoeken. Studio AMA combineert de circulaire met de sociale economie door te produceren in een sociaal maakwerkbedrijf in België. Naast ontwerpster is Soraya ook adviseur rond circulaire modeprojecten.
8. Paule Josephe
Na als ontwerper gewerkt te hebben bij Alexander McQueen in Londen wist Hannah Vanspauwen het zeker: als zij een eigen label zou opstarten, wilde ze dat zo duurzaam mogelijk doen. Toen fotografe Tiny Geeroms haar eerste ontwerpen kwam vastleggen, besloten de twee de handen in elkaar te slaan. Voor hun label Paule Josephe werken ze enkel met tweedehands kleding en deadstockstoffen als basis, vaak uit de collecties van andere designers als Stephan Schneider. Dit levert unieke stukken op in alle betekenissen van het woord: meestal is er slechts één exemplaar van elk item beschikbaar.
9. Marypup
Het begon met kapotte paraplu’s die ze zomaar op straat vond, achtergelaten. Onder de naam Marypup besloot de Anderlechtse Mélanie Iudica ze te upcyclen tot regencapes. “Het is een manier om onze wegwerpcultuur vol goedkope spullen aan te kaarten”, zegt de vijftiger. Marypup is ook een sociaal project: Iudica schakelt onder meer beschutte werkplaatsen en gedetineerden in om te helpen bij de productie. In het verleden maakte ze ook jassen en broeken op basis van achtergelaten festivaltenten, maar die productie bleek te intensief als eenmanszaak. De laatste exemplaren ervan vind je terug op haar website.
10. Aiko
Aiko, letterlijk vertaald als ‘geliefd kind’, is het circulaire modelabel uit Brussel van Gioia Seghers. Nadat ze moeder werd, begon de ontwerpster haar eigen kledingstukken te upcyclen om er nieuwe items van te maken voor haar zonen. Met behoud van Japanse inspiratie benadrukt ze het doorgeven van volwassene naar kind. Het idee is om comfortabele, tijdloze en unieke stukken te produceren met mooie materialen zoals denim en kasjmier. Tegenwoordig biedt haar label ook kledingstukken aan voor volwassenen. Bovendien wordt er in de komende maanden een grotere productie van gebreide kleding voor volwassenen verwacht.
11. Kasbah Kosmic
Het verhaal van Kasbah Kosmic startte toen Kenza Taleb Vandeput haar woonkamer omtoverde tot een atelier om haar passie te volgen. Door stukken uit haar voorraad te deconstrueren en opnieuw in elkaar te naaien, vindt ze haar identiteit tussen unieke en geüpcyclede kledingstukken. Met subtiele knipogen naar haar Maghrebijnse achtergrond wil de Brusselse ontwerpster mensen aanspreken, hen trots maken op hun identiteit en bewust maken van hun consumptiegedrag. Op de planning staan de opening van een pop-upwinkel in Parijs op 23 september voor het tijdschrift Désoriental en een samenwerking met de sociale tweedehandswinkel Sport Switch in Laeken.
12. Atelier Numéro Seize
Door een naaiopleiding ontdekte Aurélie Nuozzi haar passie voor mode. Starten deed ze op markten, voornamelijk met de verkoop van accessoires. Langzaam maar zeker creëerde ze haar eigen atelier in Luik. Upcycling heeft altijd een rol gespeeld in het DNA van haar merk, zowel vanuit ecologisch oogpunt als om budgettaire redenen. Tegenwoordig biedt de dertiger voornamelijk aanpassingen en maatwerk aan. Maar wanneer ze op een stofoverschot stuit, kan ze het niet laten om nieuwe kledingstukken te creëren, allemaal met een streetwear-identiteit.
ateliernumeroseize.bigcartel.com
13. Méson
Méson begon als een vriendschappelijke vonk tussen zijn twee medeoprichtsters, Thaïs en Annabelle. Nadat ze samen communicatie hadden gestudeerd, koesterden ze de wilde droom van een eigen kledingmerk. Na enkele jaren brainstormen, werd het label geboren in Brussel. Het concept: kledingstukken maken van restjes stof die normaal binnenshuis worden gebruikt. Er zijn al vijf collecties uitgebracht: de garderobe, de slaapkamer, de hal, de badkamer en de zolder. Binnenkort wordt daar een nieuw luik aan toegevoegd.
- Bjorn Ghyselen
- Peterselie
- Ghyselen
- Peterselie Bruxelles
- Borrenberghs
- Underprotection
- Natan
- Tessa Borrenberghs
- Yuma Labs
- Christian Wijnants
- Nathalie Vleeschouwer
- Denim
- HNST
- Andrea Bos
- Eva-Maria Bogaert
- Studio AMA
- La Cambre
- Soraya Wancour
- Soraya
- Hannah Vanspauwen
- Tiny Geeroms
- Paule Josephe
- Stephan Schneider
- Marypup
- Mélanie Iudica
- Gioia Seghers
- Kenza Taleb Vandeput
- Désoriental
- Sport Switch
- Aurélie Nuozzi
- Méson
- Eva Maria
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier