In het reparatieatelier van Hermès in Parijs krijgen iconische tassen een tweede leven

De magie van handwerk: een tas wordt gedeconstrueerd en weer in elkaar gepuzzeld. Duurzaamheid is de kern van het creatieve proces: een afgeleefd object krijgt een nieuw leven. © GF / FRANCOIS COQUEREL

Hermès heeft niet gewacht op de groene beweging om voor duurzame elegantie te gaan. In het restauratieatelier in de rand van Parijs geven artisanale leerbewerkers hun iconen een tweede leven.

Ze buigt zich over haar werkbank. Bekijkt aandachtig, bijna teder, een Birkin die compleet afgeleefd is. Eén handvat hangt er maar treurig bij. Van het andere, helemaal afgeknauwd, blijft weinig over. Een hond heeft er zijn tanden in gezet. Naar verluidt zijn dieren dol op Hermès-leer. De artisanale leerbewerkster is gespecialiseerd in het herstellen van objecten van het huis. In het Parijse atelier, dat al meer dan twintig jaar bestaat, worden handtassen, riemen en kleine lederwaren op een duurzame manier gered van een zeker einde op de vuilnisbelt. De tas is behoorlijk toegetakeld, de reparatie zal tijd, geduld en vakkennis vergen. Maar ze zal met veel toewijding behandeld worden en een nieuw leven krijgen.

De tassen krijgen met de jaren een mooie patine, zodat ze tientallen jaren later nog even geliefd zijn en bijna een levensgezel worden. Wij maken geen it-bags.

Catherine Fulconis

Wat de bijtgrage hond niet weet, is dat deze handtas het product is van een toevallige ontmoeting. In 1984 maakte tijdens een Air France-vlucht Parijs-Londen Jean-Louis Dumas, zaakvoerder van Hermès van 1978 tot 2006, kennis met Jane Birkin. De actrice en zangeres deed haar beklag over haar tas. Ze had een tas nodig die aangepast was aan haar noden als jonge moeder. ‘Jean-Louis Dumas was een geboren creatieveling’, vertelt Catherine Fulconis, algemeen directeur van de ambachten leerbewerking-zadelmakerij en de afdeling Petit h. ‘Hij zag haar worstelen met haar tas en reageerde spontaan dat hij voor haar een draagtas zou creëren die even praktisch zou zijn als een mand, even comfortabel als een koffer, even elegant als een handtas.’ Hij tekende meteen het perfecte model: rechthoekig, soepel, afgewerkt met zadelstiksels en zelfs met een vakje dat groot genoeg is voor een papfles. Zo is de Birkin geboren. Een andere naam was niet denkbaar. Sindsdien groeide de tas, zoals de Kelly, de Roulis, de Constance, de Bolide en andere, uit tot een icoon van het huis. Ondertussen zijn er ook varianten op bedacht: de Micro Birkin, de Birkin Shadow en Trompe-l’oeil, de Birkin Cargo met vijf uitwendige zakken om hem ‘nog functioneler dan functioneel’ te maken en onlangs, vorige herfst, kwam de Birkin 3-in-1 uit, samengesteld als een puzzel.

De magie van handwerk: een tas wordt gedeconstrueerd en weer in elkaar gepuzzeld. Duurzaamheid is de kern van het creatieve proces: een afgeleefd object krijgt een nieuw leven.
De magie van handwerk: een tas wordt gedeconstrueerd en weer in elkaar gepuzzeld. Duurzaamheid is de kern van het creatieve proces: een afgeleefd object krijgt een nieuw leven.© GF / FRANCOIS COQUEREL

Er ontstond een gigantische hype rond deze tas. Het kostbare object haalt recordprijzen op veilingen. In oktober nog schatte de veilingmeester van Gros & Delettrez de prijs van het lot nr. 61 – een uiterst zeldzame Birkin Hermès uit 2016 – op 90.000 à 100.000 euro. ’35 cm in Crocodylus Niloticus Himalaya, bevestigingen en sluiting in met palladium geplateerd verzilverd metaal, dubbele handgreep, sleutelklokje, bedekt hangslot, in uitstekende staat, met doos en dustbag.’ Resultaat van de veiling: 124.800 euro. Om maar te zeggen hoe gewild dit object is. Dat is het ook in het virtueel universum metaverse, waar de non-fungible tokens uitermate populair zijn. In december had een jonge Californische kunstenaar het lef om zich de iconische tas toe te eigenen. Hij creëerde digitaal MetaBirkins in nepbont, uiteraard cruelty-free, en verkocht een honderdtal virtuele exemplaren op de NFT-platformen voor meer dan 800.000 dollar. Hermès wil geen commentaar geven, de zaak komt voor het gerecht.

DRAAG ER ZORG VOOR

Maar dat alles staat heel ver van het ambachtelijke werk, het langzame proces, de schoonheid van de handelingen en de sereniteit die heersen in het reparatieatelier in Pantin, waar dertig artisanale leerbewerkers, experten in het vak, aan het werk zijn. Geen muziek, want concentratie vereist rust en stilte. Je bent geneigd om op de toppen van je tenen te lopen om niet te storen. Hier telt elke beweging bij het uit elkaar halen, losmaken en deconstrueren van het beschadigde object. Zoals bij de veelgebruikte riem waarvan de draad helemaal is vastgekoekt. ‘Hij is er als het ware in gebakken’, legt de ‘redster’ uit. ‘Alles moet met een pincet worden verwijderd. Ik ga heel secuur te werk om het leer niet te beschadigen. Dat zal mij zeker drie uur werk kosten. Daarna zal ik de riem helemaal opnieuw naaien. Het is een lang en omslachtig werk, maar ik weet dat er een eigenaar op zit te wachten. Ik moet er dus goed zorg voor dragen.’

In het reparatieatelier van Hermès in Parijs krijgen iconische tassen een tweede leven
© GF / FRANCOIS COQUEREL

Het daglicht valt via grote erkerramen binnen. Er hangt een licht parfum, een mengeling van leer, bijenwas en Arabische gom. Aan elke tafel zit een ambachtsman of -vrouw verdiept in zijn of haar werk. De opvolging is verzekerd: in september 2021 werd de Hermès-school voor vakkennis in lederwaren geopend in Fitilieu. De school staat open voor alle profielen.

De werktuigen voor gemeenschappelijk gebruik liggen netjes geordend in vitrines in de centrale gang. De andere, persoonlijke werktuigen liggen op de werktafels. Ze dragen de vingerafdrukken van de experten die ze hanteren en hebben zich gezet naar de hand die ze vakkundig gebruikt. Leermessen, hamers, schalmmessen, passers, naaivorken, elzen, omboekhamers, drevels, naalden, naaispanen, platte tangen, penselen, vouwbenen… Ze zijn bijna identiek aan de werktuigen uit de beginperiode, in 1837, toen Thierry Hermès het huis oprichtte. Ook al zijn ze lichtjes geëvolueerd voor meer gebruikscomfort.

Achteraan in het atelier zie je op de spoelen met linnendraad alle nuances van de gebruikte kleuren. Bij de ingang ligt een resem borstels netjes geordend, bestemd voor de finishing touch. De kleuren gaan van blauw tot oranje, met daartussen uiteraard de bekende tint Rouge H. Heel gedurfd voor de tijd waarin ze werd uitgebracht, honderd jaar geleden.

De magie van handwerk: een tas wordt gedeconstrueerd en weer in elkaar gepuzzeld. Duurzaamheid is de kern van het creatieve proces: een afgeleefd object krijgt een nieuw leven.
De magie van handwerk: een tas wordt gedeconstrueerd en weer in elkaar gepuzzeld. Duurzaamheid is de kern van het creatieve proces: een afgeleefd object krijgt een nieuw leven.© GF / CHRISTOPHER PAYNE

ÉÉN MAN, ÉÉN TAS

‘Een luxeobject is een object dat hersteld kan worden’, poneerde Robert Dumas, zaakvoerder van Hermès van 1951 tot 1978. Vanuit dezelfde filosofie benadrukt Catherine Fulconis een gouden regel waar niet van afgeweken wordt. ‘Wij stellen alles in het werk om onze tassen duurzaam te maken. Te beginnen met het maakproces en de topkwaliteit van de grondstoffen die met de jaren een mooie patine krijgen, zodat die tas na twintig, dertig of veertig jaar nog even geliefd is en bijna een levensgezel wordt. Wij maken geen it-bags. De creatie vraagt veel tijd, gemiddeld twee jaar. Elke tas is het resultaat van een dialoog tussen de ontwerpstudio en de ambachtslui die ze realiseren. Die artisanale aanpak biedt oneindig veel mogelijkheden. De enige beperking van deze werkwijze is de handenarbeid, daar kruipt heel veel tijd in. Want bij ons is de regel: één man, één tas.

Niet verwonderlijk dus dat een artisanale leerbewerker vijftien tot twintig uur nodig heeft om de 36 leren en metalen onderdelen van een Kelly-tas te assembleren, in te prikken, te naaien, te lijmen… Van de eerste tot de laatste stap wordt het werk uitgevoerd door dezelfde persoon die weet dat ‘een goed stiksel afhankelijk is van goed schalmwerk en dat hangt dan weer af van het splitten, en degelijk splitwerk vergt een nauwgezette analyse van het leer en de eventuele onvolkomenheden.’ Onvermijdelijk zit er altijd iets van de maker in zo’n mooi object. Dat hij/zij op slag zijn eigen model herkent tussen alle andere is bijna vanzelfsprekend.

Dat geldt evengoed voor de reparaties. Ook al is dat een heel ander proces. Het gaat er bij dit laatste namelijk niet om van iets tweedimensionaals iets driedimensionaals te maken, maar om te deconstrueren en opnieuw te assembleren. Om deze krachttoer tot een goed einde te brengen is het noodzakelijk dat je minstens vijf jaar ‘aan de tafel’ gezeten hebt, en alle essentiële stappen hebt doorlopen: het leer schalmen, markeren of doorslaan met een naaivork, het doorprikken met een els, het verlijmen, het naaien, de steken aankloppen, de randjes filteren en polijsten, in de was zetten, verven… Dat alles onder het toeziend oog van een mentor. De geheimen van het vak worden hier van oudsher mondeling doorgegeven, van generatie op generatie.

De magie van handwerk: een tas wordt gedeconstrueerd en weer in elkaar gepuzzeld. Duurzaamheid is de kern van het creatieve proces: een afgeleefd object krijgt een nieuw leven.
De magie van handwerk: een tas wordt gedeconstrueerd en weer in elkaar gepuzzeld. Duurzaamheid is de kern van het creatieve proces: een afgeleefd object krijgt een nieuw leven.© GF / CHRISTOPHER PAYNE

‘Deze ambachtslui zijn ware tovenaars’, zegt de atelierverantwoordelijke met oprechte bewondering. Hij gaat van de een naar de ander en laat zien hoe vindingrijk, nauwgezet en geduldig zij te werk gaan. Want ook geduld is nodig, het repareren kost soms evenveel tijd als het creëren. ‘Bij deze kapotgebeten tas worden de twee handvatten vervangen. Om ze eraf te halen, moet je de hele tas uit elkaar halen, de sluitklep verwijderen, het binnenwerk losmaken, alles openleggen en daarna weer assembleren en aan elkaar naaien. Dat vergt zeker twaalf uur reparatietijd.’ Gelukkig krijgt het atelier niet altijd te maken met zulke catastrofes. Op de to-dolijst staan ook simpele opfrisbeurten van het leer en de versiering. ‘Een grondige opknapbeurt van onze tassen maakt het grootste deel uit van ons werk. Wij geven ze op regelmatige basis, om de twee jaar, een nieuwe jeugd. Veel hangt natuurlijk af van de manier waarop de tas gebruikt wordt, waar ze neergezet wordt en hoe ze wordt onderhouden… Vooraf maken wij een bestek op, met adviezen en voorstellen die de klant kan accepteren of weigeren. De job is intensief. Je moet zes tot acht weken rekenen tussen het tijdstip dat de tas wordt ingeleverd en het moment dat ze wordt terugbezorgd. Het is een grote uitdaging, we proberen zo snel mogelijk te reageren.’

Plots gaan de ogen van de atelierverantwoordelijke glinsteren: op de werktafel van een jonge ambachtsman ligt een Hermès Bolide ‘struisvogel’ uit 1972. ‘We houden van dit soort tassen, ze zijn een grote uitdaging. Deze tas behoorde toe aan een grootmoeder en het is haar kleindochter die binnenkort trouwt die hem voortaan zal dragen.’ Het overdragen van zo’n geliefd object heeft een impact, zowel op het object zelf als op de mens, en daarbij ga je snel fantaseren. Toch is het een kwestie van nuchter te blijven: na de diagnose is beslist dat de tijdloze tas, beladen met herinneringen, in zijn originele staat moet blijven. Het leer zal wel worden gevoed en gehydrateerd om het zo soepel mogelijk te maken en dan zal de patine herwerkt worden. Ietwat vreemd, maar wel mooi is de beslissing om de handvatten niet te vervangen, wat overigens vermeld werd in het bestek én goedgekeurd door de eigenares. Misschien omdat ze de sporen van haar voorgangster wil bewaren? In een grote werkmap, zowat het ‘gouden boek’ van het atelier, worden alle foto’s verzameld van voor en na de behandeling en van alles wat door de handen van deze tovenaars is gepasseerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content